Verdieping in Onderzoeksmethoden en Statistiek VOS
Class notes
Alle Hoorcolleges van VOS
65 views 6 purchases
Course
Verdieping in Onderzoeksmethoden en Statistiek VOS
Institution
Universiteit Utrecht (UU)
Dit zijn compacte aantekeningen over alle hoorcolleges van VOS. Het doel was om zo min mogelijk pagina's te gebruiken zonder informatie weg te laten en het overzicht te verliezen. Alles komt aan bod en de layout maakt het fijn om mee te leren.
Verdieping in Onderzoeksmethoden en Statistiek VOS
All documents for this subject (19)
Seller
Follow
zoestern1
Reviews received
Content preview
Verdieping in onderzoeksmethoden en
statistiek (VOS)
Introductieles 1
HC1 - Multipele regressie 1
HC2 - Meerweg ANOVA 3
HC3 - ANCOVA 7
HC4 - Herhaalde Metingen en Mixed Design 9
HC5 - Moderatie en mediatieanalyse 12
HC6 - Factoranalyse en betrouwbaarheidsanalyse 14
Definities van validiteit 19
,Kwalitatief onderzoek
Introductieles
Er zijn twee voornamelijke doelstellingen van kwalitatief onderzoek:
● Het analyseren van patronen in hoe mensen sociale fenomenen ervaren,
interpreteren en hoe dit hun handelen beïnvloedt.
● Het generen van gedetailleerde beschrijvingen, inzichten verklaringen en
theoretische modellen van sociale fenomenen.
- Kenmerken van kwalitatief onderzoek:
● Interpretatief: De betekenisgeving vanuit het perspectief van respondenten staat
centraal en onderzoeker interpreteert deze betekenissen.
● Naturalistisch: De onderzoeker is geïnteresseerd in de natuurlijke omgeving van de
respondent (dus niet in een laboratorium setting).
● Reflexief: De onderzoeker reflecteert bewust op hoe bepaalde veronderstellingen,
keuzes, en de onderzoeker het onderzoek beïnvloedt.
De grounded theory is een onderzoeksstrategie en analysemethode waarbij de empirische
observaties/gegevens de basis vormen voor de ontwikkeling van theorie.
● Op basis van een gestructureerde analyse komt de onderzoeker tot theorie: theorie
is verankerd in de data.
● Onderzoek dient theorie te genereren, maar theorie is geen uitgangspunt van
onderzoek maar het resultaat ervan. Het is niet houdbaar.
Kwantitatief onderzoek
HC1 - Multipele regressie
Bij een multipele regressie is er één afhankelijke variabele (Y) in
een padmodel samen met één of meerdere onafhankelijke
variabelen (X) van minimaal interval niveau of dichotoom niveau
= Een nominale variabele die slechts twee waarden kan aannemen (0 of 1).
● Categorisch kenmerk met meer dan twee categorieën, dus nominaal/ordinaal
meetniveau, wordt omgezet in dummyvariabelen.
- Uitspraak bij een padmodel: Voor één stap meer in X verandert er zo veel in Y.
Vergelijking voor geobserveerde Y: Uitkomst (Y) = model (X) + voorspellingsfout
Vergelijking voor het voorspellen van waarde op Y: Geschatte uitkomst (Ŷ) = model (X)
- E, Residuals of Error, geeft de foutmarges weer tussen het model en de realiteit.
● Bij een voorspelling is deze niet nodig, omdat het model zo gemaakt wordt dat de
errors gemiddeld genomen 0 zijn.
○ Gemiddeld is het model goed, maar voor individuen kunnen er fouten zijn.
Verschillende doelen van een multipele regressie analyse:
● Beschrijven van lineaire relaties tussen variabelen (regressiemodel).
● Toetsen van hypothesen over relaties (significantie).
● Kwantificeren van relaties (effectgrootte).
● Kwalificeren van relaties (klein, middelmatig, groot).
● Beoordelen van de relevantie van relaties (subjectief).
● Voorspellen van iemands waarde met regressiemodel (puntschatting en
intervalschatting).
- Op basis van statistische samenhang mogen er geen causale uitspraken gemaakt worden.
1
, Y = afhankelijke variabele (dependent)
X = onafhankelijke variabelen (predictors)
B0 = intercept (constant), ook wel a
B1 = regressiecoëfficiënt (slope)
● Geeft relatie tussen Y en X
E = voorspellingsfout (error of residual)
Vergelijking voor een enkelvoudige regressie: Ŷ = 𝑏0 + 𝑏1𝑋1
● 𝑏0 → intercept of constante (kruising met 0 punt)
● 𝑏1 → regressiecoëfficiënt
Bij het trekken van een passende rechte lijn in een spreidingsdiagram wordt er het ‘kleinste
kwadraten criterium’ toegepast: de lijn waarbij de voorspellingsfout zo klein mogelijk is.
= De afstand tussen de geobserveerde waarde en de voorspelde waarde.
● Of de regressielijn met de kleinste residuele kwadratensom wel degelijk de beste is,
2
kan worden bepaalt met de Goodness-of-fit (𝑅 ).
= Vergelijking (ratio) van lineair model (regressielijn) met basismodel (basislijn).
𝑆𝑆𝑇 = totale kwadratensom
𝑆𝑆𝑀 = kwadratensom van rechte lijn (model)
𝑆𝑆𝑅 = kwadratensom van voorspellingsfout (residual)
SS = Sum of Squares = Som van gekwadrateerde deviaties
Ŷ basismodel: Er is géén relatie tussen de
voorspellers en de waardes op Y.
● Als dat zo is, is de gemiddelde van alle
Y-waardes de beste voorspelling.
- De totale deviatie (t) is de afstand tussen Yi
en het basismodel/nul-model.
- Het verklaarde deel (m) is de afstand tussen
het lineaire model en het basismodel.
● Hier hoort het onverklaarbare deel (r)
bij: afstand van model tot Yi (het residu).
Het gaat om de verhouding in wat het model wel of niet kan verklaren ten opzichte van het
nul-model.
- Elke t, m en r kwadrateren en dan optellen zorgen voor 𝑆𝑆𝑇, 𝑆𝑆𝑀 en 𝑆𝑆𝑅.
2
𝑅 kan worden geïnterpreteerd als de hoeveelheid verklaarde variantie: Hoeveel verschillen
op Y kunnen er worden verklaard door middel van X.
● Het gaat om een proportie dus het ligt altijd tussen 0 en 1
● Het is de kwadratensom van het model gedeeld door de totale kwadratensom.
● Hoe hoger het getal hoe beter het model is.
→ ... procent van de verschillen in scores op Y kan worden verklaard door middel
van X.
- R op zichzelf is de multiple correlatiecoëfficiënt: de relatie tussen de voorspelde Y en de
daadwerkelijk geobserveerde Y.
2
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller zoestern1. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.34. You're not tied to anything after your purchase.