Dit document bevat een samenvatting van alle aantekeningen van zowel colleges als werkgroepen. Ook de arresten en literatuur is binnen dit document samengevat als behandelde stof.
Rechtsfeiten
- Uitleggen wat alle begrippen uit het rechtsfeitenschema betekenen
- Feiten classificeren aan de hand van het rechtsfeitenschema
- Zelf voorbeelden geven per onderdeel van het rechtsfeitenschema
Rechtsobjecten
- Uitleggen wat de volgende begrippen betekenen: absoluut recht, relatief recht, goed,
zaak, roerende zaak, onroerende zaak, vermogensrecht
- Goederen classificeren aan de hand van de genoemde begrippen
- Zelf voorbeelden geven van goederen die vallen onder (een combinatie van) de
genoemde begrippen
Totstandkoming rechtshandelingen
- De regels met betrekking tot de totstandkoming van een rechtshandeling toepassen,
waaronder:
o Beoordelen of een natuurlijk persoon handelingsbekwaam is, en zo niet, wat
de gevolgen daarvan zijn
o De wilsvertrouwensleer toepassen
o Beoordelen of de aanwezigheid van een geestelijke stoornis de overeenkomst
aan tastbaar maakt
Totstandkoming overeenkomsten
- Naast de algemene regels met betrekking tot de totstandkoming van een
rechtshandeling, ook de bijzondere regels met betrekking tot de totstandkoming van
een overeenkomst toepassen, waaronder:
o Onderscheid maken tussen een aanbod en een uitnodiging tot het doen van
een aanbod
o Beoordelen of de totstandkoming van een aanbod kan worden voorkomen
door intrekking
o Beoordelen of een aanbod nog geldig is, of zijn kracht heeft verloren door
verwerping, tijdverloop of herroeping
o Beoordelen op welk tijdstip een overeenkomst tot stand is gekomen
Hoorcollege 1A:
Bronnen van privaatrecht
- Verdragen
- Europees recht
o Voorbeelden: richtlijn oneerlijke handelspraktijken, afd. 6.3.3A BW,
verordeningen op terrein internationaal privaatrecht (ipr)
- Grondwet (grondrechten)
- Burgerlijk Wetboek
- Faillissementswet & restant Wetboek van Koophandel
- Bijzondere wetten (IE-recht, functionele wetten)
o Voorbeelden: Auteurswet, Octrooiwet, Wet financieel toezicht
- Jurisprudentie
, - Ongeschreven recht: normen van maatschappelijke betamelijkheid, redelijkheid en
billijkheid, goede zeden
Grondbegrippen van privaatrecht
- Rechtssubject (Wie kan rechten hebben?)
o Natuurlijke personen
o Rechtspersonen
- Rechtsobject (Waarop kan men rechten hebben?)
o Zie schema 1 Rechtsobjecten.
- Subjectief recht (Welke status heeft een recht?)
o Absoluut (werking tegen allen, zoals eigendom, auteursrecht)
o Relatief (werking tegen bepaald persoon, zoals bij contract)
o Zie schema 2 Vermogensrechten.
- Rechtsfeit (Hoe ontstaan relatieve rechten en andere rechtsgevolgen?)
o (Zie Schema Rechtsfeiten, Canvas week 1)
Eigendom wordt met de zaak vereenzelvigd en valt daardoor buiten het schema.
Waar is het absolute recht op andere goederen dan zaken?
Kenmerken absoluut recht
- Absolute werking
o Met exclusiviteit
o Maar zeker niet onbeperkt:
Hinder (art. 5:37 BW)
Misbruik van bevoegdheid/recht (art. 3:13 BW)
Publiekrecht (“sociale eigendom”)
- Gevolgen absolute werking:
o Zaaksgevolg (droit de suite)
Arrest Blaauboer/Berlips
Maar bij relatieve rechten soms iets vergelijkbaars: overgang huur,
kwalitatieve rechten en verplichtingen
o Prioriteitsregel
Maar bij relatieve rechten iets vergelijkbaars voor dubbele rechten op
levering (art. 3:298 BW)
o Separatisme: faillissement als “lakmoesproef”
Bij relatieve rechten art. 3:277 BW: Paritas creditorum
Begrip “verbintenis”
- Vermogensrechtelijke rechtsbetrekking waarbij de ene partij (schuldeiser of crediteur)
tot een prestatie gerechtigd is, waartoe de ander (schuldenaar of debiteur) verplicht
is.
- Prestatie
o Geven (koop)
o Doen (arbeidsovereenkomst)
o Dulden (toestaan gebruik parkeerplaats)
o Nalaten (geen piano spelen)
, Elementen van de verbintenis
Systeem vermogensrecht
Grondbeginsel: bescherming eigendom (van wat je hebt)
“Die fiets is (en blijft) van mij!”
Liberaal-kapitalistische markteconomie
- Niet: iets is van wie dit het meest nodig heeft
- Niet: alles is van iedereen
Er moet een reden zijn voor vermogensverschuivingen en andere prestaties (zoals werk
doen voor een ander).
De reden (rechtsgrond) is meestal een verbintenis: een rechtsband waarbij de ene partij
recht heeft op een prestatie en de andere daartoe verplicht is.
Kernvraag is dan: hoe ontstaan verbintenissen?
Verbintenis kan ontstaan uit:
- Wet (direct)
- Overeenkomst (afspraak)
- Rechtmatige daad (in beginsel verwijtloos handelen)
- Onrechtmatige daad (in beginsel verwijtbaar handelen)
Halfopen stelsel van bronnen verbintenissen art. 6:1 BW
- Wet verwijst naar ongeschreven recht:
o Voorbeeld: art. 6:162 BW (maatschappelijke betamelijkheid)
o Voorbeeld: art. 6:2, 248 BW (redelijkheid en billijkheid)
- “Uit de wet voortvloeit” (art. 6:1 BW)
o Ook als verbintenis past in stelsel van de wet en aansluit bij wel in wet
geregelde gevallen (arrest Quint/te Poel)
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller evaaartsen. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.75. You're not tied to anything after your purchase.