Blok 6: Marktordening in de
zorg
Uitwerkingen van de tutorgroepen kennis
WG01-KEN: Principaal-agent problemen & perfecte marktwerking
Opgave 1 – Winstuitkering in de zorg
Een belangrijk marktordeningsvraagstuk waarover de afgelopen jaren in Nederland flink is
gedebatteerd betreft de (on)wenselijkheid van winstuitkering door zorgaanbieders. Zoek op
internet het Skipr-nieuwsbericht “Kabinet legt winstuitkering in zorg aan banden” dat op 9 juli
2019 is verschenen en lees het aandachtig door. https://www.skipr.nl/nieuws/kabinet-legt-winstuitkering-in-zorg-
aan-banden/#:~:text=Er%20moet%20voorlopig%20niet%20meer,meer%20zomaar%20dividend%20worden%20uitgekeerd.
a) Hoewel het kabinet in de zomer van 2019 heeft besloten dat er minder ruimte moet komen voor
zorgaanbieders om winst uit te keren, wordt erkend dat de mogelijkheid om winst uit te keren de
gezondheidszorg in principe ook goed kan doen. Welke mogelijke voordelen kan het toestaan van
winstuitkering hebben?
1. Meer privaat kapitaal in de zorg De mogelijkheid op winstuitkering trekt investeerders die geld
in de zorg steken, hierdoor komt er meer privaat kapitaal in de zorg. Privaat kapitaal kan bijdragen
aan een versterking van het eigen vermogen van ziekenhuizen. Dit kan op korte termijn een
oplossing bieden voor de financieringsproblemen die een deel van de ziekenhuizen ondervindt.
Solvabiliteit gaat hiermee omhoog.
2. Bevordering van de marktdynamiek (toetreding tot de markt wordt aantrekkelijker) Een meer
structureel – en daarmee op de langere termijn belangrijker – voordeel van het toestaan van
winstuitkering is echter dat het de marktdynamiek kan bevorderen, omdat het toetreding
aantrekkelijker maakt. Toetreding van private investeerders tot de markt kan de concurrentie tussen
zorgaanbieders een positieve impuls geven. Dit zou kunnen bijdragen aan een verhoging van de
efficiëntie, mits de markt voldoende transparant is om contracten goed te kunnen specificeren.
Waarom de marktdynamiek bevordert wordt: Private investeerders kunnen - door het kapitaal, de
bedrijfseconomische kennis en de ondernemersvaardigheden die zij meebrengen – een positieve
bijdrage leveren aan innovaties die op de langere termijn van cruciaal belang zijn om aan de
veranderende wensen van patiënten tegemoet te komen.
b) Het toestaan van winstuitkering door zorgaanbieders brengt echter ook risico’s met zich mee.
Wat zijn de belangrijkste mogelijke nadelen?
- Dat geld verdienen boven het leveren van goede zorg zal gaan. Het gaan om de omzet zo
hoog mogelijk te maken. Manieren om meer geld binnen te halen:
1. Meer doen dan nodig en daardoor komt er meer geld binnen
Aanbodgeïnduceerde vraag
2. Preventie stoppen (Q) meer mensen hebben dan meer zorg nodig
Risicoselectie: de financieel aantrekkelijke mensen probeer je binnen te harken (de jonge
en gezonde mensen) en de financieel niet aantrekkelijke mensen probeer je buiten de
deur te houden (de oudere, zieke mensen).
3. Prijs veranderen (P) hogere prijs vragen voor behandelingen
Upcoding: Zorgaanbieders kiezen ervoor om duurdere zorg te declareren bij de
[1]
, zorgverzekeraar dat de daadwerkelijke zorg. Zo gunstig mogelijke code voor declaratie
gebruiken.
Risicoselectie: de financieel aantrekkelijke mensen probeer je binnen te harken (de jonge en
gezonde mensen) en de financieel niet aantrekkelijke mensen probeer je buiten de deur te
houden (de oudere, zieke mensen).
- Inferieure kwaliteit
- Het ziekenhuis loopt een financieel risico, omdat er veel verschillende aandeelhouders zijn.
Deze aandeelhouders hebben allemaal verschillende belangen. Zo lekt het geld langzaam uit
de zorg. Disproportionele beloningen. De zorgmanager heeft een hoog salaris en dit leidt tot
meerdere maatschappelijke vragen.
c) Leg uit waarom bij het beleidsvraagstuk om winstuitkering in de zorg wel/niet toe te staan
sprake is van een principaal-agent probleem.
Het is een principaal-agent probleem op de zorgverleningsmarkt. De zorgaanbieder heeft meer
informatie en kan de patiënt adviseren om onnodige zorg te gebruiken. Hij heeft een financieel
belang en kan onnodige zorg leveren. De zorgaanbieder is relatief goed geïnformeerd en is hier dus
de agent. De patiënt heeft weinig inzicht in wat goede zorg is en luistert naar adviezen van de
zorgaanbieder. De patiënt is relatief slecht geïnformeerd en is hier dus de principaal.
Wanneer de belangen van zowel de principaal (patiënt) als de agent (zorgaanbieder) gelijk zijn is er
verder geen probleem, maar wanneer belangen uiteenlopen kan de zorgaanbieder de
informatievoorsprong misbruiken.
d) Hoe zou de overheid kunnen proberen om te profiteren van de voordelen van winstuitkering,
terwijl tegelijkertijd de risico’s worden verminderd? Zoek voor het beantwoorden van deze vraag
ook naar het artikel “Winstuitkering bij ziekenhuiszorg” dat op 30 augustus 2013 in ESB is
verschenen. https://esb.nu/esb/20011803/winstuitkering-bij-ziekenhuiszorg
- Honorering: financiële prikkels de juiste kant op laten gaan Pay for Performance in plaats
van fee-for-service. Voorwaarden voor betalen per uitkomst is dat er goede uitkomstmaten
moeten zijn.
- Regelgeving: winstuitkering toestaan onder bepaalde voorwaarden en wetgeving
- Transparantie van de zorg hier kan winstuitkering worden toegestaan omdat er dan goed
gemeten kan worden wat de kwaliteit is. Goede monitoring van de zorg is een voorwaarde
voor de toestemming van winstuitkering.
Om mogelijke negatieve gevolgen van het toestaan van winstuitkering te voorkomen is het
verstandig om specifieke voorwaarden te stellen.
1. Het ziekenhuis of de ZBC moet een eenmalige kwaliteitstoets door de Inspectie voor de
Gezondheidszorg (IGZ) hebben doorstaan.
2. Op het moment van de winstuitkering mag op het ziekenhuis of de ZBC geen
handhavingsmaatregel van de IGZ van toepassing zijn.
3. Winstuitkering mag pas drie jaar na de eerste investering plaatsvinden.
4. Het ziekenhuis of de ZBC mag geen financiële overheidssteun ontvangen en geen gebruik
maken van overheidsgaranties.
5. In de voorafgaande drie jaren moet een positief resultaat zijn behaald.
6. Na winstuitkering dient de solvabiliteit – dat wil zeggen het eigen vermogen als percentage
van het balanstotaal – (nog steeds) minimaal twintig procent te bedragen.
[2]
,Opgave 2 – Aanbodgeïnduceerde vraag & bekostiging
Mede door de alsmaar stijgende uitgaven aan gezondheidszorg is er veel aandacht voor
praktijkvariatie en de mogelijkheid van aanbodgeïnduceerde vraag. Gebruik voor de
beantwoording van onderstaande vragen ook het ESB-artikel "Zorggebruik en beloning van
medisch specialisten” van Rudy Douven e.a. https://esb.nu/esb/20011001/zorggebruik-en-beloning-van-
medisch-specialisten
a) Wat wordt bedoeld met praktijkvariatie en welke mogelijke verklaringen zijn hiervoor?
Praktijkvariatie : verschillen in behandelingen tussen regio’s bij eenzelfde zorgvraag. Deze verschillen
zou je niet verwachten op basis van de medische vraag.
Verklaringen:
- Onderbehandelingen
- Behandelingen waarbij de visie van de specialist niet overeenkomt met de voorkeur van de
patiënt
- Overbehandelingen: de zorgaanbieder creëert de eigen vraag
- Een gebrek aan wetenschappelijke kennis over de effecten van bepaalde behandelingen en
een gebrek aan kennis over de best practice bij de specialisten zelf
- Lokale verschillen in opleiding die tot local schools of belief leiden
- Sommige ziekenhuizen specialiseren zich meer en maken sneller gebruik van nieuwe
medische technologie dan andere ziekenhuizen.
b) Wat wordt bedoeld met aanbodgeïnduceerde vraag en waarom is bij aanbodgeïnduceerde vraag
sprake van een principaal-agent probleem?
Aanbodgeïnduceerde vraag is een vraag die uitgelokt wordt door aanbieders: Supplier-induced
demand (SID).
De zorgaanbieder (bijvoorbeeld een arts) kan zijn advies gebruiken om de vraag naar zijn diensten
(behandelingen of operaties) te beïnvloeden. De goed geïnformeerde agent maakt misbruik van de
informatievoorsprong ten opzichte van de slecht geïnformeerde principaal. De arts bepaalt welke
zorg er wordt geleverd en de patiënt vertrouwt erop in diens belang te handelen, maar daar kan je
niet volledig van op aan.
Er is sprake van asymmetrische informatie en uiteenlopende belangen tussen patiënt en arts en
daarom is er bij een aanbodgeïnduceerde vraag sprake van een principaal-agent probleem.
c) Leg uit dat vraaginductie zowel een stimulerend als een remmend effect op de vraag naar zorg
kan hebben
Vraaginductie = aanbodgeïnduceerde vraag: Het verschil tussen de hoeveelheid door zorgverleners
verstrekte zorg en de hoeveelheid door een even goed geïnformeerde patiënt gewenste zorg.
Artsen kunnen zowel de prikkel hebben naar om de vraag te vergroten om een hoger inkomen te
behalen, als een prikkel om de vraag te verkleinen om juist meer vrije tijd te hebben. Hierbij speelt
de nutsfunctie van artsen, waarin het inkomen afgewogen wordt tegenover vrije tijd.
Remmende effect betaling via een vast bedrag/loondienst: Afweging tussen het financiële
voordeel en de vrije tijd. De arts kan minder vraag uit lokken zodat hij meer vrije tijd overhoudt.
[3]
, Stimulerend effect betaling per verrichting/fee-for-service: financiele prikkels om meer zorg te
gaan leveren. Toename van de vraag.
d) Vat in je eigen woorden kort samen wat de belangrijkste bevinding van het onderzoek van
Douven e.a. is.
De manier waarop een patiënt behandelt wordt hangt vaak af van de regio waarin hij/zij behandeld
wordt. Binnen verschillende regio’s zijn er verschillen in behandelingen en die kunnen verklaard
worden door de antwoorden bij vraag a. Bij vrij gevestigde specialisten is het risico op
aanbodgeïnduceerde vraag groter (fee-for-service) dan wanneer artsen per periode betaald krijgen
als zij in loondienst zijn van het ziekenhuis.
In hun ESB-artikel “Hoe uitkomstbekostiging in de zorg kan slagen” uit 2015 betogen Frank
Eijkenaar en Erik Schut dat een nieuwe vorm van bekostiging, zogeheten uitkomstbekostiging,
aanbieders kan stimuleren tot goed gecoördineerde en doelmatige zorg.
https://esb.nu/esb/20012800/hoe-uitkomstbekostiging-in-de-zorg-kan-slagen
e) Leg in je eigen woorden uit wat uitkomstbekostiging is en waarom uitkomstbekostiging een
oplossing zou kunnen zijn voor de door Douven e.a. gevonden praktijkvariatie.
Men wil in de gezondheidszorg af van bekostiging per verrichting en toewerken naar
uitkomstbekostiging. Uitkomstbekostiging is dat specialisten betaald worden op uitkomsten van hun
handelingen. Hier zijn 5 verschillende dimensies aan verbonden
Bij uitkomstbekostiging wordt de aanbodgeïnduceerde vraag gereduceerd, omdat men niet meer per
behandeling betaald zal worden, maar per uitkomst. De prikkels moeten de juiste kant op gaan voor
zorgaanbieders.
Opgave 3 – Perfecte marktwerking als het theoretische ideaalbeeld
Stel dat geneesmiddelenfabrikant GenericPharma met een veel voorgeschreven
bloeddrukverlagend medicijn actief is op een markt met perfecte concurrentie. In onderstaande
figuur zijn de vraagcurve (V), de gemiddelde kostencurve (GK) en de marginale kostencurve (MK)
van de fabrikant weergegeven, waarbij Q het aantal verkochte doosjes (in miljoenen) is.
a) Hoe luidt, uitgaande van de fictieve situatie zoals weergegeven in bovenstaande figuur, de
omzetfunctie van GenericPharma?
[4]
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur linda-koster. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour $4.35. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.