Biologie Nectar samenvatting Hoofdstuk 8 Kenmerken van ecosystemen VWO4
3 views 0 purchase
Course
Biologie
Level
VWO / Gymnasium
Book
Nectar / Biologie 4 Havo / deel Leerboek
Dit is een samenvatting geschreven met behulp van vwo 4 leerboek Nectar. Hierin worden onderwerpen samengevat over kenmerken van ecosystemen, onder andere stikstofkringloop, koolstofkringloop, eutrofiëring, heterotroof/autotroof, biomassa, trofisch niveau etc.
Summary chapter 6 species and populations - Nectar biology 4 vwo
All for this textbook (1)
Written for
Secondary school
VWO / Gymnasium
Biologie
4
All documents for this subject (5581)
Seller
Follow
larissavandergrijn
Content preview
Biologie samenvatting H8 Kenmerken van ecosystemen
8.1
Ecosystemen = abiotische en biotische factoren samen in een complex samenspel en
in afgegrensde gebieden.
Kringlopen van stoffen = zorgen ervoor dat een ecosysteem zijn grondstoffen kan
hergebruiken.
Producenten = staan aan het begin vd voedselketen. Bouwen uit anorganische
stoffen (zoals h2o en co2) organische stoffen op (zoals glucose)
Anorganische stoffen = eenvoudige stof die vrij in de natuur voorkomt, bijv. water,
zuurstof en kalkzout. Bevat geen c-keten of c-h-bindingen.
Organische stof = stof gemaakt door een organisme, bijv. glucose of eiwit. Bevat een
c-keten en c-h-bindingen.
Voortgezette assimilatie = opbouw van andere organische stoffen (zoals zetmeel,
eiwitten etc.) met glucose als grondstof.
Consumenten = organismen die hun organische stoffen uit andere organismen halen.
Detritus = dode resten van planten en dieren.
Detrituseters = zijn o.a. wormen, pissebedden en kevers, halen hun voedsel uit afval
van dode resten planten en dieren.
Reducenten= hier komen alle restjes uit de voedselketen terecht. Afbrekers.
Bacteriën en schimmels. Zetten organische stoffen om in anorganische stoffen.
Draagkracht = max populatiegrootte die een gebied gedurende lange tijd kan
onderhouden.
Populatiedynamiek = schommelingen in de populatiegrootte of het verdwijnen en
ontstaan van populaties.
Verstoring = een snelle en blijvende verandering in een ecosysteem.
8.2
Stralingsenergie vd zon = aardatmosfeer absorbeert en reflecteert t grootste
gedeelte, slechts een klein deel bereikt het aardoppervlak.
Trofisch niveau = alle producenten samen met alle consumenten van de eerste orde
het tweede niveau etc.
Biomassa = massa van energierijke organische stoffen. Gebruiken onderzoekers vaak
ipv aantallen. Zo kun je zien hoe het zit met de energie in een voedselketen.
Drooggewicht = versgewicht min het gewicht aan water. Eenvoudigere manier om de
hoeveelheid energierijke stoffen van organismen te bepalen. Hiermee werken
biologen in de praktijk i.p.v. biomassa. Is incl. mineralen.
Zo kun je een piramide van biomassa maken.
, Piramide van productiviteit = jaargemiddelde van piramides van biomassa in een
ecosysteem geeft biologen informatie over de energiestroom.
Heterotrofe organismen = organismen die hun organische stoffen binnen rijgen via
dierlijk en/of plantaardig voedsel.
Opgenomen organische stoffen kunnen gebruikt worden als brandstof of bouwstof.
Voedselketen is vitaal = dan is de hoeveelheid gegeten organismen op jaarbasis gelijk
met het aantal geboren organismen.
Energiestroomschema = schema vd stroom van energie door de verschillende
trofische niveaus in een ecosysteem.
Fytoplankton = eencellig. Algen en cyanobacteriën. Zijn in staat fotosynthese uit te
voeren.
Bruto primaire productie (BPP) = eerste stap van de voedselketen. De hoeveelheid
energie uit zonlicht die producenten vastleggen in hun organische stoffen. De
hoeveelheid organische stoffen die de producenten maken.
Netto primaire productie (NPP) = de hoeveelheid organische stoffen die overblijven,
nadat de producenten zelf een deel hebben gebruikt als brandstof. Dit is beschikbaar
voor de herbivoren en omnivoren in de voedselketen.
Eutrofiëring = verrijking van het oppervlaktewater met voedingsstoffen.
Algenbloei = waterbloei, explosieve toename van fytoplankton.
Zoöplankton = alg-etende eencelligen.
8.3
Composteren = het gecontroleerd afbreken van organische stoffen. Gebeurt vooral
door reducenten.
Humuslaag = bodemlaag met nog niet verteerde resten van organismen, dode
planten of dieren. Dit is een rijke voedingsbodem voor bacteriën en schimmels.
Hoe snel compostering verloopt hangt af van:
- Temperatuur: bij hoge temp. Sneller
- Soorten schimmels en bacterie soorten
- Samenstelling van het afval
- Stikstofgehalte
Koolstof kringloop
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller larissavandergrijn. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.93. You're not tied to anything after your purchase.