100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting definities, grafieken en formules economie met uitleg en afbeeldingen $5.51   Add to cart

Summary

Samenvatting definities, grafieken en formules economie met uitleg en afbeeldingen

 13 views  1 purchase
  • Course
  • Institution

pieter d'haese, grafieken met afbeeldingen en uitleg

Last document update: 1 year ago

Preview 6 out of 26  pages

  • January 22, 2023
  • January 22, 2023
  • 26
  • 2022/2023
  • Summary
avatar-seller
Afkorting Volledig begrip Formule
W Winst
TO Totale opbrengst/ omzet W = TO – TK
TK Totale kosten (TO= P . Q)  marktprijs. Verkochte hoeveelheid
TP Totale productie GP = TP/ qA
GP Gemiddelde productie  Totale productie/ Totale arbeid
MP Marginale productie MP = ΔTP/ Δq
TMO Toenemende meeropbrengst
AMO Afnemende meeropbrengst
TK Totale kost
TCK Totale vaste (constante) kost TK = TCK + TVK
TVK Totale variabele kost
MK Marginale kost MK ≠ MP
GCK Gemiddelde vaste (constante) kost
GVK Gemiddelde variabele kost GTK = GCK + GVK
GTK Gemiddelde totale kost
EW Economische winst EW = TO – TK
MO Marginale opbrengst/ omzet MO = ΔTO/ΔQ
 MO = MK
BBP Bruto binnenlands product BBP = P . Q
Prijs elasticiteit van de vraag % verandering in gevraagde hoeveelheid
% verandering in prijs
Inkomenselasticiteit % verandering in gevraagde hoeveelheid
% verandering in inkomen
Kruiselingse elasticiteit % verandering in gevraagde hoeveelheid
% verandering in prijs van ander goed




1

,Afkorting Volledig begrip Definitie




2

,MACRO ECONOMIE
BBP Bruto binnenlands product - Totale waarde van alle finale goederen & diensten
geproduceerd in een land/ regio gedurende een
bepaalde tijdperiode, meestal een jaar
Nominale BBP - Tegen lopende prijzen
Reële BBP - Tegen constante prijzen
Nominaal BBP per capita - BBP tegen lopende prijzen/ aantal inwoners
Economische groei - Jaarlijks veranderingspercentage van het reële BBP
- Blijvende uitbreiding van PMC
Koopkracht - Geeft aan hoeveel producten mensen kunnen kopen,
rekening houdend met het inkomen, inflatie,
indexering,…
BNP/ BNI Bruto nationaal product - Totale waarde van alle finale goederen & diensten
Bruto nationaal inkomen geproduceerd door de staatsburgers van een bepaald
land gedurende een bepaalde tijdsperiode, meestal
een jaar
MICRO ECONOMIE
Wat is economie?
Economie - Het is een humane wetenschap die de keuzes van
individuen (consumenten  vraag), bedrijven
(producenten  aanbod), overheden en de hele
samenleving bestudeert ten gevolge van de schaarste
van de beschikbare middelen & onder invloed van
prikkels
Macro economie - Bestudeert effect van de keuzes van individuen,
bedrijven & overheden op de totale economie
Goederen & diensten - Voorwerpen & handelingen die geproduceerd worden
om de menselijke behoefte te bevredigen
Productiefactoren - Natuur
- Arbeid
- Kapitaal
- Ondernemerschap
Opportuniteitskost - Het beste dat je moet opgeven om iets anders te
verkrijgen
Het economisch probleem
PMC Productiemogelijkhedencurve - Stelt alle mogelijke combinaties van de productie van
goederen voor die tot stand komen bij volledige
aanwending van de beschikbare productiefactoren
- De grens tussen goederen - & dienstencombinaties die
met de beschikbare productiefactoren & technologie
geproduceerd kunnen worden en de goederen - &
dienstencombinaties die niet geproduceerd kunnen
worden


Productie efficiëntie - Situatie waarin we niet meer van 1 product of dienst
kunnen produceren zonder minder van een ander goed
of dienst te produceren
- BV. meer voeding = minder kledij

Afkorting Volledig begrip Definitie

3

, Trade-off - Afweging, uitwisseling
- 1 ding opgeven om een ander in de plaats te krijgen 
Beide punten blijven op de curve
- BV. meer kledij = minder voeding (opportuniteitskost)
Free lunch - Een geschenk
- Iets krijgen zonder iets anders op te geven  Van
punt onder de curve naar een punt op de curve
- BV. meer voeding zonder kledij te minderen
Vraag & aanbod
Concurrentiële markt - Markt met veel kopers & verkopers, zodat geen enkele
koper of verkoper de prijs kan beïnvloeden
Gevraagde hoeveelheid - Hoeveelheid die consumenten van plan zijn te kopen
gedurende een bepaalde periode & tegen een
specifieke prijs
Substitutie – effect - Wanneer de relatieve prijs van een goed/ dienst stijgt,
gaan de mensen op zoek naar alternatieven waardoor
de gevraagde hoeveelheid naar het goed/ dienst
afneemt
Inkomenseffect - Wanneer de prijs van een goed/ dienst stijgt in
verhouding tot het inkomen kunnen mensen niet alle
dingen betalen die ze eerder kochten dus de gevraagde
hoeveelheid van goederen/ diensten neemt af
Vraag - Volledige verband tussen de prijs van het goed & de
gevraagde hoeveelheid van het goed
Vraagcurve - Verband tussen de gevraagde hoeveelheid van een
goed & de prijs wanneer alle andere factoren die het
koopgedrag beïnvloeden onveranderd blijven
Substitutiegoed - Goed dat een ander goed kan vervangen bij de
consumptie
- Bv. Appels & peren
- Bv. Wijn & bier
Complementair goed - Goed dat samen met een ander goed geconsumeerd
wordt
- Bv. wijn & kaas
- Bv. schoenen & veters
Normaal goed - Goed waarvoor de vraag toeneemt als het inkomen
stijgt
→ Vraag neemt toe als inkomen stijgt
- Bv. inkomen stijgt dus vraag naar concerttickets neemt
toe



Inferieur goed - Goed waarvoor de vraag afneemt als het inkomen
stijgt
→Vraagt neemt toe als inkomen daalt
- Bv. inkomen stijgt dus vraag naar huismerkproducten
neemt af


Afkorting Volledig begrip Definitie

4

,Elasticiteit
Prijselasticiteit van de vraag - Geeft weer in welke mate de gevraagde hoeveelheid
wijzigt ten gevolgen van een prijswijziging
Midpunt – methode - Om de procentuele verandering van de prijs te
berekenen, delen we de verandering in prijs door de
gemiddelde prijs en vermenigvuldigen we met 100
- De gemiddelde prijs is het middelpunt tussen de
oorspronkelijke & nieuwe prijs
Perfect inelastische vraag - Als de gevraagde hoeveelheid niet verandert wanneer
de prijs verandert → prijselasticiteit = 0
Inkomenselasticiteit vraag - Meet hoe de gevraagde hoeveelheid van een goed
reageert op een verandering in inkomen
Kruiselingse elasticiteit vraag - Meet de mate waarin de vraag naar een goed reageert
op een verandering in prijs van een ander goed
(bv. substitutie of complementair goed)
Organisatie productie
Perfecte concurrentie - Marktvorm met:
 Veel bedrijven/ aanbieders
 Elk verkoopt identiek product
 Veel kopers/ vragers
 Vrije toetreding → Geen beperkingen
 Zowel bedrijf als koper zijn goed geïnformeerd
over de prijzen & producten van alle
ondernemingen op de markt
Monopolistische concurrentie - Marktvorm met:
 Veel bedrijven
 Bedrijven concurreren door soortgelijke maar
enigszins verschillende producten te produceren
 Elk bedrijf bezit element van marktmacht
 Vrije toetreding
Oligopolie - Marktvorm waarin:
 Klein aantal bedrijven met elkaar concurreert
 Ondernemingen bij identieke of gedifferentieerde
producten kunnen vervaardigen
 Toegangsdrempels beperken de toegang tot de
markt
Monopolie - Marktvorm waarin:
 1 onderneming volledige marktproductie
produceert
 Onderneming een product produceert dat geen
directe substituten heeft
 Geen vrije toetreding → onderneming wordt
beschermd door belemmeringen die toegang van
nieuwe ondernemingen tot de markt verhinderen
- Bv. De lijn & NMBS




Afkorting Volledig begrip Definitie
Productie & kosten

5

, Verzonken kosten - Gemaakte kosten die door de onderneming niet
kunnen worden gewijzigd
- Bv. coca – cola & cola life
Afnemende schaalopbrengsten - ontstaan wanneer de totale gemiddelde kost stijgt
naarmate de output stijgt.
- Afnemende schaalopbrengsten ontstaan door de
moeilijkheid om een groot bedrijf te coördineren en te
controleren.
- Uiteindelijk leiden organisatorische problemen tot
hogere gemiddelde kosten
Perfecte concurrentie
Stopzettingspunt - Combinatie van prijs & hoeveelheid waartegen het
bedrijf onverschillig is tussen produceren of stoppen
met de productie
Monopolie
Monopolie - Kan ontstaan omwille van:
 Geen goede substituten
→ Verkoopt een goed dat geen directe substituten
heeft
 Toetredingsdrempels
→ 3 Soorten toetredingsdrempels
1. Natuurlijk
2. Eigendom
3. Legaal
1. Natuurlijke toetredingsdrempel - Een markt waarin schaalvoordelen 1 onderneming in
staat stellen de gehele markt tegen de laagst mogelijke
kosten te bevoorraden
- Bv. kerncentrales
2. Eigendom barrières - Treedt op als een bedrijf een aanzienlijk deel van een
belangrijke bron of productiefactor bezit
- Bv. in vorige eeuw bezat diamantbedrijf ‘De Beers’ 90%
van de diamanten in de wereld
3. Juridische toetredingsdrempels - Creëren een wettelijk monopolie, een markt waarin de
mededinging & toegang worden beperkt door de
toekenning van een:
 Openbare franchise
→ (openbare franchise op 1ste klas post te
vervoeren)
 Overheidslicentie
→ (licentie om geneeskunde uit te oefenen)
 Patent & auteursrecht




6

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller lunagielis. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $5.51. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

78998 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$5.51  1x  sold
  • (0)
  Add to cart