100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Hoofdstukken Vermogensrecht $8.02   Add to cart

Summary

Samenvatting Hoofdstukken Vermogensrecht

 4 views  0 purchase
  • Course
  • Institution
  • Book

Samenvatting Hoofdstukken Vermogensrecht, alle hoofdstukken uit de syllabus. Inleiding Privaatrecht EUR

Preview 4 out of 47  pages

  • No
  • Alles behalve h3,11,12,13
  • January 24, 2023
  • 47
  • 2022/2023
  • Summary
avatar-seller
Hoofdstukken vermogensrecht

Hoofdstuk I Vermogensrechten

1.1 Inleiding
Burgerlijk recht: personen- en familierecht/vermogensrecht. Het vermogensrecht in
objectieve zin wordt gevormd door de regels die betrekking hebben op de (subjectieve)
vermogensrechten. A heeft een fiets, spaartegoed van 200 euro en een achternaam. A
vermogensrechten: eigendom fiets en vorderingsrecht jegens de bank. Achternaam hebben
is wel een recht, maar geen vermogensrecht, voldoet niet aan begripsomschrijving. Art 3:6
BW: rechten die, hetzij afzonderlijk hetzij tezamen met een ander recht, overdraagbaar zijn,
of ertoe strekken de rechthebbende stoffelijk voordeel te verschaffen, ofwel verkregen zijn
in ruil voor verstrekt of in het vooruitzicht gesteld stoffelijk voordeel, zijn vermogensrechten.

1.1.1 Goed, zaak, registergoed
Art 3:1 BW: goederen zijn alle zaken en alle vermogensrechten.
Art 3:2 BW: zaken zijn de voor menselijke beheersing vatbare stoffelijke objecten. Iedere
zaak is een goed, maar niet ieder goed is een zaak. Een vermogensrecht is wel een goed,
maar geen zaak.
Art 3:10 BW: registergoederen zijn goederen voor welker overdracht of vestiging inschrijving
in daartoe bestemde openbare registers noodzakelijk is. Alle onroerende zaken zijn
registergoederen. Sommige roerende zaken zijn registergoederen. Sommige
vermogensrechten zijn registergoederen.

1.2 Eigendom en vorderingsrecht
Grondvormen vermogensrecht.

1.2.1 Absolute en relatieve rechten
Vorderingsrecht is relatief. Het is een rechtsbetrekking tussen twee bepaalde personen:
schuldeiser en schuldenaar. Eigendom is een absoluut recht. Het kan worden gehandhaafd
jegens iedereen. Eigenaar tegen rest van de wereld: exclusiviteit en gevolg.
Eigendom is een exclusief recht. De eigenaar behoeft niet te dulden dat een ander van de
zaak gebruikmaakt. Eigendom heeft gevolg. Eigendomsrecht blijft op de zaak rusten, ook al
raakt zij in andere handen.

1.2.2 Zakelijke en persoonlijke rechten
Een zakelijk recht is een recht op een zaak/een stoffelijk object, art 3:2 BW. Een persoonlijk
recht is een aanspraak jegens een bepaalde persoon. Eigendom is een zakelijk recht. Een
vorderingsrecht is een persoonlijk recht. Zakelijke rechten zijn, anders dan persoonlijke
rechten, onderworpen aan twee beginselen: het individualiseringsprincipe en het
eenheidsbeginsel.

1.2.3 Individualisering
Eigendom van uitsluitend naar soort en hoeveelheid bepaalde zaken is niet mogelijk, art 3:84
lid 2 BW. Casus: A verkoopt 500 kratten aan B en A plakt stickers met de naam van B op 300
kratten en staakt daarna de bezigheid. B is dan eigenaar van 300 kratten.

,1.2.4 Eenheidsbeginsel
De constructie van twee wielen, frame, stuur en nog meer, heet ‘fiets’. De gebruiker ervaart
deze combinatie van de onderdelen als één geheel, als één ding, één fiets. Het recht volgt
hem hierin. In het recht gezien als eenheid. Dit brengt mee dat de afzonderlijke delen
goederenrechtelijk gezien één lot treft. Art 5:3 BW: voor zover de wet niet anders bepaalt, is
de eigenaar van een zaak eigenaar van alle bestanddelen.
Art 3:4 BW, twee criteria bestanddeel: de verkeersopvatting en een zeer hechte fysieke
verbinding.
Eenheidsbeginsel beperkt tot zakelijke rechten. Persoonlijke rechten met betrekking tot een
bestanddeel van een zaak die aan een ander toebehoort zijn wel mogelijk.
Van bestanddeelvorming op grond van verkeersopvatting kan sprake zijn, als de hoofdzaak
bij ontbreken van het bestanddeel ‘als onvoltooid moet worden beschouwd in de zin dat de
hoofdzaak dan niet geschikt is te beantwoorden aan haar bestemming’. Daarnaast kan de
omstandigheid dat een zaak in constructief opzicht specifiek op een hoofdzaak is afgestemd
een aanwijzing zijn dat zij als bestanddeel heeft te gelden.

Hoofdstuk II De totstandkoming van obligatoire overeenkomsten

2.1 Inleiding
De obligatoire/verbintenisscheppende overeenkomst vormt bij uitstek het middel waardoor
partijen zelfstandig onderlinge rechtsbetrekkingen kunnen aanknopen. Verbintenis:
vermogensrechtelijke rechtsbetrekking tussen twee of meer personen krachtens welke de
één tot een bepaalde prestatie is verplicht (schuldenaar, debiteur), terwijl de ander tot die
prestatie is gerechtigd (schuldeiser, crediteur).
Soms volgt verbintenis rechtstreeks uit de wet  1:392 BW
Soms verwijst de wet naar een bron waaruit verbintenissen kunnen voortvloeien  6:213
---- A verkoopt auto aan B  twee verbintenissen: verplichting tot eigendomsoverdracht van
de auto en de verplichting tot betaling van de koopprijs. A = schuldeiser. B = schuldenaar. Zie
artikelen: 7:1 jo. 7:9 jo. 7:26

Ook andere soorten overeenkomsten. Huwelijksvoltrekking (1:68). Familierechtelijke
overeenkomst. Bewijsovereenkomst.

2.2 Aanbod en aanvaarding
6:217 – een overeenkomst komt tot stand door een aanbod en de aanvaarding daarvan.
Aanbod = wilsverklaring waarin een voorstel tot het sluiten van een overeenkomst is vervat.
Voorstel moet duidelijkheid verschaffen over de belangrijke verplichtingen uit de ovk.
Aanvaarding van het bod doet de ovk tot stand komen.
Verschaft het voorstel om een ovk te sluiten onvoldoende duidelijkheid over de belangrijkste
verplichtingen, dan is sprake van een uitnodiging tot het doen van een aanbod.
HR – wanneer advertentie een aanbod  een uitnodiging om in onderhandeling te treden,
waarbij niet alleen prijs en eventuele verdere voorwaarden van de koop, maar ook de
persoon van de gegadigde van belang kunnen zijn.
Bijkomstige rechten en verplichtingen hoeven niet in het aanbod te zijn vastgelegd.

In enkele gevallen komt een ovk tot stand zonder dat kan worden uitgemaakt welke
verklaring het aanbod bevat en welke de aanvaarding: wanneer een derde een voorstel doet

,tot het sluiten van een ovk dat door beide partijen wordt aanvaard/ wanneer een aanbod tot
koop en een aanbod tot verkoop met dezelfde inhoud elkaar kruisen.

Aanbod gevolgd door aanvaarding daarvan leidt tot het tot stand komen van een ovk. Na
een tijdige aanvaarding kan de aanbieder niet langer op zijn aanbod terugkomen en zich
eenzijdig aan de contractuele gebondenheid onttrekken.

Aanbod schept een wilsrecht: een recht om door eenzijdige wilsverklaring een rechtsgevolg
in het leven te roepen, ovk.
Het aanbod verliest zijn kracht in de volgende gevallen:
a. Het aanbod wordt verworpen door degene tot wie het is gericht. 6:221 lid 2.
b. Door enkel tijdverloop. Is de termijn niet uitdrukkelijk bepaald, dan hangt de
geldigheidsduur van het aanbod af van de wijze waarop het is gedaan. Een mondeling
aanbod dient in dat geval terstond te worden aanvaard. Als dit niet gebeurt, verliest
het aanbod zijn kracht. Is er een schriftelijk aanbod waarin geen termijn van
geldigheid is opgenomen, dan behoudt het zijn kracht slechts gedurende de tijd die
de wederpartij redelijkerwijs nodig heeft om zich op het aanbod te beraden en zijn
antwoord aan de aanbieder te doen toekomen. 6:221 lid 1.
c. Aanbieder herroept zijn aanbod. 6:219 lid 1. Voorbeeld – contractuele gebondenheid
voorkomen door aanbod te herroepen voordat het aanbod is aanvaard, of een
mededeling houdende aanvaarding heeft verzonden. 6:219 lid 2.

2.2.1 Twee afwijkende vormen van het aanbod: het vrijblijvend en het onherroepelijk
aanbod
- Is er sprake van een vrijblijvend aanbod, dan kan ook na aanvaarding het aanbod worden
herroepen op voorwaarde dat dit onverwijld geschiedt, 6:219 lid 2. Aanbod moet de
mededeling bevatten dat het een vrijblijvend aanbod is. Aanbod meet verzwakte werking.
- Onherroepelijk aanbod  het aanbod kan gedurende de termijn van onherroepelijkheid
niet worden herroepen, ook al is het aanbod nog niet aanvaard, 6:219 lid 1. Aanbod met
versterkte werking.

Varianten onherroepelijkheid van het aanbod:
1. Partijen scheppen langs contractuele weg een onherroepelijk aanbod.
2. Uit het aanbod zelf vloeit voort dat het gedurende bepaalde tijd niet kan worden
herroepen.

Onderscheiding: herroepen van een aanbod & intrekken van een verklaring.
Bij intrekking van verklaring wordt voorkomen dat een geldig aanbod tot stand komt.
Werking  3:37 lid 5.

2.2.2 Op welk tijdstip komt de overeenkomst tot stand?
Ovk komt tot stand door aanvaarding van het aanbod. Op welk moment is er sprake van een
aanvaarding? Bij rechtstreeks mondeling en telefonisch contact is dit geen probleem. Bij een
trager werkend communicatiemiddel is het wel een probleem.
Twee vragen onderscheiden:
a. Hoe lang kan een aanbod worden herroepen?  6:219 lid 2: tot het moment van
aanvaarding, dan wel de verzending van de mededeling houdende aanvaarding.

, b. Op welk tijdstip komt de ovk tot stand?  3:37 lid 3: een tot een bepaalde persoon
gerichte verklaring (aanvaarding) moet, om haar werking te hebben, die persoon
hebben bereikt = ontvangsttheorie.
Dus: de dag dat de mededeling/brief van aanvaarding wordt bezorgd bij degene die het
aanbod heeft gedaan. Dat is het tijdstip dat de ovk tot stand komt.

2.3 Handelingsbekwaamheid
Art 3:32 lid 1: iedere natuurlijke persoon is bekwaamd tot het verrichten van
rechtshandelingen, voor zover de wet niet anders bepaalt.
Wie niet in staat is om de betrokken belangen bij het verrichten van rechtshandelingen te
taxeren en de draagwijdte van zijn initiatieven kan overzien, behoort niet zelfstandig deel te
nemen aan het rechtsverkeer en dient te worden bijgestaan door een vertegenwoordiger.
- Handelingsbekwaam = de mogelijkheid zelfstandig rechtshandelingen te verrichten
waaraan men zelf onaantastbaar wordt gebonden.
Gebondenheid voortvloeiend uit onrechtmatige daad en de mogelijkheid een
rechtshandeling te verrichten in naam van een ander, worden niet bestreken door het
vereiste van handelingsbekwaamheid.
Handelingsonbekwame kan wel als vertegenwoordiger optreden.
- Wie de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt, tenzij gehuwd/gehuwd geweest, is (in
beginsel) handelingsonbekwaam. De overigen zijn (in beginsel) handelingsbekwaam.
Er zijn wel uitzonderingen op dit uitgangspunt.

Enige gevallen waarin de minderjarige zelfstandig volledig geldige rechtshandelingen kan
verrichten:
a. 1:234 lid 1  toestemming wettelijk vertegenwoordiger
b. 1:234 lid 3  veronderstelde toestemming. Toestemming wordt verondersteld
verleend te zijn, indien het een rechtshandeling betreft ten aanzien waarvan het in
het maatschappelijk verkeer gebruikelijk is dat minderjarigen van deze leedtijd deze
zelfstandig verrichten
c. 1:235  handlichting. Aan minderjarigen (minstens 16 jaar) beperkte
handelingsbekwaamheid te verlenen. Beschikking van kantonrechter nodig waarbij
de verleende bevoegdheden uitdrukkelijk worden omschreven
d. 4:55  maken testament. Minderjarigen die 16 hebben bereikt, kunnen uiterste
wilsbeschikkingen maken. Testament is onaantastbaar
e. 7:447 lid 1  aangaan geneeskundige behandelovereenkomst. Minderjarige die 16
heeft bereikt, is bekwaam tot het aangaan van een behandelovereenkomst ten
behoeve van zichzelf
f. 7:612 lid 1  aangaan arbeidsovereenkomst. Minderjarige die 16 heeft bereikt, is
bekwaam tot het aangaan van arbeidsovereenkomst.

Gevallen van handelingsonbekwaamheid bij meerderjarigen (curatele):
De wetgever acht ten aanzien van onder andere geestelijk gestoorden, drugsmisbruikers en
alcoholici de kans aanwezig dat zij – hoewel meerderjarig – niet in staat zijn hun belangen
behoorlijk te behartigen.
Curatele biedt het middel bepaalde meerderjarigen handelingsbekwaamheid te ontnemen,
1:381. Rechter spreekt ondercuratestelling uit en benoemt curator. Curator is wettelijke
vertegenwoordiger.

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller erdgnb1905. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $8.02. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

77851 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$8.02
  • (0)
  Add to cart