100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Geschiedenis VWO/Havo - hoofdstuk 2 grieken en romeinen (Feniks) $3.51   Add to cart

Summary

Samenvatting Geschiedenis VWO/Havo - hoofdstuk 2 grieken en romeinen (Feniks)

 67 views  0 purchase
  • Course
  • Level
  • Book

Uitgebreide samenvatting, aan de hand van de methode Feniks, van tijdvak 2: de tijd van de Grieken en Romeinen van 3000 voor Christus tot 500 na Christus. Inclusief begrippenlijst en kenmerkende aspecten. Periode van de Oudheid. Ook te gebruiken voor CE

Preview 2 out of 5  pages

  • No
  • Hoofdstuk 2
  • January 22, 2023
  • 5
  • 2022/2023
  • Summary
  • Secondary school
  • 4
avatar-seller
Hoofdstuk 2 : tijd van Grieken en Romeinen 3000 v. Chr. –
500 na Chr.
 Architraaf: draagbalk die rust op zuilen. platteland wonen en van de landbouw leven,
 Aristocratie: bestuur door een groep edelen. maar waarin ook steden bestaan als centra van
 Beschaving: ontwikkeling die een volk heeft bestuur, handel en nijverheid. Ook: agrarisch-
bereikt op het gebied van kunst, techniek, urbane samenleving.
wetenschap, normen en waarden.  Martelaar: iemand die is gestorven voor zijn
 Cultus: religieuze eredienst. geloof.
 de Kerk: de organisatie die leiding geeft aan de  Messias: redder, verlosser, heilbrenger.
christenen.  Monarchie: een land waarin een koning door
 Democratie: bestuursvorm waarin het volk de erfopvolging aan de macht is gekomen.
hoogste macht heeft.  Monotheïsme: een godsdienst waarin één god
 Diaspora: verspreiding van een volk over vele wordt vereerd.
landen.  Mythe: verhaal waarin goden en helden
 Directe democratie: burgers stemmen zelf over voorkomen.
politieke voorstellen, bijvoorbeeld in een  Patriciër: lid van de stedelijke elite.
volksvergadering.  Polis: Grieks voor stadstaat, meervoud is poleis.
 Epos: lang verhalend gedicht over helden en  Republiek: een land zonder koning, waarin de
goden. macht is verdeeld onder een deel van de
 Filosoof: denker die zoekt naar logische burgers.
verklaringen voor verschijnselen of antwoorden  Retorica: de kunst van het spreken in het
op levensvragen. openbaar.
 Hegemonie: overheersende invloed van een  Romanisering: het overnemen van elementen
staat over andere staten. van de Romeinse cultuur door niet-Romeinse
 Hellenisme: de verspreiding van Griekse cultuur volken.
in de gebieden die Alexander de Grote had  Satire: kunstvorm waarbij op een humoristische
veroverd. wijze kritiek wordt geleverd op bijvoorbeeld een
 Imperium: een groot rijk waarin meerdere politicus of de maatschappij.
volken door één volk worden bestuurd.  Senaat: politiek overlegorgaan.
 Kapiteel: versierde bekroning van een zuil.  Timpaan: driehoekige voorgevel van een
 Klassiek: van blijvende waarde. De cultuur van klassieke tempel, vaak versierd met reliëfs.
de Grieken en Romeinen noemen we klassieke  Tirannie: bestuur door een (vaak wrede)
cultuur. alleenheerser.
 Kolonie: een nederzetting buiten het eigen land,  Tragedie: theaterstuk meet een noodlottig
waar inwoners van het eigen land zich vestigen einde.
en er economische en/of bestuurlijke macht  Wetenschap: het begrijpen en verklaren van
hebben. een verschijnsel door het gebruik van het
 Komedie: theaterstuk dat bedoeld is om het verstand, waarnemingen en logisch redeneren.
publiek te laten lachen.  Zuil: stenen pilaar ter ondersteuning van een
 Landbouw stedelijke samenleving: een gebouw.
samenleving waarin veel mensen op het

Tijdvak 2: Tijd van Grieken en Romeinen
4. De ontwikkeling van het wetenschappelijk denken en het denken over burgerschap en politiek in de
Griekse stadstaat
5. De groei van het Romeinse Imperium waardoor de Grieks-Romeinse cultuur zich in Europa
verspreidde
6. De klassieke vormentaal van de Grieks-Romeinse cultuur
7. De confrontatie tussen de Grieks-Romeinse cultuur en de Germaanse cultuur in Noordwest-Europa
8. De ontwikkeling van het Jodendom en christendom als de eerste monotheïstische godsdiensten




Paragraaf 2.1 politiek en burgerschap in de Griekse wereld - KA
4
850 v. Chr. Griekenland bestond uit zelfstandige stadstaten; poleis. Hoewel deze vaak oorlog voerden,
vereerde ze zelfde goden en hadden ze dezelfde taal en verhalen (onderdeel Griekse beschaving).
Griekse cultuur verspreidde en ontwikkelde zich snel: 750 v. Chr. bevolkingsgroei, waardoor een
voedseltekort ontstond. Een deel vd bevolking ging koloniën stichten, er ontstond een netwerk van
stadstaten die contact hadden met andere volken  culturele kruisbestuiving vd Griekse cultuur.

De stadstaten waren zelfstandig, waardoor de manier van regeren verschilde per polis

, Eerst door een monarchie, de macht lag bij de koning door erfopvolging. Daarna kregen de edelen de
belangrijkste bestuursfuncties in handen. Dit kwam voornamelijk door hun belangrijke militaite rol en
hun afstamming. Dankzij hun rijkdom konden zij een wapenuitrusting bestalen en konden de polis
beschermen. Er was sprake van een aristocratie. Door de groeiende welvaart konden meer mensen
een wapenuitrusting kopen en nam de aristocratie af. Doordat er meer mensen een actieve rol in het
leger hadden, maakten meer inwoners aanspraak op burgerschap. Zij kregen politieke rechten en
mochten lid worden van een volksvergadering (Sparta volksvergadering, raad van oudsten, 5
opzichters, 2 koningen).
In de stadstaten waarin adel burgerschap tegenhield, greep een alleenheerser vaak de macht met
goedkeuring ontevreden bevolking  tirannie. Doordat ook veel wrede tirannen aan de macht
kwamen, waardoor de tirannie een negatieve klank kreeg in Griekenland.

Toen in 509 v. Chr. een tiran werd verdreven in Athene, ontstond de democratie. Het volk dat
burgerschap heeft, heeft de macht en neemt politieke beslissingen. De vrouwen, slaven en inwoners
van niet Atheense afkomst waren hiervan uitgesloten. Mannen met burgerschap waren gelijk, ongeacht
inkomen, beroep, afkomst. Zij mochten spreken en stemmen in de volksvergadering.

Om te voorkomen dat de macht in handen van een kleine groep valt werden belangrijke functies door
loting verdeeld: iedereen kon bijv. in raad van 500 komen. Die raad had de dagelijkse leiding over polis
en deden voorstellen waarover volksvergadering stemde. Om te kunnen stemmen moest de burger
persoonlijk aanwezig zijn bij de vergadering, er was sprake van een directe democratie.
Ter bescherming vd democratie was er het schervengericht : in de volksvergadering kon er gestemd
worden op iemand die weg moest uit de volksvergadering, diegene werd 10 jaar verbannen.

In het einde vd 6de eeuw hadden de Griekse poleis oorlog met de Perzen. Griekse poleis samenwerken
tegen een gemeenschappelijke vijand en wonnen hierdoor vh Perzische leger. De poleis moesten zich
aansluiten bij hegemonie Athene of Sparta, waartussen in 430 tot 404 v. Chr. oorlog was.

338 v. Chr. verslaat Philippos van Macedonië de Griekse poleis. Zij mochten niet langer hun
buitenlandse politiek bepalen. Om vertrouwen te winnen wil hij wraak nemen op Perzië. Zijn zoon,
Alexander de Grote, doet dit vanaf 334 v. Chr.(veroverde gebied van Egypte tot India. Toen hij stierf
viel dit gebied uiteen in 3 koninkrijken (Egypte, Azië, Macedonië & Griekenland). De Grieken die daar
woonden verspreide de Griekse cultuur: hellenisme.



Paragraaf 2.2 wetenschappelijk denken - KA 4
In de 5e en 4e eeuw v. Chr. was Athene het brandpunt vd Griekse beschaving, uit hele wereld mensen
naar Athene. Grieken zochten aanvankelijk oorzaken van verschijnselen bij goden en mythes (Zeus,
onweer). In de 6e eeuw v. Chr. gingen zij naar andere (natuurlijke) oorzaken zoeken 
wetenschappelijk denken/ filosofen  filosofie vroeger = wetenschap nu. Men ging de werkelijkheid
systematisch onderzoeken en die verklaren m.b.v. eigen waarneming en logisch redeneren.
Socrates: mensen ondervragen, je weet niets zeker
Plato & Aristoteles: richten beide een school op

Natuurfilosofen waren opzoek naar een oerstof waaruit alles zou bestaan:
 Thales: oerstof water, levende wezens bestaan groot deel uit water
 Democritos: oerstof niet waarneembaar, atoma
 Pythagoras: wereld uit te drukken in (verhoudingen tussen) getallen

Er waren artsenscholen waar er werd geleerd om naar natuurlijke oorzaken van ziektes te zoeken:
Hippokrates: gezondheid hing samen met juiste verhouding 4 lichaamsvochten: bloed, slijm, gele gal
en zwarte gal  verstoord = ziekte

Wetenschappelijk denken verspreidde zich over hellenistische gebieden na de veroveringen van AdG.
In bibliotheken studeerden wetenschappers over exacte wetenschappen, medische wetenschappen
werden opgedaan bij experimenten op mensen.



Paragraaf 2.3 het imperium Romanum - KA 5,7
Volgens een mythisch verhaal was Rome via Romulus en Remus ontstaan. Er zijn meer verhalen over
de geschiedenis, maar het is onzeker hoeveel hiervan waar is.
509 v. Chr. laatste koning Rome verjaagd, vanaf toen was Rome een republiek. De adellijke families
hadden de macht. De romeinen veroverde een groot rijk, de mensen wilden meer macht en status +
voordelen gebiedsuitbreiding: meer belastinginkomen, meer landbouwgrond en meer slaven.

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller finettelebouille. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $3.51. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

61001 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$3.51
  • (0)
  Add to cart