In deze samenvatting worden alle onderwerpen die in de colleges zijn besproken duidelijk uitgelegd. Er worden ook diverse voorbeelden gegeven van trends in de sectoren.
Introducing Leisure: De aanbodzijde
College 1, Vrijetijdsindustrieën algemeen
1.1 Het ontstaan van de vrije tijd sector
Tot 1850:
- Arbeid voor 1850 aan huis gebonden.
- Destijds was vrij tijds vooral voor de adel.
Rond 1850:
- Opkomst vrije tijd voor enkelen.
1850 – 1920:
- Industriële Revolutie (start in Engeland vanaf 1750, daarna in België. In Nederland
pas na 1800).
- Klassenmaatschappij: kapitalisten, grootgrondbezitters, moderne burgerij
(middelstanders), loonarbeiders en boeren.
- Arbeid gefocust op fabrieken en werkplaatsen. Arbeidstijd raakte meer
geïnstitutionaliseerd. Geïnstitutionaliseerd = hoe mensen zich gedragen bij een
instituut. Arbeid tijd (wordt een instituut) en vrije tijd staat los van elkaar.
- De eerste duidelijke vormen van vrijetijdsbesteding ontstonden aan het einde van de
19e en het begin van de 20e eeuw.
- De kapitalisten en al snel ook de ‘moderne’ burgerij ging de adellijke leefstijl imiteren
en overnemen. (Denk aan winkelen, ontspannen, sporten).
1920 –1990:
- Vrije tijd en geld kwam steeds meer beschikbaar.
- Vrije tijd leidde tot ongewenst gedrag (bij de lagere sociale klasse) -> reactie daarop
‘volksopvoeding’.
- Heersende klasse was bang om controle te verliezen over de lagere klasse. De vrije
tijd moest fatsoenlijk gebeuren, in de gaten gehouden worden en gereguleerd
worden.
- Opkomst van commerciële vrijetijdsaanbieders.
1990 – nu:
- De wederopstanding van de stad.
- Opkomst van de Leisure City. Mensen komen naar een stad om deze te bewonderen
en niet om hier te wonen (citytrips, dagboek, winkelboek).
Van volksopvoeding naar Leisure industrie
In de loop van de 20e eeuw wordt het aanbod in de vrijetijdssector steeds grote,
professioneler en belangrijker. Dit is te verklaren door:
- De groeiende welvaart na WO2.
- Het toenemende aantal vrije dagen.
- De officiële vrije zaterdag die in 1960 werd ingevoerd.
- De introductie van de televisie en de auto.
Aan het einde van de 20e eeuw lijkt de vrijetijdsindustrie tot volledige wasdom te zijn
gekomen. Hierdoor ontstaat ook studie naar vrijetijdsbesteding.
1
,De verzorgingsstaat, de jaren ‘60 en ‘70
= Een vangnet en voorzieningen voor de bevolking vanuit de overheid.
- Aanbod vanuit de overheid.
- Wetgeving en subsidies.
- Sociale en geografische spreiding.
- Openluchtrecreatie.
- Ontwikkeling burgerij.
1.2 Eerste inzicht in het aanbod binnen de VT-sector.
Inzicht in jouw toekomstig werkveld
Wat is de impact van deze sector? De vrijetijdsindustrie draagt zN 80-100 miljard euro bij
aan de Nederlandse economie.
Maatschappelijke kosten- en batenanalyse
- Directe effecten en indirecte effecten.
- Wat kost het de maatschappij en wat krijg de maatschappij binnen.
1.3 Uit welke deelsectoren bestaat de VT-sector?
Model van Mommaas:
Het is een driehoek met vier assen. Je kan deelsectoren plaatsten bij meerdere
hoofdsectoren. (Linkerkant van de driehoek is actief, rechterkant van de driehoek is meer
passief).
1.4 Verbindingen tussen de deelsectoren binnen de VT-sector
Bedrijven in de vrijetijdsindustrie spreiden zich steeds mee. Als ze bij een kant blijven zijn ze
heel erg gevoelig. Als de trend over is hebben ze niks meer.
In corona heeft Disney, Disney+ gelanceerd wat grote inpakt had op de online
entertainment wereld.
Transsectoraliteit = vervlechtingen van verschillende sectoren. Ook wel cross-overs
genoemd. Er worden vanuit andere sectoren producten en diensten aangebonden.
Festivals proberen zich ook steeds breder te trekken. Het draait niet alleen meer om muziek.
Op festivals in transsectoraliteit (Cross-overs) aanwezig, denk aan een GGD, rodekruis,
catering, retail, games en entertainment.
2
, Aandachtspunten:
- Media hoofdzakelijk in samenwerking met sport en entertainment.
- Media is plaats onafhankelijk en toerisme is plaats afhankelijk.
- Sport, fitness en wellness (actief).
- Entertainment, events en kunst en cultuur (passief).
1.5 verbindingen met sectoren buiten de VT-sector
Voorbeelden van trans-sectorale verbindingen:
- Vrijetijd wordt ingezet om herstel van patiënten in
ziekenhuizen te bespoedigen.
- Sport en spel wordt ingezet om het leervermogen van
leerlingen te vergroten.
- Elementen uit de fitnesswereld worden actief aangeboden
binnen een bedrijf om de productiviteit van werknemers te
vergroten.
- Vrijetijd wordt actief ingezet om wonen te veraangenamen.
- Landbouw speelt in Nederland en zeer belangrijke rol wat
betreft het aanbod van natuur en recreatie.
- Ect.
3
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller esmeelankreijer21. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.54. You're not tied to anything after your purchase.