Samenvatting CTL Belasting recht
H10. Omzetbelasting
H10.2: Wat is omzetbelasting?
De omzetbelasting is een algemene, indirecte verbruiksbelasting in de lidstaten van de Europese Unie
(EU):
- De term ‘verbruiksbelasting’ wil zeggen dat belasting wordt geheven over het
verbruik doorconsumenten.
- De term ‘algemeen’ wil zeggen dat de belasting niet op een specifiek goed drukt. Het
gevolg van een algemene belasting is dat in principe ál het verbruik wordt belast.
- De term ‘indirect’ betekent dat de belasting niet wordt voldaan door de verbruiker
(de consument), maar door een ander, namelijk de ondernemer.
Omzetbelasting is een belasting die volgens een betaal systeem wordt geheven. In de unie is ervoor
gekozen om de belasting te heven over de toegevoegde waarde, met aftrek van voorbelasting.
BTW is een van de systemen voor de heffing van omzetbelasting
Invloed Unie
De regelgeving van de Unie (voorheen EEG) verloopt via richtlijnen. In deze richtlijnen wordt
aangegeven hoe de omzetbelasting moet worden geheven, zodat de heffing in alle lidstaten vrijwel
gelijk is.
- Voorkomen dat er geen heffing of dubbele heffing plaatsvinden
Burgers kunnen rechten ontlenen aan de richtlijnen, de belastingdienst kan niet beroepen op de
richtlijnenbepalingen (omdat zij de nationale regelgeving moeten uitvoeren)
Verordening is bindend en rechtstreeks van toepassing in de lidstaten
- Richtlijnen kunnen soms ruimte overlaten voor interpretatie
Gemeenschappelijk stelsel: Niet mogen uitmaken voor de ondernemer waar gevestigd
Het kan gebeuren dat de nationale wet in strijd is met de Europese regelgeving: Gevolg hebben dat
wet OB moet worden aangepast
H10.3: Wie moet omzetbelasting voldoen?
In art. 7 Wet OB wordt het begrip ondernemer beschreven. Een ondernemer is een ieder die een
bedrijf of beroep zelfstandig uitoefent.
- Ieder: natuurlijke personen als rechtspersonen of samenwerkingsverbanden zolang als
eenheid of entiteit naar buiten treden
In de Wet OB is:
- Voor het ondernemerschap de rechtsvorm in principe niet relevant.
- De term ‘een ieder’ in de zin van de Wet OB omvat zowel natuurlijke personen als
rechtspersonen.
- Samenwerkingsverbanden zonder rechtspersoonlijkheid = ondernemer
- Nationaliteit niet van belang
Wet IB: worden de afzonderlijke vennoten of maten als ondernemers beschouwd.
Wet OB: zijn de vof, de maatschap en de cv de ondernemer.
, Bij de omzetbelasting wordt er namelijk naar de entiteit gekeken.
Bv in oprichtingsfase nog geen ondernemer.
Bedrijf of beroep art. 7 lid 2a OB
Zelfstandig uitgeoefend beroep
Per activiteit worden beoordeeld
Vrijheid heeft om zelf te bepalen hoe hij de opdracht invult
Bedrijf: een organisatie van kapitaal; en arbeid die erop is gericht om in een duurzaam streven deel
te nemen aan het economische (ruil) verkeer.
Wet IB: winststreven staat in deze zin erbij
Begrip arbeid belang bij onderscheid normaal vermogensbeheer en ondernemerschap
Normaal vermogensbeheer wordt niet gezien als ondernemerschap tenzij art. 7 lid 2b
OB
Quasi-ondernemerschap art. 7 lid 2b OB: exploitatie van een vermogensbestanddeel
Lichamelijke zaak: verhuur onroerende/ roerende zaak (gebouw, machine , auto)
Onlichamelijke zaak: verhuur auteursrecht
Eisen ondernemerschap: geen incidentele prestaties
Prestaties in het economische verkeer: iemand presteert ten opzichte van personen die niet tot de
eigen kring behoren.
In ruil voor de prestaties een vergoeding wordt ontvangen
Geruild mag ook
Als de gratis prestaties direct samenhangen met de prestaties die wel tegen vergoeding plaatsvinden,
verricht de ondernemer de gratis prestaties wel in het kader van zijn onderneming
Zelfstandigheid:
Optreden naar buiten toe
Lopen financieel risico
Vrijheid om de werktijden zelf te bepalen
Ontvangen van vakantiegeld/ tantième
Aanwezigheid van een arbeidsovereenkomst
Aantal opdrachtgevers
Gebruik eigen bedrijfsmiddelen
Verplichting om de arbeid persoonlijk te verrichten
Nevenwerkzaamheden die in loondienst worden verricht, zijn nooit belast voor de wet OB
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller yasmineasmae. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $10.10. You're not tied to anything after your purchase.