100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Geschiedenis havo vwo 3 hoofdstuk 2 en 3 werkplaats $3.25   Add to cart

Summary

Samenvatting Geschiedenis havo vwo 3 hoofdstuk 2 en 3 werkplaats

 12 views  0 purchase
  • Course
  • Level

hierbij een complete samenvatting van geschiedenis havo 3 en ook vwo 3 van werkplaats, het is een mooie samenvatting die jou gaat helpen, ik heb met deze samenvatting een 9,2 gehaald, de samenvatting is ook erg goedkoop

Preview 2 out of 6  pages

  • January 23, 2023
  • 6
  • 2022/2023
  • Summary
  • Secondary school
  • 3
avatar-seller
S2 begrippen

● nationaalsocialisten; aanhangers van de NSDAP en de ideeën van Hitler (nazi’s)

● antisemitisme; haat tegen joden

● SA; Afkorting van Sturmabteilung (stormafdeling). Knokploeg van de NSDAP. Hitler liet in 1934 de
SA-leiders doden.

● SS; Afkorting van Schutzstaffel (bescherming afdeling). Eerst alleen persoonlijke lijfwacht Hitler,
later een elite onderdeel van het Duitse leger.

● Rijksdagbrand; De brand in de Rijksdag, het duitse parlementsgebouw in Berlijn, op 27 februari
1933. De brand werd door de nationaalsocialisten gebruikt om de communisten te vervolgen.

● machtigingswet; wet die Hitler de macht gaf om Duitsland zonder tussenko,sy van het parlement te
besturen.

● concentratiekampen; kamp waarin gevangenen onder slechte omstandigheden dwangarbeid
moesten verrichten.

● indoctrinatie; het systematisch aanleren van ideeën van een bepaalde groep of partij.

● totalitaire staat; een manier regeren waarbij de staat het leven van de mensen van een land
volledig beheerst. samenvatting 2 Na de eerste wereldoorlog waren veel duitsers teleurgesteld. Bij
het Verdrag hadden ze de schuld gekregen van de oorlog en verloren ze grote stukken land en
kolonies. En ze moesten hoge herstelbetalingen betalen aan de geallieerden, en het beroepsleger
kleiner maken. De democratische regering kon de crisis na de oorlog niet meteen oplossen.
Conservatieve politici gaven hun de schuld van de nederlaag. Maar de Duitse communisten meenden
dat het tijd was voor de revolutie. Waardoor de Republiek van Weimar tussen 2 vuren zat. Hierdoor
werd in 1919 in München de NSDAP opgericht, waarvan Hitler de leider werd. De aanhangers van
deze partij werden nationaalsocialisten genoemd. De belangrijkste kenmerken waren;

● Er moest 1 partij komen met 1 leider; Hitler en zijn partij, de NSDAP. Hij zou als leider het volk uit de
ellende naar een nieuwe toekomst leiden, waarin ze met respect werden behandeld. Democratie
leverde niks op dus moest er 1 leider zijn om daadkrachtig te regeren.

● nationalisme. De NSDAP wilde alle gebieden opeisen waar Duitsers woonden, zodat er 1 groot
Duits Rijk zou ontstaan. Duitsers moesten zich niet laten kleineren, zoals er gebeurde in het verdrag.
● militarisme. De NSDAP verheerlijkten oorlog en het leven als een soldaat. Tijdens de strijd kon
iemand zich bewijzen en leiderschap tonen. De nationaal socialisten hadden een eigen knokploeg,
waarvan de leden een uniform droegen.

● rassenleer. De nationaalsocialisten wilden Duitsland weer groot maken, maar Joden, Sinti en Roma
vormden volgens hen een gevaar voor het superieure Arische ras. En dit zou verzwakt raken door
vermenging met lager rassen soorten. Joden die verspreid over europa woonden, konden volgens de
nationaalsocialisten bovendien geen goede Duister zijn. Het antisemitisme van de
nationaalsocialisten zou leiden tot een van de grootste misdaden van de geschiedenis. Voor 1929 had
de NSDAP niet veel aanhangers. Maar toen de werkloosheid door de crisis toenam, groeide de
populariteit door slimme propaganda bijvoorbeeld via de radio maakte Hitler duidelijk dat hij een
einde zou maken aan de werkloosheid en de schande van het verdrag. Knokploegen als de SA
(bruinhemden)probeerden tegenstanders te intimideren. Daarna werd vooral de SS (zwarthemden)
gebruikt. De SA-leider liet Hitler in 1934 doden, omdat ze te machtig werden. Bij de

, parlementsverkiezingen in juli 1932 werd de NSDAP de grootste partij. Een half jaar later op 30
januari 1933 werd Hitler benoemd tot rijkskanselier. Een maand later stond de Rijksdag in de brand.
De Nederlandse communist Marinus van der Lubbe werd voor de brand veroordeeld (nooit zeker).
Hitler gebruikte de brand om Duitse communisten systematisch op te pakken en gevangen te zetten.
Ook beperkt hij belangrijke grondrechten zoals vrijheid van meningsuiting. Vervolgens schreef hij
nieuwe parlementsverkiezingen uit. Bij die verkiezingen stemde 44% op de NSDAP. Hitler stelde
daarop een machtigingswet, een wet die hem de macht gaf om zonder parlement te regeren. Door
parlementsleden van andere partijen op te sluiten of te bedreigen, verkreeg Hitler voldoende
stemmen voor onbeperkte macht. Direct na zijn machtsovername in 1933 verbood Hitler andere
politieke partijen. Politieke tegenstanders werden in gevangenissen en concentratiekampen gestopt.
Ook kritische journalisten werden opgepakt en van vrije pers was dus al snel geen sprake meer van.
De nazi’s bepaalden wat er in de kranten stond en water op de radio en in films werd gezegd. De SS,
de politie en de geheime dienst werden ingezet om burgers te controleren. Alle verenigingen kwamen
onder de controle van de nationaalsocialisten. Het Nationale Arbeidsfront de vakbond van de NSDAP,
verving alle vakbonden. Dat gebeurde ook met jeugdverenigingen. Kinderen gingen voortaan naar de
Hitlerjugend of de Bund Deutscher Mädel van de NSDAP. Op scholen en in jeugdverenigingen werd
indoctrinatie gebruikt om kinderen op te voeden tot goede nationaalsocialisten. Duitsland was een
totalitaire staat geworden een staat die het leven van de inwoners volledig beheerste en
controleerden. Om de Duitse economie weer goed te krijgen nam Hitler maatregelen zoals; het
stoppen van de herstelbetalingen aan het buitenland, voerde de dienstplicht weer in en stimuleerden
oorlogsindustrie. Dit was allemaal niet toegestaan door het verdrag. Alle mannen die 18+ waren
moesten verplicht 6 maanden arbeidskamp doen. Zij legden bijvoorbeeld snelwegen aan of werkten
in de oorlogsindustrie. S3 begrippen

● asmogendheden; Duitsland, Italië en Japan: zij waren tijden de TWO bondgenoten.

● Anschluss; aansluiting van Oostenrijk bij Duitsland in 1938.

● Conferentie van München; bijeenkomst in 1938 waarbij Engeland en Frankrijk toestonden dan
Hitler sudetenland innam, op voorwaarde dat er vrede zou blijven in Europa

● Lebensraum; levensruimte. Volgens de nationaalsocialisten hadden de Duitsers recht op een
gebiedsuitbreiding in Oost-Europa.

● Tweede Wereldoorlog; Oorlog van 1939 tot 1945 tussen de asmogendheden en de geallieerden.

● geallieerden; Bondgenootschap van Engeland, de Sovjet-Unie, de VS en andere landen, dat tijdens
de TWO vocht tegen de asmogendheden.

● D-day; geallieerden landing in Normandië op 6 juni 1944, met als doel de Duitsers te verslaan.
samenvatting 3 Toen Hitler aan de macht kwam draaide hij het verdrag grotendeels terug. In 1936
stuurde hij soldaten het Rijnland binnen, een Duits gebied aan de grens met Frankrijk en België. Ook
sloot hij een bondgenootschap met Mussolini. Die 2 landen heetten nu asmogendheden, omdat ze
allebei op de as van Europa lagen. In maart 1938 marcheerden Duitse troepen Oostenrijk binnen.
Deze Anschluss van Oostenrijk bij Duitsland was de eerste uitbreiding van het Duitse Rijk. Hitler wilde
alle duitssprekende landen in zijn rijk, daarom eiste hij ook Sudetenland op, het grensgebied met
Tsjecho-Slowakije. Sudetenland was een belangrijk industriegebied en er lagen ook
verdedigingswerken. Tsjecho-Slowakije had een verdrag met Frankrijk en Engeland om te helpen bij
een aanval, maar beide landen wilde een oorlog voorkomen. Hierover werd in september 1938 de
Conferentie van München gehouden. Frankrijk en Engeland vergaderde met Hitler en Mussolini en
spraken af dat Hilter Sudetenland zou krijgen in ruil voor vrede. Maar in maart 1939 bezette het

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller liam9. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $3.25. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

64438 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$3.25
  • (0)
  Add to cart