College 1/H2 reader:
2.1: problemen in de gezondheidszorg en de rol van onderzoek
Praktijkproblemen: situaties die niet wenselijk zijn en waarvan we ons afvragen hoe we het kunnen
veranderen. Een praktijkprobleem is dus een waargenomen verschil tussen werkelijkheid en norm
worden ook wel handelingsproblemen genoemd.
Oplossen van een handelingsprobleem gaat via de
ontwerpcyclus ofwel de besluitvormingscyclus
Dan moet de oplossing worden gevormd. Als er bij
het ontwikkelen van een oplossing wetenschappelijke
kennis wordt gebruik spreken we van construeren of
ontwerpen. Dit kan van technologische aard zijn maar
ook organisatorisch, financieel, logistiek, juridisch of
farmacologische aard zijn.
Bij veel stappen in de ontwerpcyclus is kennis of
informatie nodig, dan heb je te maken met
kennisproblemen. Soms is deze kennis al bekend in
de literatuur, maar soms is deze kennis nog niet
bekend. Dan heb je te maken met een knowledge gap. Dan moet je zelf empirisch onderzoek om
deze kennis te achterhalen. empirisch onderzoek is op basis van het doen van waarnemingen tot
nieuwe kennis komen.
2.2: wetenschappelijk onderzoek als methode voor het verkrijgen van kennis
Onderzoek is een middel om kennis en inzicht te krijgen. Mensen zijn niet in alle gevallen in staat de
wereld op een zodanige manier te onderzoeken dat ze deze in alle gevallen echt leren kennen en
doorgronden (overgeneraliseren, dingen zien die er niet zijn, kunnen niet alles zien zoals magnetisch
veld). Hiervoor hebben we een escape route de rede = het menselijk denkvermogen of het
reflecterende oordeelsvermogen. De rede vormt de basis van het wetenschappelijke onderzoek door
het werken op een zodanige manier en toepassen van technieken om de beperkingen van de mens in
het leren kennen en begrijpen van de wereld om hen heen te overstijgen. Je gaat dus
wetenschappelijk onderzoek doen als de antwoorden niet ergens te vinden zijn, als de vragen
complex zijn en als het bepaalde soort antwoorden vereist (precisie). Er zijn 4-kenmerken die
wetenschappelijk onderzoek onderscheiden van andersoortig onderzoek:
1. Waarheidsvinding voorop
2. Strikte eisen aan de methoden waarop de kennis wordt vergaard: systematisch, objectief,
nauwkeurig en logisch
3. Waarheidsvinding betreft algemeen geldende regels of principes of universele wetmatige
beweringen (anders als dan bij medisch onderzoek, recherche of journalistiek)
4. Specifieke ethische en sociale normen zoals onafhankelijkheid, peer review en transparantie.
Empirische cyclus: universeel model voor de beste manier om aan
kennis te komen. Kennis van de werkelijkheid is waarschijnlijk. Uit
de waarnemingen kunnen hypothesen worden afgeleid. Dit noem
je inductie (deductie = tegenovergestelde). Karl Popper stelde dus
voor om deductie te gebruiken om deze hypothesen te toetsen,
het primaire doel is om deze te weerleggen (falsifiëren). Dit geeft
namelijk meer zekerheid omdat je dan zeker weet dat de
hypothese niet klopt.
Er worden in de empirische cyclus twee typen onderzoek onderscheiden:
Toetsend Explorerend
Onderzoeksvraag Gesloten (hypothese) Open
Doel Toetsen van vooraf gestelde hypothesen ontwikkelen van nieuwe ideeën
, (hypothesen)
Wijzigen vraag Vraag ligt vast Mag gewijzigd worden
Data verzameling Op 1 vaste manier, gestructureerde data Mag aangepast worden,
ongestructureerde data
Eisen aan methode Zeer strikt Minder strikt
Mate van zekerheid conclusies Redelijk zeker (afhankelijk kwaliteit) Voorlopig (moet getoetst worden).
2.3: het formuleren van de juiste vragen
Bij een kennisprobleem heb je een feitenkennisvraag nodig om op te lossen. Hier is het belangrijk dat
duidelijk is over wie/wat wil je iets gaan zeggen? Onderzoekseenheden zijn de personen of instelling
waar het onderzoek naar wordt gedaan. Deze kunnen bepaalde kenmerken hebben: de onderzoek
variabelen. Deze geven aan ten aanzien van wat je iets wilt zeggen en evt. de relaties hier tussen.
onderzoeks-/feitenkennisvragen worden ook wel ‘weten wat’ en ‘weten waarom’ vragen genoemd.
Enkele kenmerken zijn dus: er is 1 ‘waar’ antwoord en het doel is het produceren van kennis.
Bij een handelingsprobleem heb je te maken met een handelingsvraag (‘weten hoe’). Is geen goede
empirische onderzoeksvraag omdat niet duidelijk is wat je gaat onderzoeken maar staat meestal wel
op de achtergrond bij feitenkennisvragen.
Soms wordt er bij het formuleren van onderzoeksvragen ook normatieve vragen gesteld. Hierbij
moet afwegingen worden gemaakt die subjectief, plaats en tijd gebonden zijn. Er is dus geen
duidelijk antwoord. Naast deze vragen zijn er ook ethische, juridische, morele, esthetische, religieuze
en existentiële vragen en dit zijn net zoals normatieve vragen geen goede onderzoeksvragen (er
bestaat hierbij geen ‘waarheid’).
2.4: onderzoeksvragen en onderzoeksopzet
Twee subtypen onderzoek: bij een vraag met 1 fenomeen past beschrijvend onderzoek: kenmerken
van onderzoekseenheden (bijvoorbeeld leeftijd en geslacht van respondenten) beschreven. Bij een
vraag met 2 of meer fenomeen past relationeel onderzoek: kenmerken van onderzoekseenheden
met elkaar in verband brengen (effect van dit op dat). Relationeel onderzoek kan verklarend zijn,
maar ook voorspellend. Bij voorspellend onderzoek is het belangrijk om aan de hand van kenmerken
te kijken of een toekomstige situatie voorspeld kan worden zonder dat deze een oorzakelijke relatie
hebben met de situatie. Bij verklarend onderzoek wordt wél van een oorzakelijke relatie uitgegaan.
2.5: van probleem tot onderzoeksvraag – een samenvatting:
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller demi61. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.93. You're not tied to anything after your purchase.