Wanneer een schrijver zijn of haar mening geeft over iets is dat een standpunt. Deze kan
worden onderbouwd door middel van een argument. Ook bestaan er tegen standpunten
deze gaan tegen de argumenten van de schrijver in. Er wordt een verschil gemaakt tussen
drie verschillende soorten argumenten:
- Objectieve argumenten: Dit zijn argumenten die gebaseerd zijn op feiten. Ze zijn dus
vaak gebaseerd op de waarheid. Zo’n soort argument kan soms een bewijs worden
genoemd.
- Subjectieve argumenten: Dit zijn argumenten die niet op feiten zijn gebaseerd. Ze
zijn vaak een mening van een schrijver. Wel moet de inhoud van zo’n standpunt
kloppen.
- Verzwegen argumenten: Dit zijn argumenten die niet duidelijk worden uitgesproken.
Er zit een argument achter een ander argument.
Een argumentatie kan op drie manieren worden opgebouwd:
- De want-argumentatie: Standpunt → Want → Argument(en)
- De dus-argumentatie: Argument(en) → Dus → Conclusie (standpunt)
- De mengvorm van want en dus: Standpunt (bewering) → Want → Argument(en) →
Dus → Conclusie
Een argumentatie structuur maakt duidelijk hoe de standpunten op elkaar zijn gebaseerd. Er
zijn er drie van:
- De enkelvoudige structuur: Argument → Mening
- De nevenschikkende structuur: Argument → Bewering ← Argument
- De onderschikkende structuur: Subargument → Hoofdargument → Bewering
Er zijn verschillende argumentatieschema’s:
- Oorzaak-gevolg
- Kenmerk of eigenschap
- Voor- en Nadelen
- Vergelijking
- Algemene uitspraak of voorbeelden
Wanneer een schrijver iemand een taal suggestief maakt is het doel van de schrijver iemand
te beïnvloeden. Wanneer een schrijver een manipulerende tekst schrijft is het de bedoeling
iemand zodanig te beïnvloeden dat het ook echt gebeurt zoals de schrijver het wil.
Er zijn verschillende redenen waarom schrijvers bijzonder taalgebruik toepassen:
- De argumenten versterken
- Proberen een tegenstander belachelijk te maken
- Iets origineels formuleren
Hier zijn een aantal voorbeelden van bijzonder taalgebruik:
- Woorden met bepaalde gevoelswaarden
- Woordspeling
- Jargon (vaktaal)
- Spelen met klanken
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller alexanderwagner. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.85. You're not tied to anything after your purchase.