100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Uitgebreide collegeaantekeningen Gezinspedagogiek $3.25   Add to cart

Class notes

Uitgebreide collegeaantekeningen Gezinspedagogiek

 12 views  0 purchase
  • Course
  • Institution

Uitgebreide collegeaantekeningen van alle colleges van het vak gezinspedagogiek die ik volg bij Universiteit leiden.

Preview 4 out of 75  pages

  • January 23, 2023
  • 75
  • 2022/2023
  • Class notes
  • Shelley van der veek, lenny van rosmalen
  • All classes
avatar-seller
Colleges gezinspedagogiek
College 1
Wie of wat bepaalt hoe een kind zich ontwikkelt?
 Genetische kenmerken
 Gedeelde omgeving
 Unieke omgeving is alleen de invloeden die jij alleen meemaakt

Gedragsgenetica (in het kort)
 Probeert de grootte van de invloeden van genen (nature) en omgeving (nurture) op
het fenotype te schatten

Fenotype wordt gevormd door
 Gedeelde omgeving (C = common environment)
 Unieke omgeving (E = error)  alle fouten en dingen die we niet weten stoppen we
hier in
 Genen (G = genes)
- Tegenwoordig ook wel (A = additive genetic effect)

Genen en omgeving kunnen elkaar versterken
 Assortative mating  zoeken elkaar op dus daar zit een bepaalde selectie in. Dat hier
al een selectie plaatsvindt en dat mensen een aantal overeenkomsten hebben en die
opzoeken.
 Correlatie tussen genen en omgeving
- Kind kiest omgeving die bij hem past  die de genetische kant weer doet
versterken
- Omgeving kan uitkomst gen versterken
- Genetische bagage kind roept reacties omgeving op
- Sociale interactie met genetisch verwante personen  je groeit op in gezin
waarbij ze genetisch verwant zijn

Genen en omgeving kunnen elkaar versterken
 Interactie tussen genen en omgeving: GxO
- Genetische ontvankelijkheid bepaalt invloed van omgevingsinvloeden

Nature en nurture: differentiële ontvankelijkheid
 Als jij genetisch zo in elkaar zit dat invloeden van buiten
minder sterk binnen komt dan zit je op die paardenbloem
en kinderen die gevoeliger zijn die negatieve invloeden
zorgen dat ze op een slechte manier ontwikkelen, minder
positief
 Als er positieve invloeden spelen dan beinvloedt het kind
veel meer dan de paardenbloem.

De drie gebieden (G, C, E) beïnvloeden elkaar
 Ouders (C) invloed op keuze peers ( E )

,  Differentiele ontvankelijkheid (G) invloed op effect ouders ( C)  van die gevoelige
kinderen en minder gevoelige kinderen heeft invloed op hoeveel effect die ouders
hebben op het kind
 Monozygote tweeling (G) lokt eendere opvoeding uit ( C ) – G lijkt groter bij MZ 
die lokken ook dezelfde opvoeding uit. Dan lijkt de genetische component veel groter
dan bij een monozygote tweeling

Gezinspedagogiek: focus op het gezin
 Gedeelde omgeving  het gezin

Waarom leven wij in gezinsvorm? Leren van verre familie
 Verschil mens – aap?  wordt gekeken naar apen en hoe die zich hebben ontwikkelt.
- Taal?
- Gedeelde doelen en intenties?
 Ladygina Kohts  vrouw had zoontje en aapje en die waren even oud en die wilde
kijken wat het verschil was in ontwikkeling. Hield een dagboek bij hoe dat
ontwikkelde.

Leren van verre familie
 Friendschip & sign language
 Liefde belangrijker dan voeding met die aap

Grootste verschil: mensen zijn ‘the world’s experts at mind reading’
 ‘People participate with others in collaborative activities with shared goals and
intentions’ (Tomasello)  hoe mensen met elkaar omgaan, hij onderscheidde zich
van apen, de dieren die het dichtst bij ons staan. Mensen zijn heel bewust van wat
andere mensen doen en andere menden denken
 ‘People prefer to spend money on other people’ ( Dunn et al., 2008)  gelukkiger
geld besteden aan anderen dan dat je het aan jezelf besteedt
 Apen
- Begrip van doelen en intenties anderen
- Begrijpen wat anderen zien, horen
- Geen begrip van false-beliefs (kunnen niet voorspellen wat iemand gaat doen die
verkeerd geinformeerd is)  als iemand anders niet weet wat zij weten, ze gaan
er altijd vanuit dat zij het ook weten. Ze kunnen zich daar niet in verplaatsen

Sociale intelligentie
 Machiavellian intelligence hypothesis: gebruik maken van inside information (weten
wat een ander weet)  hebben bepaalde verwachtingen van wat de ander denkt en
daar ben jij dan mee bezig. Voortdurend bezig om te manipuleren met wat de ander
denkt of voelt.
 Machiavellian intelligence zichtbaar in gedrag:
- Iemand de schuld geven of vergeven
- Liegen of waarheid vertellen
- Bondjes sluiten
- Beloftes maken of breken
- Regels maken of overtreden

, - Iemand misleiden

Mensen zijn beter in mind-reading
 Waarom? Baby-mens andere zorg nodig dan baby-aap?

Een aap hoeft haar kind niet neer te leggen – mensen vaak wel
 Aap kan al vanaf dag 1 aan moeder hangen en dat kan baby niet.

Environment of Evolutionaire Adaptedness
 De EEA van een bepaalde soort is het geheel van de omgevingsfactoren waarin de
voorouders van die soort leefden en waaraan ze, na een lang proces van adapties en
natuurlijke selectie, aangepast waren  zijn gevormd in bepaalde periode, komt uit
bepaald environment waar we toen in hebben geleefd en je ontwikkelt bepaalde
zaken om je te kunnen handhaven en sommige dingen zijn nog steeds aanwezig door
de adaptedness. Is evolutietheorie.
 Gehechtheidsgedrag heeft overlevingswaarde
- Bowlby: nabijheid moeder (monotropie) essentieel voor overleven  monotropie
is vooral die moeder
- Maar: zorg door alloparents kan ook

‘Bowlbian stereotype’ van de altijd beschikbare moeder niet realistisch
 Je kan er als moeder niet altijd zijn

Infant survival: gehechtheid
 Bowlby: Infant survival depends on baby’s relationship with his mother  baby was
volledig afhankelijk van moeder, is daardoor ontstaan
 Hrdy: Infant survival depends on baby’s relationship with mother + others  meer
mensen nodig, moeder redt het in iedergeval niet in haar eentje

Bowbly- Ainsworth: kind vertoont gehechtheidsgedrag om te overleven
 Huilen
 Nabijheid zoeken
 Vastklampen

Lorenz ‘Kindchenschema’
 Kinderen zijn zo schattig, is evolutionair vertaald omdat we ze dan leuk vinden. Kind
heeft dat zo ontwikkelt.

Baby’s hebben extra skills nodig
 Baby’s van (mens)apen gaan nauwelijks zonder fysiek contact met moeder
 Baby’s van jagers-verzamelaars wel- ontwikkeling van skills
- Kijken/staren
- Interpreteren

, Evolutietheorie
 Kinderen groeien op afhankelijk van meerdere verzorgers  als een bepaald iemand
je het schattigste vindt dan kan je het beste daar naar kijken want dan wordt je het
beste verzorgt
 Natuurlijke selectie van degenen die beter waren in het lezen van andermans
mentale staat (wie helpt en wie niet?)

Baby’s klaar voor interactie
 Baby’s kijken al met een paar dagen oud naar plaatje dat op een gezicht lijkt

Face-to-face starten en imitatie
 Kunnen al gezichten na doen na een paar uur oud

Contact zoeken – stillface
 Beter in aandacht trekken? Beter in overleven (alloparenting)  die aandacht dat
moet continue aanblijven
 Emotional neglect: Spitz  onderzoek naar kinderen in vondelingen te huizen dat
ging niet goed die kregen gewoon te eten en verschoond enzo maar er was maar
weinig contact met verzorgers en die kinderen ontwikkelen zich helemaal niet goed.

Baby’s brabbelen, volwassen spreken ‘motherese’ (parentese)
 Niet alleen moeders, iedereen doet het automatisch
 !Kung: andere caregivers spreken meer/vaker motherese dan moeder zelf

Kortom
 Baby’s en verzorgers houden van nature contact in stand  zit allemaal in ons en
komt voort uit een drive
 Ontstaan om te overleven

The hunting hypothesis and the sex contract
 Die mannen gingen dan jagen en kwamen met eten thuis en vrouwen zaten thuis.
Mannen kwamen thuis en hadden dan eten. Vrouw zei ik slaap alleen van jou en
daardoor wist die dat die kinderen alleen van hem waren en daarom kwam man thuis
met eten

Hrdy: hunting hypothesis kan niet kloppen
 Mensen eten paar keer per dag
 Twee keer per maand groot beest is niet genoeg  kun je niet van leven
 Dus: vrouwen verzamelen en vangen kleine beesten
 ‘The needs of children outstrip what most fathers are able or willing to provide’

Niet mogelijk in je eentje genoeg eten te vinden – alloparents nodig
 Jagers-verzamelaars
 !Kung: 25% van tijd vastgehouden door anderen
 Aka en Efe moeders delen zorg met anderen (ook voor voeding)
 Schept emotionele band = verzekering
Terminologie Hrdy

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller AnnexD. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $3.25. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

64438 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$3.25
  • (0)
  Add to cart