100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Bestuursrecht (RR215) $6.51   Add to cart

Summary

Samenvatting Bestuursrecht (RR215)

 9 views  0 purchase
  • Course
  • Institution

bestuursorgaan, a orgaan, b orgaan, bestuursrecht, overheid, belanghebbende, normaddressaat, normadressaat, derde belanghebbede, openbaar gezag, bevoegdheid, besluit, delegatie, woonschepen, beginselen, vertrouwensbeginsel, gelijkheidsbeginsel, handhaving, toezicht, rechtsbescherming, schadevergoed...

[Show more]

Preview 2 out of 13  pages

  • January 23, 2023
  • 13
  • 2017/2018
  • Summary
avatar-seller
Bestuursrecht

Bestuursrecht is het geheel van regels dat betrekking heeft op de relatie tussen het
openbaar gezag – de overheid – en de burgers.

Eenzijdige beinvloeding van de overheid naar de burger. Het betreft een verticaal systeem.

Wie is de overheid?
In het bestuursrecht: alles dat niet bij de rechtspraak en wetgeving hoort volgens de Trias
politica. Het bestuur behartigt het algemeen belang.

Grondslagen van het bestuursrecht:
- democratische rechtsstaat: volksoevereiniteit, verantwoordelijkheid, openbaarheid van het
bestuur, inspraak.
- Rechtstaat: legaliteitsbeginsel:
Bevoegdheden worden toegekend door middel van de grondwet of een andere wet in
formele zin. Het bestuurs handelen dient in overeenstemming te zijn met (on)
geschreven recht.
Eingriffsverwaltung: daar waar de overheid een inbreuk maakt op onze rechten
Leistungsverwaltung: daar waar de overheid helpt.

Rechtszekerheid, gelijkheid en transparantie.) , waarborgen van de grondrechten,
scheiding,
PP

Specialiteitsbeginsel: 3:4 lid 1 AWB. Alleen de rechtstreekt bij een besluit betrokken
belangen moeten worden afgewogen. (Mevrouw Cupido uitspraak)
Rechtszekerheidsbeginsel: formeel en materieel.
Gelijkheidsbeginsel: gelijke gevallen gelijk behandelen, ongelijke naar mate van ongelijkheid.
Stelselmatigheidsbeginsel: consistent en consequent handelen.
Individuele rechtsbedeling: zorgvuldigheid 3:2
Doeltreffendheidsbeginsel en effectiviteitsbeginsel: EU recht heeft invloed op het
bestuursrecht en nationaal recht mag dit niet bemoeilijken.

Algemeen en bijzonder bestuursrecht (lex specialis  staan achter de AWB zoals
Vreemdenlingenwet).

Besluiten, belanghebbenden en bestuursorganen daar draait het om.

8:1 belanghebbenden kan in bezwaar op een besluit bij een bestuursrechter.

Bestuursorganen:
A-organen: art 1:1 lid 1 sub a en lid 2 AWB
Orgaan: zekere eigen taak en zelfstandige functie heeft en onder eigen verantwoordelijkheid
handelt (Kabinet Koningin uitspraak)
Eerst toets je sub a. rechterpersonen kunnen slechts handelen dmv organen. Ingevolge 2:3
BW kan je vinden of het om een rechtspersoon gaat. Maar ook openbare lichamen dus he.

B-organen: art. 1:1 lid 1 sub b: een persoon of college met enig openbaar gezag.
Artikel 2:1 BW RIKP: rechtspersoon ingesteld krachtens publiekrecht. Hiervoor wordt
gekeken naar 2:1 BW.

Eerst toets je of er sprake is van een a-orgaan. Daarna pas door naar b-orgaan. Je bent een
b-orgaan zodra je het openbaar gezag uitoefent.


1

, Openbaar gezag: je krijgt op basis van de wet openbaar gezag (VNG uitspraak)
Eén uitzondering: (Schilhol Regio uitspraak)

Het openbaar gezag is het uitoefenen van een publiekrechtelijke bevoegdheid
waarmee de rechtspositie van rechtssubjecten kunnen worden bepaald en dit een
publiekrechtelijke bevoegdheid heeft. Oftewel het kunnen verrichten van
publiekrechtelijke rechtshandelingen en dus het nemen van besluiten ex 1:3.

Onder omstandigheden kan een rechtshandeling een rechtshandeling krachtens publiekrecht
zijn:
Publieke taak criterium: Minister bepaalt en betaalt. In jurisprudentie uitgewerkt. Dit werd te
ruim en toen kwam Schiphol Regio met twee vereisten, inhoudelijke en financiële vereiste.
Inhoudelijke criteria voor het verstrekken van gelden wordt in beslissende mate bepaald door
een of meer a organen.
Financiele criteria het verstrekken van gelden wordt in overwegende mate gedaan door een
of meer a organen.

Belanghebbenden
1:2 lid 1 AWB
Degene wiens belang rechtstreeks bij een besluit is betrokken

Degene wiens: natuurlijke personen, bestuursorganen, organisaties, groepen zonder
rechtspersoonlijkheid zoals Occupy

Normadressaat of derde belanghebbende
Derde belanghebbende OPERA criteria:
- objectief: geen gevoel, toetsbaar feit
- Persoonlijk: voldoende mate van onderscheid van willekeurige anderen
Uitspraken: Haaksbergen kapvergunning (zicht en nabijheidscriterium);
Mestbassin (geur, gevolgen van enige betekenis); Zwarte Piet (geen
belanghebbende, maar zaaks overstijgend maatschappelijk juridisch belang)
Woningsluiting (geen procesbelang, maar zaak overstijgend maatschappelijk
juridisch belang)
- Eigen belang: niet voor een ander, tenzij gevolmachtigd
- Rechtstreeks: rechtstreeks causaal verband, parallel belang niet, afgeleid tegengesteld wel.
- Uitspraken: Afgeleid belang verhuurder (beperking eigendomsrecht = wel afgeleid
belang, en beperking Grondrecht dus daarom wel belang)
Maar geen parallel belang en een tegengesteld afgeleid belang is wel mogelijk. Geen belang
als het afzonderlijke effect van het besluit op zijn belang erg klein is.
- Actueel: enigszins zeker feit.

Rechtspersoon als belanghebbende, mede in aanmerking nemen : 1:2 lid 3.
Onder hun belang wordt mede gezien de algemene en collectieve belangenbehartiging die
zij voldoende specifiek en in het bijzonder behartigen. Dit blijkt uit hun statuten en feitelijke
werkzaamheden. Statuten moeten voldoende concreet zijn (Greenpeace).

Als rechtspersonen geadresseerd zijn, dan gewoon normadressaat.

Een bestuursorgaan handelend ten behoeve van het algemeen belang en niet zijn
persoonlijke belang. Welk algemeen belang zij behartigt is in de wet geregeld.
Bestuursorganen kunnen wel tegengestelde belangen hebben.

Een rechtspersoon kan ook belanghebbende zijn. Uiteraard als normadressaat. Maar onder
hun belang valt naast hun eigen, persoonlijke en objectieve belang, ook de algemene en
collectieve belangen die zijn krachtens hun doelstellingen en feitelijke werkzaamheden in het

2

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller sanderam. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $6.51. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

64438 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$6.51
  • (0)
  Add to cart