100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Psychologie een inleiding - samenvatting leerjaar 1 - social work - sociaal werk $8.03   Add to cart

Summary

Psychologie een inleiding - samenvatting leerjaar 1 - social work - sociaal werk

3 reviews
 103 views  8 purchases
  • Course
  • Institution
  • Book

Handige samenvatting voor het vak psychologie van social work. Alle onderwerpen voor je toets staan duidelijk, kort maar krachtig beschreven. Zelf ben ik hierdoor in 1 keer geslaagd voor mijn tentamen!

Preview 3 out of 20  pages

  • No
  • H1 geschiedenis , h2 bio psychologie & evolutie, h3 sensatie en perceptie , h4 gedragsleren, h5
  • January 24, 2023
  • 20
  • 2022/2023
  • Summary

3  reviews

review-writer-avatar

By: annemiekmekenkamp • 10 months ago

Translated by Google

thanks to learning this summary, I got an 8!

review-writer-avatar

By: floorrooselaar • 1 year ago

review-writer-avatar

By: Monique1234 • 1 year ago

Translated by Google

All terms clearly explained.

avatar-seller
Psychologie samenvatting boek / toets voorbereiding
Thema’s deeltoets 1
- H1  Geschiedenis
- H2  Bio psychologie & evolutie
- H3  sensatie en perceptie
- H4  gedragsleren
- H5  geheugen
- H6  cognitie, denken en intelligentie
- H9  emotie, motivatie
- H10  persoonlijkheid
- H11  sociale psychologie

-----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
-----------

Hoofdstuk 1 – geschiedenis

Definitie psychologie
- Letterlijk; de studie van de geest
- Wat is het; wetenschap van het gedrag en geestelijke processen
 Beslaat interne geestelijke processen (denken, voelen), en externe (praten,
glimlachen, lopen)

Drie soorten psychologen
1. Experimenteel psychologen  onderzoek doen, bijv.; de effecten van suiker
2. Docenten psychologie  geven les in psychologie
3. Toegepast psychologie  psycholoog die de kennis van experimenteel
psychologen gebruiken om mensen te helpen
 Specialisaties (3)
- Arbeids- en organisatie psychologen  aanpassingen aan de werkplek
- Sportpsychologen
- Schoolpsycholoog
- Klinisch psycholoog en counselors  helpen mensen op sociaal en emotioneel
gebeid
- Forensisch psychologen
- Omgeving psychologen  interactie met omgeving en milieu verbeteren
- Gerontopsychologen  gezondheid en welzijn van ouderen verbeteren

Psychiater mag medicijnen voorschrijven, psychologen mogen alleen advies geven.

Pseudopsychologie  niet-onderbouwende psychologische aannamen die als
wetenschappelijke waarheden worden gepresteerd (paranormale fenomenen)

Vaardigheden voor kritisch denken
- Wat is de bron
- Is de bewering redelijk of extreem
- Wat is het bewijsmateriaal
- Kan de conclusie worden beïnvloed op bias (vooroordeel, vervorming,
vertekening)
- Worden denkfouten vermeden
- Zijn er verschillende invalshoeken nodig

6 perspectieven van psychologie
 Biologisch perspectief (René Descartes)  het lichaam kan apart van de geest
worden bestudeerd.
 Cognitief perspectief (Wilhelm Wundt en William James)  de
wetenschappelijke methode kan worden gebruikt om de geest te bestuderen

,  Behavioristisch perspectief (John Watson en B.F. Skinner)  psychologie moet
de wetenschap van observeerbaar gedrag zijn, niet van mentale processen
 Perspectief van de gehele persoon, whole person (Sigmund Freund) 
- Psychodynamische psychologie = persoonlijkheid en psychische stoornissen
komen voort uit processen in het onbewuste
- Humanistische psychologie = psychologie moet de nadruk leggen op menselijke
groei en potentieel in plaats van op psychische stoornissen
- Psychologie van karaktertrekken en temperament = individuen kunnen worden
begrepen in termen van hun temperament en blijvende karaktertrekken
(persoonlijkheidskenmerken)
 Ontwikkelingsperspectief (Mary Ainsworth, Jean Piaget) mensen veranderen
als gevolg van een interactie tussen erfelijke eigenschappen en de omgeving
 Sociocultureel perspectief  sociale en culturele invloeden kunnen de invloed
overstemmen van alle andere factoren die gedrag beïnvloeden

Empirisch onderzoek  onderzoek waarbij gegevens worden verzameld door
objectieve informatie

4 stappen voor een wetenschappelijke methode
1. Hypothese ontwikkelen  voorspelling
- Moet falsificeerbaar zijn (op het eind kan worden bewezen of het juist of onjuist
is)
- Variabel = element dat van invloed is op dat wat onderzocht wordt
- Operationele definities = objectieve beschrijving van een concept dat bij
wetenschappelijke onderzoek hoort
2. Objectieve data verzamelen
3. Resultaten analyseren
4. Resultaten publiceren, bekritiseren en repliceren

Objectief = feit
Subjectief = mening

Significant = dat de uitslag niet is berust op toeval
Repliceren = onderzoek opnieuw doen om te kijken of er hetzelfde uit komt
Randomisering = waarbij volledig door toeval wordt bepaald of proefpersonen aan de
experimentele groep of de controle groep worden toegewezen
Dubbelblind onderzoek = onderzoeker weet zelf ook niet wie de werkzame stof krijgt

Onafhankelijke variabele = oorzaak
Afhankelijke variabele = de variabele die wordt gemeten of geobserveerd, gevolg

5 soorten psychologisch onderzoek
1. Experimenten  onderzoek waarbij de onderzoeker gebruikmaakt van
vergelijkbare groepen en alle omstandigheden rechtstreeks manipuleert, inclusief
de onafhankelijke variabele
2. Correlatieonderzoek  vorm van onderzoek waarbij de relatie tussen variabelen
wordt bestudeerd zonder een onafhankelijke variabele in een experiment te
manipuleren. Er kan geen oorzaak-gevolgrelatie worden afgeleid
3. Survey  vragenlijst afnemen bij mensen
4. Natuurlijke observatie  vorm van correlatieonderzoek waarbij gedrag van
mensen of dieren in hun eigen omgeving wordt geobserveerd
5. Gevalstudie  onderzoek van een enkel object


Placebo = lijkt op medicijn maar is het niet
Expectancy bias = de waarnemer staat toe dat zijn of haar verwachtingen de resultaten
van een onderzoek beïnvloeden

, H2 Biopsychologie en evolutie
Biopsychologie  specialisme in de psychologie dat de interactie tussen biologie,
gedrag en de omgeving bestudeert.
Evolutie  geleidelijk proces van biologische verandering van een soort als gevolg van
zijn aanpassing aan de omgeving

Evolutieleer
Charles Darwin  Natuurlijke selectie  diegene die het best is aangepast aan de
situatie blijven leven.
 Natuurlijke selectie werkt als volgt;
1. Omgeving legt druk op soort
2. Ontstaat concurrentie om schaarse bronnen
3. Organismen die meest geschikt zijn blijven, voerleven
4. Succesvolle organisme geven hun genen door
5. In volgende generatie meer dragers van het succesvolle genotype
Creationisme  de religieus geïnspireerde opvatting dat het universum en al het leven
op aarde hun ontstaan te danken hebben aan een bijzondere scheppingsdaad

Angst komt vaak door prikkels die voor onze voorouders een teken van gevaar waren
(hoogte, bliksem)

Adaptieve kenmerken  kenmerk van een soort dat is ontstaan gebaseerd op
aanpassing aan een specifieke omgeving

Genen en erfelijkheid

Genotype  het genetische patroon waarin je van alle andere mensen op aarde
verschilt. Hoe een bepaalde eigenschap in je DNA staat (blauwe ogen, bruin haar)
Fenotype  hoe je eruit ziet, alle waarneembare kenmerken, ook gedrag


Genoom  zit in de cel en omvat één complete set van
chromosomen
DNA  bevat informatie over alle genetische eigenschappen
Genen  stukjes van een chromosoom waarin de codes voor de
erfelijke lichamelijke en psychische eigenschappen van een
organisme zijn opgeslagen. A,T,C,G
Chromosoom  spiraalvormig draad bestaat uit DNA , 23 paar
Geslachtschromosomen  een chromosoom dat onze lichamelijke
geslachtskenmerken bepaalt. Vrouwen hebben XX, mannen XY
Autosomen  een chromosoom dat geen geslachtschromosoom is

Histoon  specifiek eiwit waar het DNA zijn spiralen omheen wikkelt

Hoe worden sommige cellen huidcellen en andere spieren terwijl al
onze cellen dezelfde genen bevatten?
 Signalen vanuit ons lichaam zetten bepaalde genen in een
specifieke cel ‘aan’ en andere genen ‘uit’. Dus als er bijvoorbeeld een foetus
zich ontwikkeld sturen signalen in het foetale lichaam bepaalde cellen aan om
huid, spieren te worden

Epigenoom  een reeks chemische codes die ‘aanvullende ervaringen’ op het DNA
vormen.

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller LaurieRA. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $8.03. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

64438 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$8.03  8x  sold
  • (3)
  Add to cart