Inhoud
1. De kwalificatie als een bestuur.................................................................................................................. 3
1. Het begrip “De administratieve overheid” (RvS-wetten).......................................................................5
A. De organieke criteria......................................................................................................................... 5
B. De functionele criteria....................................................................................................................... 6
C. De tweewegenleer............................................................................................................................ 9
D. Cumul voorwaarden?...................................................................................................................... 11
2. De gevolgen van de kwalificatie “bestuur”.............................................................................................. 12
A. De Algemene Beginselen van Behoorlijk Bestuur (ABBB)....................................................................12
6. De grondrechten en hun verband met een bestuur................................................................................59
A. Algemeen............................................................................................................................................ 59
B. De klassieke liberale grondrechten..................................................................................................... 59
1. De vrijheid van meningsuiting (art. 19 en 25 GW. en 10 EVRM)......................................................59
2. De vrijheid van godsdienst (art. 19-21 GW. en 9 EVRM)..................................................................60
3. De vrijheid van vereniging (art. 26 Gw. en 11 EVRM)......................................................................60
4. De vrijheid van vergadering (art. 27 Gw. en 11 EVRM)....................................................................61
C. De sociale grondrechten..................................................................................................................... 62
1. Het recht op privé-, familie- en gezinsleven (art. 22 Gw. en 8 EVRM).............................................62
2. Het recht op onderwijs (art. 24 Gw.)............................................................................................... 62
D. De solidariteitsgrondrechten.............................................................................................................. 63
1. Het recht op een menswaardig leven (art. 23 Gw.).........................................................................63
2
, STAATS- EN ADMINISTRATIEF RECHT
1. DE KWALIFICATIE ALS EEN BESTUUR
Het bestuursrecht of het administratieve recht omvat het geheel van de geschreven en ongeschreven
rechtsregels met betrekking tot de werking van het bestuur
- Enerzijds wijst dit op de activiteit of een functie met name op “het besturen”
- Anderzijds wijst dit op het geheel van instellingen die instaan voor het bestuur, met name de
bestuursorganen
Wat valt er specifiek te begrijpen onder ‘een bestuur’? Wanneer is iets ‘een overheidsinstelling’?
- Art. 14 §1 11°van de RvS Wetten van 12 januari 1973 verwijzen naar het begrip “administratieve
overheden”
- Art.1 van de Wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motivering van de
bestuurshandelingen verwijst ook naar “administratieve overheden”
- Art. 3 11°Vlaams Decreet van 26 maart 2004 betreffende de openbaarheid van bestuur verwijst
naar de term ‘beheersinstantie’.
- Art. 2 11°van het Vlaamse Decreet van 23 juni 2003 houdende wijziging van het decreet van 7 juli
1998 houdende instelling van de Vlaamse Ombudsdienst verwijst eveneens naar het begrip
bestuursinstantie”
Een bestuur lijkt op het eerste zicht alleen maar te verwijzen naar de uitvoerende macht maar is toch
ruimer dan dat.
Ter herinnering:
De Raad van State is de waakhond van de uitvoerende macht.
- Objectief contentieux: vernietiging van eenzijdige administratieve rechtshandelingen binnen
de 60 dagen na publicatie in het Belgisch Staatsblad (erga omnes + ex tunc).
- i.t.t. het subjectief contentieux: buiten toepassing laten van algemene, provinciale en
plaatselijke besluiten en verordeningen die in strijd zijn met de wet door de burgerlijke rechter
op grond van art. 159 GW (inter parties + ex nunc).
De uitvoerende macht (regering en Koning) heeft een belangrijke rol bij het uitvoeren van wetten (art.
108 GW / art. 20 BWHI).
- Ruim te interpreteren: zij mogen uit de wet en uit haar beweegredenen alle gevolgen afleiden
die er op een natuurlijke wijze uit voortvloeien en die ermee in overeenstemming kunnen zijn
(Cass. 18 november 1924).
Verplicht om wetten uit te voeren binnen een redelijke termijn.
3
, STAATS- EN ADMINISTRATIEF RECHT
Besluiten van de uitvoerende macht (vb. KB of MB) moeten in overeenstemming zijn met de wetten
(hiërarchie der normen)
- Daarom geldt een belangrijke beperking: zij mogen wetten niet opheffen, wijzigen, aanvullen,
uitbreiden of beperken. Tevens mag zij wetten niet schorsen noch vrijstelling van hun rechten
verlenen (anders schending van het beginsel van de Scheiding der machten).
Bijzondere machten (art. 105 GW / art. 69 en 78 BWHI)
- Koning kan onder bepaalde voorwaarden regelgevende bevoegdheden krijgen van het
parlement
- Voorwaarden uitgewerkt door het Grondwettelijk Hof
- Vroeger eerder zeldzaam, vandaag meer en meer de norm
o vb. hervorming NMBS en Covid-19 maatregelen
Leidt tot ‘bijzondere machtenbesluiten’. De bekrachtiging a posteriori door de wetgevende macht
bepaalt of deze besluiten onder toezicht van de Raad van State dan van het Grondwettelijk Hof vallen.
- Grondwettelijk Hof controleert de wetgevende macht door:
o Vernietiging van wetten, decreten en ordonnanties binnen de 6 maanden na de
publicatie in het Belgisch Staatsblad (erga omnes + ex tunc)
o Te antwoorden op een prejudiciële vraag en desgevallend buiten toepassing laten van
de strijdige wetgevende norm (inter partes).
Jurisprudentiële voorwaarden (GwH):
- Uitzonderlijke omstandigheden
- Duidelijk en nauwkeurig omschreven bevoegdheid
- Beperkte duurtijd
- Bekrachtiging door de wetgever binnen redelijke termijn
- Respect hogere rechtsnormen
- Verplichte collegialiteit ministerraad
Hiërarchie der normen:
1. Internationaal recht met rechtstreekse werking
2. Grondwet
3. Bijzondere wetten / bijzondere decreten
4. Wetten = decreten = ordonnanties = internationaal recht zonder rechtstreekse werking
5. KB / besluit gemeenschaps- en gewestregering / omzendbrieven met verordenende kracht
6. MB / besluit individueel lid gemeenschaps- en gewestregering / omzendbrieven met
verordenende kracht
7. Reglementen van de Provincieraad
8. Besluiten van de Bestendige Deputatie
9. Reglementen van de Gemeenteraad
10. Besluiten van het College van Burgemeester en Schepenen
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Campie. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $9.10. You're not tied to anything after your purchase.