In deze samenvatting lees je hele getallen hoofdstuk 1,4, 5 en 6. Alle belangrijke begrippen en punten van deze hoofdstukken staan overzichtelijk beschreven. Je leest over: diagrammen, verbanden, octaal, cijferen, leerlijn, etc. Met deze samenvatting ben je voorbereid op het onderdeel van hele geta...
HELE GETALLEN - REKENEN (H1, 4, 5, 6)
Hoofdstuk 1
1.1.
B. Getallen zijn onmisbaar in de samenleving. Getallen helpen je om de wereld
te ordenen, structureren en organiseren. Getallen komen in verschillende
situaties en betekenissen voor → betekenis hangt af van de verschijningsvorm en
functie van de getallen.
Telgetal= Ordinaal getal= geeft rangorde aan in telrij
Telrij= rij cijfers
Hoeveelheidsgetal= Kardinaal getal= geeft hoeveelheid aan
Naamgetal= geeft een naam aan: buslijn 60
Meetgetal= geeft een maat aan
Formeel getal= Kaal rekengetal dat je tegenkomt bij een rekenopgave
De uitkomsten van sommen zijn natuurlijke getallen (uitzondering: negatieve getallen)
Negatieve getallen kennen de kinderen door meetgetallen (temperatuur)
A. Getallen om je heen → op onderzoek uit (route, school, etc) → geld, bsn,
etc.
1.2.
B. Talstelsel, getallenstelsel of getalsysteem = getallen in een rij cijfers weergeven
Ons getallensysteem: 1202 Leonardo van Pisa/Fibonacci → Decimale talstelsel
Cijfersymbolen = cijfers
De plaats of positie van een cijfer bepaalt de waarde → Positionele notatie
I 1
V 5
X 10
L 50
C 100
D 500
M 1000
Additief systeem= Egyptisch & romeins → waarde van voorgestelde getal wordt
bepaald door totaal van symbolen.
Subtractief principe= symbool met kleinere waarde staat voor een symbool met grotere
waarde.
, Metriek stelsel= Elke eenheid wordt in stappen 10x groter of kleiner
1.4.
Basisbewerkingen= optellen, aftrekken, vermenigvuldigen en delen
Diverse eigenschappen van bewerkingen
Communicatieve of wissel eigenschap = termen en eigenschappen verwisselen (ALLEEN
BIJ OPTELLEN EN KEERSOMMEN)
Associatieve eigenschap= Bij sommen met 3 of meer getallen kiezen welke je eerst
OPTELT OF KEER doet
Distributieve of verdeel eigenschap= Het opsplitsen van een getal (3x 14 = 3x 10 + 3 x 4)
(O,A,K,D)
Inverse relatie = som omdraaien (7x8=56 → 56:8=7)
1.5.
Uitspraak verschilt van hoe wij getallen schrijven
→ 52 → zeggen eerst de 2 en dan de 50
→ 1501 → vijftien honderd en duizend vijfhonderd
→ veertig en niet viertig, tien en niet tientig
1 x 10^6 = 1 000 000
Begrippen verschillen allemaal
SOM, VERSCHIL, PRODUCT, QUOTIENT
Operator= eerste getal in de som
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller s1142443. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.37. You're not tied to anything after your purchase.