Kennismaking met methoden en statistiek KOM (201800051)
Summary
samenvatting KOM psychologie jaar 1 (UU)
18 views 0 purchase
Course
Kennismaking met methoden en statistiek KOM (201800051)
Institution
Universiteit Utrecht (UU)
Dit is een volledige samenvatting van de examenstof van KOM. Het bevat zowel de stof van de hoorcolleges als uit het boek. Alle begrippen zijn duidelijk uitgelegd, samen met voorbeelden, de nodige formules en verder duidelijk gemaakt met afbeeldingen.
Ik heb hiermee een **8,25** gehaald.
Kennismaking met methoden en statistiek KOM (201800051)
All documents for this subject (15)
Seller
Follow
irisdehaan2
Reviews received
Content preview
1: psychology is a way of thinking
S Setting
P population
I Interest
C comparison
E evaluation
Sociaalwetenschappelijk onderzoek
Drie belangrijke kenmerken
1. Streeft naar kennis en theorievorming
2. Is systematisch en controleerbaar
3. Maakt gebruik van empirische gegevens
4. Probabilistisch (uitspraken binnen een theorie gelden niet voor alle gevallen of op elk
moment in de tijd)
1. Idee/Theorie: kenmerken
Falsifieerbaar
- Een theorie moet leiden tot hypotheses (voorspelling van wat waargenomen gaat
worden) die weerlegd kunnen worden met systematische waarnemingen
- Als een theorie niet weerlegd kan worden met empirische gegevens heeft het geen
zin om te onderzoeken
Gebaseerd op data
Spaarzaam (parsimonious)
- Als een eenvoudige theorie volstaat, is het niet nodig om deze complexer te maken
2. Onderzoeksvragen (typen)
Fundamenteel (basic)
- Doel: verhogen van algemene kennis over het onderwerp
- Deze kan later toegepast worden
Translationeel (translational)
- De brug tussen basic en applied research. Wat is geleerd tijdens basic research wordt
nu vertaald naar toegepaste gebieden
- Toepassingen worden ontwikkeld en getest
- In een laboratorium bijv.
Toegepast (applied)
- Met een praktisch probleem voor ogen
, - Onderzoek wordt uitgevoerd in een real-world context
3. Onderzoeksontwerp
- Keuzes in het onderzoeksontwerp beïnvloeden de geldigheid van de resultaten
- Het vooraf onderbouwen en vastleggen van deze keuzes verhoogt de
controleerbaarheid van het onderzoek
Triangulatie geeft...
- Meer inzicht in de validiteit van de resultaten
- Meer zekerheid over de mate waarin de resultaten ondersteuning bieden voor de
theorie
- Overeenkomstig beeld
- Ander beeld
Soorten triangulatie
- Methoden/methodologisch: het gebruik van zowel kwalitatieve als kwantitatieve
data
- Data: twee verschillende kwalitatieve dataverzamelingsmethoden (bijv. zowel
observaties als interviews)
- Onderzoeker: data wordt door twee verschillende onderzoekers verzameld en/of
geanalyseerd om de invloed van de onderzoeker zelf te proberen te elimineren
- Theoretisch: de verzamelde gegevens bekeken vanuit verschillende theoretische
invalshoeken (bij. niet alleen pedagogisch/psychologisch, maar ook antropologisch)
4. Data-verzameling en analyse
Kwalitatieve gegevens
- Bijv. afnemen interviews, focusgroep, gebruik bestaande gegevens, observatie
- Interpreteren van de (interview)verslagen
- Subjectief
- Specifieke groep mensen voor steekproef (doelgerichte steekproef)
- Hoe denken mensen over het verband
Kwantitatieve gegevens
- Bijvoorbeeld afnemen van test om narcisme-score te meten
- Statistisch analyseren van de cijfermatige gegevens
- Objectief
- Wat is het verband
- Meer representatieve steekproef
Data-management plan
- Zorgvuldige omgang met vertrouwelijke gegevens
- Draagt bij aan controleerbaarheid van onderzoek
- Transparantie
- Reproduceerbaarheid
,2: sources of information: why research is best and how to find it
Research VS experience
Comparison group
= maakt vergelijking mogelijk: wat zou gebeuren met/zonder hetgeen waar we
geïnteresseerd in zijn?
- Maakt iets wel echt een verschil (bloed laten lopen in de 18 e eeuw)
- Alleen experience: geen comparison group
Confounds
= Mogelijke alternatieve verklaringen voor een uitkomst
- Confounds treden op wanneer je denkt het een één uitkomst veroorzaakt, terwijl
eigenlijk het ander het verzaakt.
- Een andere variabele die het verband tussen variabele A en B zou kunnen verklaren
Confederate
= een acteur die een rol speelt voor een experiment
Probabilistisch
= van vindingen wordt niet verwacht dat ze alle cases kunnen verklaren, juist slechts een
deel.
Research VS intuition: hoe intuïtie bevooroordeeld is
- Verkocht door één goed, logisch klinkend verhaal
- Overtuigd worden door wat je gemakkelijk te binnen schiet
o Availibility heuristic
= dingen die gemakkelijk te binnen schieten leiden onze manier van denken
Hierdoor worden dingen overschat
- Vaak wordt niet gedacht aan wat we niet kunnen zien
o Present/present bias
= ons falen om niet passende comparisons groups toe te passen
Bloedexperiment: Dr. Rush focuste alleen op de patiënten die wél
beter werden. Hij focuste niet op de patiënten die geen behandeling
kregen, en ook gewoon beter werden.
- We focussen op het bewijs dat we het liefst willen zien
o Confirmation bias (confirmatory hypothesis testing)
= de neiging om alleen te kijken naar informatie die overeenstemt met wat
we al geloven, de rest wordt over het hoofd gezien
- Biased about being biased
o Bias blind spot
= het idee dat jij zelf toch echt niet in vooroordelen denkt, dat jij objectief
bent.
, Hierdoor denken onderzoekers dat conclusies toch wel correct zijn,
waardoor ze niet gecontroleerd worden.
10: Ethnography : observatie
Participant observation/ethnography
= een onderzoeksmethode waarbij onderzoekers zichzelf onderdompelen en participeren in
het leven en sociale wereld van de mensen die hij wil begrijpen
Subcultuur
= een groep met afwijkende overtuigingen/gedrag binnen een grote cultuur
Globalisatie
- Hierdoor zijn meer native people sociaal en economisch mee gaan participeren in de
wereld
- Focus ligt minder op waar field work gedaan wordt, maar met welke tools en de
focus van het onderzoek
Vier verschillende rollen van ethnographers
Complete participant
- Undercover, identiteit van onderzoeker is onbekend
- Angstig gevolg: going native
= fieldworkers verliezen zich in het leven van de mensen die ze onderzoeken en
verliezen daardoor hun eigen identiteit
Reactiviteit
= de aanwezigheid en acties van de onderzoeker kan het gedrag van de onderzochten
beïnvloeden vermijden met complete participant
Cognitieve dissonantie
= een onprettig gevoel dat we ervaren wanneer onze overtuiging botst met ons gedrag
(complete participant) / twee ideeën met elkaar in conflict zijn
- Keech
Participant observer
- Sommige onderzochten weten de ware identiteit van de onderzoeker
- De onderzoeker mengt en vervaagt op de achtergrond zodat hij de wereld kan
ervaren als zijn onderzochten
- Meest voorkomend
- Informed consent: mensen kunnen zelf kiezen of ze willen deelnemen, ze weten dat
ze onderzocht worden
Hawthorne effect
= wanneer je geobserveerd wordt, verandert je gedrag. Dit vervaagt wel snel.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller irisdehaan2. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $8.06. You're not tied to anything after your purchase.