Week 37
Metabolisme (stofwisseling)
= geheel van biochemische reacties in de levende cellen
2 vormen metabolisme + beschrijving:
Anabole reacties: kleine moleculen samengevoegd tot grotere moleculen, wat
energie kost. De gevormde moleculen worden (tijdelijk) ingebouwd in cellen en
gebruikt voor groei, onderhoud en reparatie van weefsels opbouwstofwisseling
(assimilatie)
Katabole reacties: grotere moleculen afgebroken tot kleinere moleculen, waarbij
energie vrijkomt afbraakstofwisseling (dissimilatie)
De energie wordt gebruikt voor opbouwstofwisseling of andere energie vragende
processen zoals bewegen en warmteproductie.
Formule van de aerobe verbranding van glucose:
Glucose + zuurstof energie + water + koolstofdioxide
Formule van de aerobe verbranding van vetten:
Vetten + zuurstof energie + water + koolstofdioxide + afvalstoffen
Verschil tussen de aerobe en anaerobe afbraak
Aeroob: er is zuurstof nodig
Anaeroob: er is geen zuurstof nodig
Wat zijn de synoniemen van anabole en katabole stofwisseling?
Anabole stofwisseling = assimilatie
Katabole stofwisseling = dissimilatie
Enzymen
= eiwitten, die de biochemische reacties in de cel versnellen. Zonder enzymen is er geen
leven mogelijk bij de mens, alles gaat te langzaam.
5 kenmerken van enzymen
worden door het lichaam zelf gemaakt
zijn temperatuur specifiek
zijn reactiespecifiek
worden zelf niet verbruikt of chemisch veranderd bij de reacties die ze beïnvloeden
zuurgraadspecifiek
Anatomische houding
= lichaamshouding/ gedefinieerde houding van lichaam
Waarom maken we gebruik van de anatomische houding?
Zodat er geen misvattingen over kunnen ontstaan en altijd op de juiste manier naar de
houding van mensen wordt gekeken.
, Wat is de vertaling?
1 Hoofd = Caput
2 Hals = Collum
3 Borstkas = thorax
4 Buik = abdomen
5 Bekken = Pelvis
6 Ledematen
Theorie over de plaatsbepalingen (H 4.3, tabel 4.1)
“hoe beschrijf ik iets t.o.v. van iets anders (statisch)”
1. Hoe verhoudt de ligging van de duim zich t.o.v. de bovenarm?
Inferior
2. Hoe verhoudt de ligging van het bovenbeen zich t.o.v. het onderbeen?
superior
3. Hoe verhoudt de ligging van het hoofd zich t.o.v. de borstkas?
Superior, craniaal
4. Hoe verhoudt de ligging van de buik zich t.o.v. de borstkas?
Ventraal, anterior
5. Hoe verhoudt de ligging van de rug zich t.o.v. de buiknavel?
Postrior, caudaal
6. Hoe verhoudt de ligging v/d punt v/h oor zich t.o.v. de punt v/d neus van Pinokkio?
Lateraal, posterior
7. Hoe verhoudt de ligging v/d staande krekel zich t.o.v. de veer op de hoed van
Pinokkio?
Inferior
8. Hoe ligt de ligging van de lever zich t.o.v. de aorta abdominalis (buikslagader)?
Inferior
Benoem de bewegingen in de vlakken v/dbovenarm t.o.v. de schouder (dynamisch)?
Anteflexie en retroflexie
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller maritvandermolen. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.43. You're not tied to anything after your purchase.