100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Alles wat je nodig hebt voor Inleiding Strafrecht! Cijfer: 8 $5.04
Add to cart

Summary

Samenvatting Alles wat je nodig hebt voor Inleiding Strafrecht! Cijfer: 8

 26 views  2 purchases
  • Course
  • Institution
  • Book

Inhoud: - Problemen - Hoorcolleges - Overige leerstof ‘Grondtrekken van het Nederlandse Strafrecht’ - Webcasts - Arresten - Vragenlijst om te checken of je alles snapt!

Preview 4 out of 79  pages

  • No
  • M.u.v. h11
  • January 23, 2023
  • 79
  • 2022/2023
  • Summary
avatar-seller
INLEIDING STRAFRECHT – BLOK 3


Rosalie van Laar
536268rl
Erasmus Universiteit Rotterdam
Criminologie – B2




Inhoud:
- Problemen
- Hoorcolleges
- Overige leerstof ‘Grondtrekken van het Nederlandse Strafrecht’
- Webcasts
- Arresten




Webcast 1 – structuur strafbaar feit

1

,  Vier voorwaarden voor de vaststelling van strafbaarheid (vierlagenmodel)
o Er moet aan alle cumulatieve voorwaarden worden voldaan
 Een menselijke gedraging;
 Die binnen een wettelijke delictsomschrijving valt;
 Die wederrechtelijk is;
 In strijd met het objectieve recht
 En aan schuld te wijten is (verwijtbaarheid).
 De verdachte had anders kunnen handelen, maar heeft dit niet gedaan. Het
strafbare handelen was te vermijden en dat valt de verdachte te verwijten.
 Verwijtbare vermijdbaarheid of vermijdbare verwijtbaarheid
 Enige subjectieve voorwaarde: persoon van de dader
 Ideaaltypische delictsomschrijvingen en niet-ideaaltypische delictsomschrijvingen
o Bij ideaaltypische delictsomschrijvingen
 Laag 1 en 2: bestanddelen
 Deze twee voorwaarden moeten door de rechter bewezen worden geacht
 Laag 3 en 4: elementen
 Deze twee voorwaarden hoeven niet te bewezen worden geacht, maar
worden bewezen geacht wanneer de bestanddelen (laag 1 en 2) zijn bewezen.
o Bij niet-ideaaltypische delictsomschrijvingen
 Mag de rechter laag 3 en 4 (wederrechtelijkheid en/of verwijtbaarheid) niet
veronderstellen en moet dit bewezen worden; de lagen behoren tot een bestandsdeel
 Formulering belangrijk: vaak in de wet ‘wederrechtelijk’ of ‘aan schuld te wijten’
vermeld. Dit betekent dat deze bestanddelen uitzonderlijk moeten worden bewezen.

Webcast 2 – opzet culpa
 Schuldvormen in de wet (subjectieve delictsbestanddelen)
o Opzet (zie art. 287 Sr)
 ‘Hij die opzettelijk een ander van het leven berooft’
o Culpa (zie art. 307 Sr)
 ‘Hij aan wiens schuld de dood van een ander te wijten is’
 Opzet
o Willens en wetens
 Dader wist dat hij deed en wilde dat
o Opzet is kleurloos: het gaat niet om het onderliggende motief van de dader
o Bewijsgradatie van opzet
 Voorwaardelijke opzet
 Wordt ook opzet met mogelijkheidsbewustzijn genoemd
 Willens en wetens de aanmerkelijke kans op het strafbare gevolg aanvaarden
 De verdachte neemt het mogelijke gevolg op de koop toe (= onbedoeld
gevolg accepteren)
 Wanneer is een kans aanmerkelijk te noemen?  hoorcollege
 Culpa
o Onachtzaamheid of onvoorzichtigheid
o Culpa ziet niet toe op de wil van de verdachte; de wil van de verdachte op het strafrechtelijke
gevolg is niet aanwezig
o Lager strafmaximum
o Bewijsgradaties van culpa
 Onbewuste culpa
 Persoon denkt niet na over zijn handelen, maar had dit wel moeten doen. Het
is hem te verwijten, omdat hij het had kunnen en moeten vermijden
 Bewuste culpa
 Persoon denkt wel na over zijn handelen, maar gelooft ten onrechte in een
goede afloop
 Geen wil aanwezig!
o Automobilist denkt dat hij sneller is dan de fietser, maar rijdt fietser
aan
 Roekeloosheid
 Zwaarste vorm van culpa
 Moet afzonderlijk door wetgever zijn benoemd in de wet (art. 308 lid 2 Sr)

2

,  Komt terug in B2 vak materieel strafrecht
 Verschil voorwaardelijke opzet en bewuste culpa
o Bij bewuste culpa is er geen wil-element, bij voorwaardelijke opzet wel
o Altijd belangrijk om het wil-element te bewijzen/te kijken of deze aanwezig is
 Verwijtbaarheid is vast onderdeel van culpa
o Verwijtbaarheid is hierbij dus geen element, maar een bestandsdeel
o Culpoze delicten zijn dus niet-ideaaltypische delictsomschrijvingen
 Verwijtbaarheid is geen onderdeel van opzet
o Opzet en verwijtbaarheid dienen los te worden beschouwd
o Er kan van willens en wetens handelen sprake zijn, zonder dat er sprake is van verwijtbaarheid
 Verdachte heeft in psychose iemand van het leven beroofd, maar kan juridisch geen
verwijt worden gemaakt wegens ontoerekeningsvatbaarheid.
o Verwijtbaarheid is hierbij dus niet (altijd) een bestanddeel, maar (meestal) een element

Kronenberg & de Wilde (2022) – hoofdstuk 1, 2 en 3
 Doelen van straffen
o Vergelding
o Preventie
 Speciale preventie: voor de dader afschrikking om niet nogmaals in aanraking te
komen met justitie
 Generale preventie: voor de rest van de samenleving een afschrikking om in
aanraking te komen met justitie
 Sanctierecht heeft betrekking op de voorwaarden waaronder bepaalde straffen mogen worden opgelegd
en ten uitvoer gelegd. Zowel in Wetboek van Strafrecht als -vordering.
 Omdat de wet algemene regels moet geven, is zij soms wat vaag. In individuele zaken zal een rechter
moeten uitmaken of het concrete gedrag van een verdachte onder een delictsomschrijving te brengen
valt. In moeilijke gevallen moet hij de wet interpreteren:
o Belangrijkste interpretatiemethoden:
 Wetshistorische interpretatie  kijken naar totstandkoming wet in historisch context.
Vaak gekeken naar memorie van toelichting.
 Grammaticale interpretatie  taalkundige betekenis en zinsverband.
 Systematische interpretatie  de wet wordt uitgelegd aan de hand van de systematiek
van de wet.
 Teleologische interpretatie  gekeken naar het doel van het wet(gever).
 Vaak wordt een combinatie van de interpretatiemethoden gebruikt.
 Opzet
o Graden van opzet (de lichtste vorm van opzet zorgt nog steeds voor vervulling bestanddeel
opzet!)
 Opzet met bedoeling
 Voorwaardelijke opzet (hoorcollege)
 Opzet met noodzakelijkheidsbewustzijn
 Zekerheid dat een strafbaar gevolg optreedt en de handeling alsnog
uitvoeren, alleen niet met dit strafbare gevolg als oogmerk.
 Bijvoorbeeld huis in brand steken voor het verzekeringsgeld, maar mensen
zullen sterven door deze daad.

Hoorcollege week 1
College 1.1 – introductiecollege
 Belangrijk: wanneer is iets strafbaar?
 Opiumwet is bijzondere wet; niet in WvS. Toch is opiumgebruik strafbaar.
 Een gemeente mag ook strafbaar stellen: in een APV (Algemene Plaatselijke Verordening).
 Reikwijdte strafrecht:
o Strafbaarheid/strafbaarstelling
o Opsporingsbevoegdheden
o Bestraffingsmogelijkheden
 Bronnen van strafrecht
o De verlichting – Beccaria
 Rechtszekerheid d.m.v. geschreven wetgeving
 Wetgeving dus de belangrijkste rechtsbron en kennisbron

3

,  Ook breder betekenis voor het strafrecht (literatuur Broers)
o Wetboek van Strafrecht 1886
o Wetboek van Strafvordering 1926
 Rode draad in B1: codificatiegeschiedenis en het belang van historische
context van het recht (literatuur van Das)
o Jurisprudentie
 Rechterlijke uitspraken, uitleg van de wet en de ‘leer’ die daaruit naar voren komt
 Ongeschreven (of niet meer? – literatuur Das) rechtsbeginselen:
 Beginselen van proportionaliteit en subsidiariteit
 Beginselen van een goede procesorde
 Gelijkheidsbeginsel
 Vertrouwensbeginsel
 Materieel – formeel strafrecht
o Materieel strafrecht (strafrecht)
 Regelt wie, voor welk gedrag en onder welke omstandigheden, strafbaar is en welke
sanctie kan volgen.
 Normstelling: strafbaar feit is schending van materiële norm
o Formeel strafrecht (strafprocesrecht)
 Regelt de opsporing, vervolging en berechting.
 Juridisch mogelijk maken en – tegelijkertijd – normeren van de strafrechtspleging
door de overheid.
 Oftewel: het wettig (ingrijpend) optreden van de overheid jegens de burger –
instrumentaliteit – en beperkt tegelijkertijd dat optreden – rechtsbescherming.
 Ad dat overheidsoptreden: opsporingsbevoegdheden toegekend aan ambtenaren en in
mindere mate ook aan burgers.
 Formeel en materieel sr lijken gescheiden vakgebieden, maar ze zijn onderling sterk verbonden →
o Formeel sr heeft een schakelfunctie tussen kort gezegd ‘een strafbaar feit en de op te leggen
sanctie’.
o Strafbaar feit met bijbehorende sanctiebepaling is ook van invloed op formeelrechtelijke
beslissingen.
o Sanctierecht (voorwaarden waarop de sanctie mag worden opgelegd en ten uitvoer gelegd)
zowel in het WbSr als WbSv
o Verdeling niet precies; sommige formele voorzieningen in WvS zoals ne bis in idem (art. 68
Sr)
o Die verbinding is een rode draad in dit vak!
 Materieel sr – WvS
o Boek I (algemene leerstukken)
 Art. 91 Sr – boek I is ook van toepassing op bij andere wetten of verordeningen
strafbaar gestelde feiten.
o Boek II (misdrijven)
o Boek III (overtredingen)
 Formeel sr – Wetboek van Strafvordering
o Zes boeken in de chronologie van het strafproces
o Thans is een grootscheeps moderniseringsproces gaande; hier volgt een afzonderlijk college
over
 Commuun strafrecht – bijzonder strafrecht
o Commuun: strikt genomen het geheel van strafbare feiten zoals omschreven in boeken II en III
WbSr.
o Bijzonder: bijzondere strafwetten zoals Opiumwet, WVW en WED (Wet Economische
Delicten), zorgfraude, milieurecht. Let op: genormeerd door boek I WbSr!
o En ze behelzen zowel materieel als formeel strafrecht! Bijv. (par. 1.5 studieboek):
 art. 8 WVW Verbod rijden onder invloed
 art. 163 WVW
 1. Bij verdenking dat de bestuurder van een voertuig heeft gehandeld in
strijd met artikel 8, kan de opsporingsambtenaar hem bevelen zijn
medewerking te verlenen aan een onderzoek….
 2. De bestuurder aan wie het bevel is gegeven, is verplicht ademlucht te
blazen in een voor het onderzoek bestemd apparaat
 Strafrechtelijk beleid

4

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller rosalielaar50. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $5.04. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

52510 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$5.04  2x  sold
  • (0)
Add to cart
Added