100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting College, literatuur en jurisprudentie Prudentieel toezicht $9.60
Add to cart

Summary

Samenvatting College, literatuur en jurisprudentie Prudentieel toezicht

 0 purchase
  • Course
  • Institution

gedrag, cultuur, prudentieel, toezicht, bail out, systeemrisico, macro, micro, informatieassymetrie, single market, europees toezicht, evrm, hof, ecb, toegang, kapitaaleisen, toezicht, ondernemingsrecht, aandeelhouders, bestuur, governance, banken, duurzaamheid, pensioen, verzekering, klantbelang, ...

[Show more]

Preview 4 out of 38  pages

  • January 24, 2023
  • 38
  • 2020/2021
  • Summary
avatar-seller
Hoorcolleges Prudentieel toezicht en governance

HC 1 Prudentieel toezicht
Zou de overheid wel of niet moeten ingrijpen? (moral hazard)
- voorstanders: er moet overheidsingrijpen plaatsvinden om moral hazard te dempen
- tegenstanders: door de financiële vangnetten van de overheid bij mogelijke faillissementen wordt juist moral hazard gecreëerd.
Hierdoor let men zelf minder goed op.

Drie vormen van marktfalen:
- Informatieasymmetrie tussen banken en spaarders, banken en afnemers en banken en cliënten (agent-principal)
- Externe effecten
0 positieve: publieke goederen zoals financiële stabiliteit en vertrouwen in de markt
free riding: het genieten van systemen zonder daarvoor te betalen
0 negatieve: bankruns
Externe effecten en informatieasymmetrie is belangrijk voor overheidsingrijpen en dus prudentieel toezicht.

De doelstellingen van prudentieel toezicht corresponderen met de doelstellingen van financieel toezichtrecht.

Microprudentieel toezicht: individuele instelling waarbij geldt dat deze mag omvallen (anders te grote moral hazard). Hierbij moet
men in het achterhoofd houden dat een systeem als geheel niet per se stabiel is als alle instellingen op individueel niveau stabiel
zijn.

Macroprudentieel toezicht: microprudentieel toezicht mist inzicht in cross sectorale risico’s. het toezicht is bij de centrale bank
belegd. Het is gebaseerd op een three lines of defence model:
- lijn 1: monitoring preventief
- lijn 2: robuuste infrastructuur en buffers (schokabsorptie)
- lijn 3: crisismanagement

Systeemrisico’s:
a) Besmetting via verwevenheid (betalingsverkeer/contracten); liquiditeitstekorten; informatie-effect
b) Procyclische relatie met reële economie: regulering; kuddegedrag; deleveraging; bubble vorming.
a. Tijdens opgaande fase stijgen activa, dalen prijsrisico’s en neemt druk op banken om winstgevend te zijn toe.
Hierdoor wordt meer kredietverlening verricht, verhoogt de leverage en gaan funding kosten omlaag.
i. De vraag is, wat gebeurt er in een neergaande fase? En is dat niet precies wat júist niet moet gebeuren?

Voorbeeld van prudentieel vs. gedragstoezicht: beloningsbeleid
Prudentieel: beloningsstructuren mogen niet zodanig zijn dat mensen risico’s nemen die niet door de beugel kunnen.
Gedrags: beloningsbeleid mag er niet toe leiden dat gedragsregels, zoals overkreditering, genegeerd worden.
De hoogte van de beloningen speelt bij beide een rol in het kader van het vertrouwen van het publiek in de sector.

Bail out: door overheid gered
Bail in: zelf redden.

HC 2
Doelen van prudentieel toezicht:
- financiële stabiliteit
- bescherming depositohouders
- single market in EU
Bij verzekeraars geldt hetzelfde doel, maar in plaats van depositohouders vindt bescherming van polishouders plaats.
Bescherming van polishouders gaat boven alle andere belangen en dat geldt niet voor depositohouders. Wat wél overeenkomt is:
je hebt bij beiden recht op iets/een claim op de verzekeraar of bank.

Functies van banken:
- spaargeld; uitlenen van geld; faciliteren van zaken zoals betaalrekening; advies (hypotheek, verzekering, belegging etc); winst;
grote werkgever; gebruik van publieke doelen zoals het invullen van de belastingaangifte en het zijn van poortwachter voor het
financiële stelsel. Dit levert soms tegenstrijdige belangen op, banken worden er namelijk niet voor gecompenseerd.

Wat is de exclusieve functie van banken? Bewaar & spaarfunctie. Het ophalen van geld bij publiek en het uitzetten van dit geld.
Er geldt maar 1 garantie bij banken: depositogarantiestelsel. 100k garantie per vergunning houdende bank.

Schaduwbankieren: alle functies die overeenkomen met banken, maar geen bank zijn en daardoor onder dat toezicht uitvallen. Het
is geen verzekeraar of pensioenfonds, maar bijvoorbeeld crowdfunding (voordat er regels voor crowdfunding waren).

Functie van verzekeraars:
- individueel ondraagbare risico’s collectief dragen

1

,- ‘sparen’ voor toekomstig inkomen via levensverzekering
- funding, advies, lage employee / taxpayer, publieke goederen

HC 3 Gedrag en cultuur
Zeven elementen van meetbaarheid cultuur en integriteit:
- verantwoordelijkheid nemen en afleggen; evenwichtig en consistent handelen; bespreekbaarheid; voorbeeldgedrag;
uitvoerbaarheid; transparantie; handhaving.

Groupthinking: een manier van denken waarbij het streven naar unanimiteit het bedenken van alternatieven gaat overheersen.
Oftewel men volgt elkaar en er is onvoldoende borging voor alternatieven. Dit gaat ten koste van het inzicht in gevaren en
risico’s.

HC 4 Europees toezicht
- EVRM: geldt bijvoorbeeld als zaken niet Europees geregeld zijn. Dan gelden de algemene regels van het Verdrag.
- Home/host state: interne markt bevorderen aan de hand van een EU Paspoort en ESA’s:
Home state houdt toezicht in beginsel. Als er een bijkantoor gevestigd wordt in een andere lidstaat dan kan het wel zo
zijn dat er ‘sneller’ host state toezicht bij komt, maar dat neemt niet het home state toezicht over.

Limieten aan het Europese paspoort: het paspoort geldt enkel voor het toezicht. Het geldt dus niet voor het privaatrecht,
belastingrecht et cetera. Het geldt alleen voor geharmoniseerd recht.

Geconsolideerd toezicht:
Stel moederkantoor in lidstaat Nederland. Er zijn dochterondernemingen in andere lidstaten. Hoe werkt het dan
met de bonuscap die in Nederland geldt?
De regels van de moeder moeten worden gevolgd. De governance moet doorwerken in de gehele
onderneming. Dit betekent dat de DNB of AFM kan zeggen dat Nederlandse regels in hun
dochterondernemingen moeten doorwerken. In beginsel stapt de toezichthouder niet gelijk naar de host
state toezichthouder.

Het home en host state toezicht is gebaseerd op vertrouwen tussen de lidstaten onderling. Beide lidstaten moeten
erop vertrouwen dat zij hun werk goed uitvoeren. Dit bleek tijdens de crisis niet goed te werken. Hierdoor zijn
ESA’s opgericht.

- ECB & NCA (SSM/SRM): ECB, bankentoezicht in Eurozone en is mede ontstaan n.a.v. Griekenland. ECB ziet op prudentieel
toezicht, waarbij banken onder toezicht staan die op groepsniveau meer dan 30mrd behalen. In dit model zit eveneens het
geschiktheids- en betrouwbaarheidsvereiste. De DNB helpt de ECB hierbij.

- ESA supervision: ESMA houdt toezicht op credit rating agencies (CRA’s). CRA’s werken internationaal en op professioneel
niveau. Het toezicht hierop is makkelijk, omdat er geen sprake was van consumentenbescherming. Daarnaast was er voor de crisis
geen toezicht op CRA’s.
Alleen de grap is: de ESMA staat niet genoemd in Europese regelgeving, dus zij mogen eigenlijk geen toezicht houden.
Hier geldt de meroni doctrine: (Meroni vs. Autoriteit) heeft betrekking op de mogelijkheid voor Europese instanties om taken te
delegeren. Het EHvJ besliste dat EU instellingen taken niet mogen delegeren aan agencies met een wijd verspreide bevoegdheid.

- Derde landen: in eerste instantie geldt dat het derdeland toezichthouder toezicht houdt, maar dat geldt alleen als men erop
vertrouwt dat die toezichthouder zijn werk goed uitvoert en dat vertrouwen is er bijna niet. Wat ook een mogelijkheid is, is dat een
bijkantoor geopend wordt in een EU vestiging en dan via een Europees paspoort werken.

Regelbepalende organisaties: G20, FSB, IMF, BIS (bank for international settlement = wereldwijd), IOSCO

HC 5 Financiële ontwikkeling, stabiliteit, microprudentieel toezicht
Prudentieel toezicht ziet op de soliditeit van ondernemingen en stabiliteit financiële stelsel.
Micro prudentieel toezicht ziet op de onderneming zelf, maar het systeem is niet van zichzelf stabiel als een onderneming wél
stabiel is.

Minskey is de grondlegger van financiële regulering:
- rust -> disruptie -> oververhitting -> crisis -> neergang
- Stabiliteit creeert instabiliteit: stabiliteit leidt namelijk tot meer vraag, meer investeringen en dit leidt weer tot oververhitting.

Systeemrisico: initiele schok op 1 bank leidt tot versterking van die bank in relatie tot zijn eigen balans en precies deze versterking
leidt tot disruptie.

Systeemrisico’s:
a) Besmetting via verwevenheid (betalingsverkeer/contracten); liquiditeitstekorten; informatie-effect
b) Procyclische relatie met reele economie: regulering; kuddegedrag; deleveraging; bubble vorming.

2

, a. Tijdens opgaande fase stijgen activa, dalen prijsrisico’s en neemt druk op banken om winstgevend te zijn toe.
Hierdoor wordt meer kredietverlening verricht, verhoogt de leverage en gaan funding kosten omlaag.
i. De vraag is, wat gebeurt er in een neergaande fase? Precies het tegenovergestelde, maar ze hebben dus
in de opgaande fase meer krediet verleend. Dat gaat dus geld kosten en daardoor komt men in een
neergaande spiraal. En is dat niet precies wat júist niet moet gebeuren?
ii. Wat moet er gebeuren: macroprudentieel toezicht.

Het three lines of defence model van DNB:
- A: preventieve monitoring
- B: Schokabsorptie: ook preventief en je weet pas of het werkt als de schok er is. Er zijn twee buffers te bedenken:
- buffer en contracyclische buffer (bij hoogconjunctuur meer risico dus contra de hoogconjunctuur meer buffers bowen)
- C: crisismanagement: herstel en afwikkelingsplannen worden opgemaakt ‘bij leven’.

Echter, effectief ingrijpen wordt bemoeilijkt door:
- internationalisering; belangenconflicten zoals het ECB rentebeleid (rente is stimulerend voor de economie, maar leidt ook tot
problemen bij vermogensopbouwers zoals pensioenfondsen); ingrijpen is politiek gevoelig; ongereguleerde problemen zoals
schaduwbankieren (risico’s zijn er wel, maar toezicht niet).

HC 6 Markttoegang
Schaduwbanken: pensioenfondsen, institutionele beleggers et cetera. Naarmate de regulering stijgt bij banken, verschuift het
aanbod naar schaduwbanken.
Gevolgen van schaduwbankieren: minder toezicht, makkelijker kapitaal, mogelijk grotere risico’s (ondermijnt namelijk
enigszins het macroprudentieel toezicht).

Kredietinstellingen (art. 4 CRR) trekken geld aan van publiek en verlenen krediet voor eigen rekening, maar enkel na vergunning
conform artikel 3:4 Wft. Hier geldt een vrijwillige aanvraag ook, bijvoorbeeld om vertrouwen te wekken bij het publiek of voor
een dochteronderneming die net geen bank is (omdat het geld bijvoorbeeld alleen bij de moeder opgehaald wordt). Overigens is
het zo dat als je gestart bent zonder vergunning het niet erg aantrekkelijk is om in een later stadium alsnog een vergunning aan te
vragen, gezien de strenge vereisten en kosten die daaraan verbonden zijn. Daarnaast wordt een vergunning niet aangevraagd
conform de verbodsbepaling 2:11. Een vergunning mag geweigerd worden door de DNB en ECB. De vergunning wordt enkel
verleend door de ECB.

Hoe lees je de CRR? CRR definities hebben vaak geen Wft overeenkomst, maar zijn die dan wel van toepassing?

Italy/Romanelli arrest: ruime definitie van deposito’s en opvorderbare gelden. Het geldt niet alleen voor financiële instrumenten
die de specifieke eigenschappen hebben van terugbetaalbaarheid, maar geldt ook voor instrumenten die deze eigenschappen
missen, maar waarvan contractueel overeen is gekomen dat terugbetaling plaatsvindt.

De bankenunie in de Eurozone hoeven geen notificatie te verrichten tbv EU Paspoort. Banken buiten de bankenunie in de
Eurozone wel

Verklaring van geen bezwaar: deze is inhoudelijk net zo zwaar als de vergunningaanvraag. Een vvgb is nodig bij gekwalificeerde
deelneming, dus meer dan 10 procent. De taakverdeling ECB/DNB is hetzelfde als bij vergunningen.

HC 7 Kapitaaleisen van banken in lopend toezicht
Kwalitatieve eisen: eisen aan personen, klanten en hoe houd je een bank integer en betrouwbaar. Goldplating extra ingevoerd.

Kwantitatieve eisen: solvabiliteit, minimum EV, leverage ratio, kredietrisico et cetera.

Het verschil van banken met andere ondernemingen is dat een andere onderneming pas failliet is als deze niet meer aan zijn
verplichtingen kan voldoen. Een bank is al failliet in een eerder stadium.

Een bank en verzekeraar mag niet in één rechtspersoon, mede omdat de tijdlijn van opeisbaarheid fundamenteel anders is.

Leverage ratio komt in de nieuwe bankenpakketten, maar is grotendeels al ingevoerd bij de banken. Leverage ratio:
- geleend geld om het verwachte rendement te verhogen
- verhouding rentedragende schuld t.o.v. totale activa
- moet minimaal 3% zijn van totale activa als EV. Hoe hoger dit percentage, hoe lager de winst

Bail in: minimaal 8%.

Pilaar 1: solvabiliteitseisen
Pilaar 2: zelfanalyse en als deze risico’s blootleggen dan zelf maatregelen nemen. Toezichthouder houdt oog in het zeil en kan
daarop kwantitatieve of kwalitatieve eisen opleggen.
Pilaar 3: groepsniveau.

3

, Herstel en afwikkeling gebeurd via BRRD en SRM. Er moet hersteld worden als niet meer voldaan kan worden aan verplichtingen
in Wft en CRR. Daarnaast zijn er diverse preventieve eisen: toebedeeld aan SSM (ECB en NCA dus). Er moet wel afstemming
plaatsvinden met SRM..

Pas bij likely to fail komen correctieve acties van de SRB.

Veel eisen, zoals TLAC en MREL eisen, komen bovenop de standaard kapitaal- en liquiditeitseisen. Ze zijn ingezet om ervoor te
zorgen dat bailout geminimaliseerd wordt en om men meer tijd te geven om herstelacties te nemen.

HC 8 Institutionele kant
Eurocrisis in 2010: veel staatsobligaties op de balans van banken. Vervolgens ontstond er twijfel of die staat wel kon terugbetalen.
Het vertrouwen nam daardoor af en gingen banken kantelen en moesten gered worden door de overheid (waar juist die twijfel
ontstond). Dit wordt ook wel de ‘circle of doom’ genoemd.
Oplossing? Minder staatsobligaties op de balans; weerbaardere banken & bailout beperken.

Er zijn drie pijlers van de bankenunie:
- SSM: Single Supervisory Mechanism: ECB toezicht: SSM Verordening: prudentieel toezicht op alle banken in de Eurozone,
onder meer het intrekken en verstrekken van vergunningen en verlenen vvgb. Voor de overige taken alleen prudentieel toezicht op
significante banken (artikel 6 SSM: de drie grootste banken van een lidstaat + degene die aan de gestelde kwalitatieve eisen
voldoen).
- SRM: Single Resolution Mechanism: bijzondere doorlopende bevoegdheden: Bail-in: aandeelhouders verliezen geld,
investeerders worden omgezet in aandeelhouders waarmee hun geld vervolgens ook gebruikt wordt voor de bail-in. Hiervoor geldt
ook de bail-in deb clausule.

Het resolutiefonds: een door de banken gefinancierd fonds voor het geval banken omvallen. Hoeveel een bank hieraan bijdraagt
hangt af van het percentage dat de bank in het DGS dekt (uiteindelijk moet 1% van het gedekte deposito in de EU gedekt zijn. Nu
is dat zo’n 55-60 mrd).
- EDS: Europees depositogarantiestelsel: is nog nationaal geregeld, maar hiervoor geldt net zoals bij het resolutiefonds een vooraf
financiering (ex ante).

HC 9 Ondernemingsrecht
Bestuurder:
- contractuele relatie tussen BV en bestuurder
- Functionele relatie jegens aandeelhouders (agent principal)

Exclusieve bevoegdheden aandeelhouders:
- benoemen bestuurder/commissaris; jaarrekening vaststellen; statuten vaststellen (= de wet voor een rp); AVA kan beslissen tot
ontbinding van rp.
- AH zijn meest achtergestelde crediteurs; ingelegde vermogen krijg je niet terug tot liquidatie en daarna pas de andere crediteurs,
hetgeen over is wordt verdeeld over AH; verkoop van een aandeel is slechts een ruil, het is wel een vordering maar je kan het niet
echt effectueren. Omdat het een vordering is staat het AH kapitaal dus op de passiva zijde.
Er is een duidelijke tendens gaande inzake de strategie dat behoort tot de bestuurder, omdat vele AH slechts belegger zijn.
Daarnaast zijn institutionele beleggers inactieve AH. De vraag is, wat brengt een markt dan in beweging? Hedgefunds. De grap is
eigenlijk dat hedgefunds ook weer gestuurd worden door institutionele beleggers.

Fugro/Boskalis: aggenderingsrecht van AH kan ook tegengehouden worden.

2:129/239: vennootschappelijk belang: belang van de stakeholders. De weging van die belangen met de AH voorop, daarna
contractanten van de onderneming etc etc

HC 10 Aandeelhouders
AH kunnen zijn:
- hedgefunds; private equity; institutionele beleggers; niet-profi beleggers; daytraders

AH belang is het eigen belang, maar dit is niet onbeperkt: 2:8 BW: redelijkheid en billijkheid in het licht van de vennootschap.
Moet een toekomstig aandeelhouder daar ook rekening mee houden? Ja, volgens OK wel (PCM arrest)

Rechten AH versus bevoegdheden AvA:
Stemrecht vaststellen jaarrekening
Aggenderingsrecht benoemen/ontslaan bestuurders/commissarissen
Enquêterecht statuten vaststellen
(ver)kooprecht instructierechten
Uitkoopregeling Belangrijke besluiten goedkeuren (beperkte interpretatie)
Vergaderrecht

4

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller sanderam. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $9.60. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

61231 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 15 years now

Start selling
$9.60
  • (0)
Add to cart
Added