4. ANTIPSYCHOTICA – GEGEVENS OVER DOELTREFFENDHEID EN
ONGEWENSTE EFFECTEN 47
4.1. INDICATIES ANTIPSYCHOTICA 48
4.2. CONTRA-INDICATIES & INTERACTIES 49
1
,1. Inleiding
2 groepen geneesmiddelen:
In het algemeen heeft elk medicijn heeft wel zijn eigen voor-en nadelen,
effectiviteiten maar we gaan ze in deze groep onderverdelen in deze 2 groepen
1. Conventionele of typische antipsychotica ( = neuroleptica)
Fenothiazinen & thioxanthenen
Butyrofenonen & difenylpiperidinen
Benzamides
oude antipsychotica
2. Nieuwere atypische antipsychotica
Deze namen wijzen op de chemische structuur
Het is een belangrijke klasse van psychofarmaca
Behandeling bij uitstek voor mensen met schizofrenie. Maar ook bij
behandeling van acute manie kan dit gebruikt worden
Vroeger werd dit ook de zware kalmeermiddelen genoemd = majeure
tranquillisers
Antipsychotica wordt voor veel meer gebruikt dan alleen shizofrenie maar wel
ontwikkeld om in eerste instantie schizofrenie te behandelen
EXAMEN
Namen niet echt vanuiten leren maar als je er iets van leest dan ga je die
woorden wel terug vinden
Vertegenwoordiger kennen van nieuwe en oude klasse
2. Schizofrenie
2.1. Symptoomdimensies
2
,Symptoomdimensies/clusters die kunnen optreden
We kunnen die ook correleren met bepaalde gebieden in de hersenen =
meso limbische pathways en corticale pathways
o De mesolimbische projecties: gaan we nodig hebben om positieve
symptomen te begrijpen. Deze belangrijk is belangrijk om het ontstaan
van positieve symptomen te begrijpen. Welke circuits zijn ontregelt in
de hersenen? Dit is belangrijk zodat we weten welke medicatie we
kunnen gebruiken omdat opnieuw te kunnen bijregelen. Deze baan
vertrekt vanuit hersenstam ( vanuit ventrale tegmentale regio) en die
in nucleus accumbens toekomt.
o Mesocorticale projecties zijn belangrijk om te begrijpen dat naast de
wanen en hallucinaties zich ook negatieve symptomen kunnen
voordoen depressie. Bij negatieve symptomen zit de nucleus
accumbens er ook voor iets tussen ( bv. Gebrek aan genieten) maar
zeker ook gebeiden van prefrotnale cortex zijn belangrijk. Er is hypo
activatie van bepaalde delen van prefrontale cortex als we kijken naar
depressie. We gaan zien dat ook bepaalde negatieve symptomen bij
schizofrenie te wijten zijn aan hypo activatie van bepaalde delen van de
prefrontale cortex.
o Ook nog andere delen van de hersenen zijn betrokken!
Dorsolaterale prefrontale cortex = als er daar afwijkingen zijn kan
dit tot cognitieve symptomen lijden
Bij agressie zijn oa orbitpfrontale cortex, amygdala betrokken
Ook corticale gebieden bij affectieve stoornissen, ook limbische
regio’s betrokken
We gaan ons vooral focussen op positieve symptomen en de gebieden in de
prefrontale cortex die hypo actief zijn en die tot bepaalde negatieve symptomen
kunnen gaan lijden
3
,2.2. Schizofrenie
Schizofrenie (0.5-1% van de bevolking) = meest voorkomende vorm van
psychose
Verlies van perceptie van de werkelijkheid, patiënt leeft in zijn eigen
wereld
Sterk genetische component
Type I of positieve symptomen = zaken die erbij komen
o Wanen = foute overtuigingen tgv onjuiste gevolgtrekking
Ze maken dit op adhv bepaalde historie en wat ze zien
o Hallucinaties (zintuiglijk, vnl auditieve)
Bv. Stemmen in het hoofd komt veel voor
= Zintuigelijke gewaarwordingen die niet correct zijn
Type II of negatieve symptomen = zaken die ze verloren zijn.
Emoties en affecties die we zouden moeten hebben maar die
afwezig zijn
o Afgevlakt/afgestompt affect
Ze gaan niet blij rond iemand zijn nek vliegen en knuffelen
o Anhedonie = onvermogen om genot te ervaren
Ook symptomen van depressie komen vaak voor
o Alogie = moeilijkheden met het opbouwen van zinnen, verhaal
o Gebrek aan wilskracht
o Sociale isolatie
Cognitieve stoornissen; Angst; Depressie; Agressie
Opmerking
Elke patiënt heeft patiënt heeft positeve symptomen
o Andere symptomen variëren een beetje afhankelijk van de patiënt
Symptomen kunnen we in verschillende cluster opdelen: postiiteve
symptomen, negatieve symptomen, affectieve symptomen, cognitieve en
agressieve symptomen die in meer of mindere mate voor komen bij de
patiënt
o Niet elke psychotische patiënt is super agressief maar het is een
symptoom cluster dat kan voorkomen
o Zeker afwijkingen in type 1 of type 2 symptomen want dat maakt dat
die patiënt juist psychotisch is
3. Neurobiologie van schizofrenie
3.1. Inleiding vorig jaar
4
, Dit is een inleiding waarbij men gaat kijken naar afwijkingen binnen het
dopaminerg en glutaminerg systeem
o Hoe heeft men dat beginnen begrijpen en welke neurobiologische
systemen betrokken zijn bij psychose
o Later gaan we zien hoe drugs werken maar we zullen het ook hebben
over amfitamine effecten
Bepaalde effecten van amfitamines kunnen ook tot hallucinaties
lijden
Op basis daarvan heeft men gevonden dat er afwijkingen zijn op
dopaminerg systeem
o Die afwijkingen zullen ertoe leiden dat die patiënten psychotische
stoornissen vertonen
Daarom gaan we kijken naar de dopamine en glutaminerge
neurotransmissie (wat zijn de receptoren daar, wat zijn de
metaboliserende enzymen, …)
Dopamine D2 receptor agonist = werkingsmechanisme van antipsychotica
Al die stoffen kunnen ook effecten van amfitamines gaan afblokken en dus
ook de postitieve symptomen van de patiënten verbeteren
o Die effecten alleen zijn onvoldoende om al die andere clusters van
negatieve symptomen en effecten te gaan behandelen
Vandaar dat in nieuwere onderzoeken ook interacties zijn gezien
met bv MNDA antagonisten bv (phencyclidine) die werkt in op
glutamaat systeem en die veroorzaakt niet alleen positieve wanen
en hallucinaties maar ook negatieve symptomen en cognitieve
stoornissen als je die drug tot u neemt
Als je dan dat gaat proberen te behandelen met de oude
antipsychotica ga je zien dat het niet verbeterd omdat er andere
pistes in zitten
5
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Jenvdevo. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.20. You're not tied to anything after your purchase.