Samenvatting van PRAKTISCHE ECONOMIE, module 7 en eindexamen Domein H: Welvaart en Groei. In deze module staan begrippen centraal als bbp, bruto binnenlands product, de economische kringloop, macro-economische balansvergelijking, welvaart.
LET OP: De macro-economische balansvergelijking hoort sind...
Domein H, module 7 – welvaart en groei
1 Spelers en hun spel: de economie
1.1 Binnenlands product
• De belangrijkste macro-economische grootheid is het bruto binnenlands product
(bbp). De definitie hiervan luidt: de waarde van alle in een land geproduceerde
goederen en diensten in een jaar. Om het bbp te berekenen kijk je naar de waarde
die productie toevoegt aan de producten: de bruto toegevoegde waarde.
𝒃𝒓𝒖𝒕𝒐 𝒕𝒐𝒆𝒈𝒆𝒗𝒐𝒆𝒈𝒅𝒆 𝒘𝒂𝒂𝒓𝒅𝒆 = 𝑻𝑶 − 𝒌𝒐𝒔𝒕𝒆𝒏 𝒊𝒏𝒈𝒆𝒌𝒐𝒄𝒉𝒕𝒆 𝒈𝒐𝒆𝒅𝒆𝒓𝒆𝒏/𝒅𝒊𝒆𝒏𝒔𝒕𝒆𝒏
• De bruto toegevoegde waarde geeft aan wat er tijdens het productieproces is
toegevoegd aan de ingekochte goederen en diensten. Dit is niet de winst van een
onderneming, want daarvoor moet je nog de kosten van alle andere
productiefactoren afhalen van de bruto toegevoegde waarde.
• De optelsom van alle bruto toegevoegde waarden in een land gedurende een
jaar is het bbp.
• Bedrijven schrijven af op kapitaalgoederen. De afschrijvingen verlagen de waarde
van de kapitaalgoederen. De bruto toegevoegde waarde houdt geen rekening met
afschrijvingen.
𝒏𝒆𝒕𝒕𝒐 𝒕𝒐𝒆𝒈𝒆𝒗𝒐𝒆𝒈𝒅𝒆 𝒘𝒂𝒂𝒓𝒅𝒆 = 𝒃𝒓𝒖𝒕𝒐 𝒕𝒐𝒆𝒈𝒆𝒗𝒐𝒆𝒈𝒅𝒆 𝒘𝒂𝒂𝒓𝒅𝒆 − 𝒂𝒇𝒔𝒄𝒉𝒓𝒊𝒋𝒗𝒊𝒏𝒈𝒆𝒏
• Zo geldt ook:
o nbp = bbp – afschrijvingen
Hogere lastendruk à minder inkomen à minder vraag à minder productie à bbp
lager
1.2 Binnenlands inkomen
• Zij, die de productiefactoren leveren, krijgen de netto toegevoegde waarden in zijn
geheel uitbetaald.
- De netto toegevoegde waarde wordt in zijn geheel gebruikt om beloningen van
productiefactoren uit te betalen, en de optelsom van de beloningen is het nbi.
Daardoor: nbi = nbp
- Als rekening wordt gehouden met de oorsprong van de productiefactoren kan het
inkomen van Nederlanders worden bepaald. In dat geval spreek je van het nationaal
product en nationaal inkomen.
• Zij, die de productiefactoren leveren, krijgen de netto toegevoegde waarden in zijn
geheel uitbetaald.
Y = nationaal inkomen O = overheidsbestedingen
B = belastingen afdragen E = export
C = consumptie bij bedrijven I = geld geleend voor investeringen
S = sparen M = import
- In de economische kringloop zijn er veel actoren. Er worden een paar aannames
gedaan:
o Iedereen woont in een gezin, of wordt daarin ondergebracht.
o Onderscheid tussen investeringen:
§ Netto-investeringen (ene bedrijf naar andere bedrijf)
• Nog een aanname: bedrijven lenen geld voor investeringen = I
§ Vervangingen (afschrijven)
- Er volgen drie economische identiteiten hieruit:
o 1e economische identiteit vanuit bedrijven
𝒀=𝑪+𝑰+𝑶+𝑬−𝑴
consumptie + investeringsleningen + overheidsbestedingen + exportgelden – importgelden
o 2e economische identiteit vanuit gezinnen (subjectieve methode)
𝒀=𝑪+𝑺+𝑩
consumptie + sparen + belastingen
o 3e economische identiteit macro-economische balansvergelijking
𝑺 − 𝑰 + 𝑩 − 𝑶 = (𝑬 − 𝑴)
primaire sector + overheidssaldo = buitenland
- er is maar één geldhoeveelheid
- (B-O) kan enkel tekort hebben als (E-M) of (S-I) overhouden
- in werkelijkheid wordt er door banken extra geld gedrukt bij overheidstekort
1.4 Nationale rekeningen
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller tahrimramdjan. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.35. You're not tied to anything after your purchase.