Samenvatting Politieke en Institutionele Geschiedenis van België en de Nederlanden 2022-23
40 views 1 purchase
Course
Politieke en Institutionele Geschiedenis
Institution
Universiteit Antwerpen (UA)
GESLAAGD! Volledige samenvatting van het vak Politieke en Institutionele Geschiedenis van België en de Nederlanden (exclusief boek 1942), gedoceerd door prof. dr. Sebastiaan Vandenbogaerde in AJ 2022-23. Deze samenvatting bevat zowel Deel I, als Deel II (uitgezonderd de expliciet vermeldde niet-te...
249
257
256
255
254
253
252
251
250
1 DEEL 1
Ancien régime (ca. 1000 – 1795)
2 Hoofdstuk 1
De territoriale vorstendommen
3 1.1. Na de val
§476: Val West-Romeinse Rijk
§Begin middeleeuwen in Europa
§Oost-Romeinse Rijk blijft bestaan
§Belangrijkste keizer: Justinianus I
§Corpus Iuris Civilis
4
§843: Verdrag van Verdun
§Karel de Kale (West-Francië)
§Lotharius (Midden-Francië)
§Lodewijk de Duitser (Oost-Francië)
5 1.2. Basis van de staatsmacht
§Wat voorafging: Karolingische feodaliteit
§Karolingisch Rijk onderverdeeld in ‘gouwen’ o.l.v. graaf
§Graaf
• benoemd, afzetbaar en verplaatsbaar
• Vertegenwoordiger van vorstelijk gezag op lokaal niveau met
volledige bevoegdheid van koning/keizer
• Omringd door ‘vazallen’
• De scabini (schepenen): rechtspraak
• Wordt erfelijk vanaf Lodewijk de Vrome
• Gevolg: minder greep op de graaf van keizer
§
6 1.2. Basis van de staatsmacht
§Wat voorafging: Karolingische feodaliteit
§Persoonlijke relatie tussen leenheer en leenman
• Wederzijdse rechten en plichten
• Leenman/vazal
• Auxilium (hulp)
• Consilium (advies)
• In ruil: beneficia (gunsten)
• Loyaliteit v. weerstandsrecht/recht van opstand
• Eedaflegging en plechtige ceremonie
•
7
1
, • Eedaflegging en plechtige ceremonie
•
7 1.2. Basis van de staatsmacht
§Wat voorafging: Karolingische feodaliteit
§Sterkte en zwakte tegelijk
• Graaf had volledige bestuurlijke bevoegdheden
• Rechtstreeks gebruiksrecht op de gronden en landerijen
• Graafschap erfelijk
à weg naar volledige autonomie van de vazal ligt open
• 840 – Lodewijk de Vrome – rijk valt uiteen
§Werkt desintegrerend – lokale ‘heerlijkheden’
8 1.2. Basis van de staatsmacht
§Wat voorafging: Karolingische feodaliteit
§Heerlijkheid wordt centrum
• Lokale heer handhaafde de orde, bestuurde, inde belastingen
en sprak recht
• Gold in dat territorium
• Lokale heer had zowel publiek- als privaatrechtelijke
bevoegdheden
• Vb. slaven – kleefden aan de grond
• Vrijen – hadden eigen bezit – maar toch gehouden tot
karweien
• Alleenheerschappij beperkt door feitelijke elementen
9 1.2. Basis van de staatsmacht
§Heropleving feodaliteit in de Nederlandeen na 1000
§Desintegratie Frankische feodaliteit gestopt
§Unificatie – bottom-up staatsopbouw
• Onderwerping van de heer
• Uitbouw van feodale machtspiramide
• Continue gebiedsuitbreiding
• Gebeurde niet planmatig, maar vanuit machtspolitieke factoren:
politiek, sociaal, demografisch, etnologisch, geografisch
10 1.2. Basis van de staatsmacht
§Heropleving feodaliteit na 1000
§Feodale trouw → inhoudsloos
§Feodaliteit als instrument voor staatsuitbouw
• Politiek
• Administratief
• Financieel
• Juridisch
, • Financieel
• Juridisch
§Verplichtingen vazal nauwkeuriger omschreven = recht
• Auxilium en consilium → concrete lasten
• L’aide au quatre cas à de hulp bij de 4 gevallen:
1. senior gevangengenomen
2. senior op kruistocht
3. oudste zoon tot ridder geslagen
4. oudste dochter huwde
•
11 1.2. Basis van de staatsmacht
§Heropleving feodaliteit na 1000
§Territorium verschilt in oppervlakte
§O.l.v. ‘soeverein’ (graaf, hertog)
• Bovenaan de piramide
• Onderaan ‘kleine’ leenman (enkele hectare)
• Meerdere niveaus (uitz. Land van Mechelen)
§Lokaal gewoonterecht op de ‘tussenniveaus’
12
13 1.2. Basis van de staatsmacht
§Binnenlandse politiek in ME feodaliteit
§Lokale heren
• toe-eigening ‘regalia’ (koninklijke rechten)
• Uitbouw ‘curia’ (hofhouding)
§Openbare orde garanderen van belang
• Vorsten hanteren het zwaard der gerechtigheid
• Strafrecht is eerste ‘publiekrecht’
§Daarna staatsuitbouw
• Ambtenaren (vaak juristen) – pecunair vergoed
• Vooral handel en welvaart bevorderen
14 1.3. Ordehandhaving. De genese van een publiek strafrecht in
de Nederlanden
§Privaatrechtelijke accusatoir strafrecht
§Lage landen veraf van Rome – Romeins recht weinig impact
§Merovingers (Clovis) namen de gebieden over
• Primitief rechtssysteem vb. Lex Salica (gewoonterecht vd
Franken)
• Vooral privaatrechtelijk van aard
• Koninkrijk steeds verder opgedeeld
• Wel al verbod op ‘eigenrichting’ – verbod tot wraakuitoefening
15
, • Koninkrijk steeds verder opgedeeld
• Wel al verbod op ‘eigenrichting’ – verbod tot wraakuitoefening
15 1.3. Ordehandhaving. De genese van een publiek strafrecht in
de Nederlanden
§Privaatrechtelijke accusatoir strafrecht
§Accusatoir proces – geen proces zonder klacht van benadeelde
partij
• Er is een klacht nodig
• Irrationeel bewijsrecht – godsoordeel
• Verdween langzaamaan
16 1.3. Ordehandhaving. De genese van een publiek strafrecht in
de Nederlanden
§Vorstelijke beteugeling van wraakrecht
§Vanaf 1000 – herstel rechtbanken
§Private wraak = maatschappelijk disruptief
• Familievetes
• Pacificatiestrategieën (cfr. Oorlogsrecht)
§13de en 14de eeuw: graaf van Vlaanderen
• Bemiddelen
• Kon leiden tot ‘verzoening’ (cfr. Leenhulde)
• Veterecht verdween langzaam
• Steden: nadruk op verzoening
17 1.3. Ordehandhaving. De genese van een publiek strafrecht in
de Nederlanden
§Publieke actie tegen misdrijven: strafmaat
§11de E: ambulante rechtbanken – afschrikking als middel
§13de E: afschrikking verdwijnt
• Rechters gebonden aan de wet (keuren/charters)
• Straffen opgelijst in de keuren (doodstraf, verbanning)
§14de E: afschrikking duikt terug op
• Door opstanden in steden
• Bestendigd: exemplarisch straffen (= straf zodat men kan zien
wat je hebt gedaan: bv. stelen – hand eraf)
18 1.3. Ordehandhaving. De genese van een publiek strafrecht in
de Nederlanden
§Publieke actie tegen misdrijven: strafmaat
§Politiek van afschrikking
• Rechters gingen straffen in eigen handen nemen en ze
autonoom vastleggen (op voorwaarde dat hij formeel minimale
regels in acht nam)
• Invloed romeins en canoniek recht
19
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller hannedejong. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $8.49. You're not tied to anything after your purchase.