B2 Spelling
Samengestelde zinnen
- zinnen met 2 ond. en 2 pv
- let op! welk ww bij welk ond?
Persoonsvorm in de tegenwoordige tijd
Ev 1e pers. - ik ik-vorm
Ev 2e pers. - jij/je/u ik-vorm + t
Ev 3e pers. - hij/zij/het ik-vorm + t
Mv 1e pers. - wij infinitief
Mv 2e pers. - jullie/u infinitief
Mv 3e pers. - zij infinitief
Persoonsvorm in de verleden tijd
Voltooid deelwoord
- het vdw van een sterk ww schrijf je hoe je het hoort
- Het vdw van een zwak ww schrijf je door het langer te maken of er een bnw
van te maken, en dan de letter te gebruiken die je hoort
- je kan ook ‘t kofschip gebruiken om te kijken of het met een -d of een -t moet
Gebiedende wijs
- een zin met een bevel of aansporing
- een zin zonder onderwerp
- de pv schrijf je in de ik-vorm
, NL Samenvatting B2 & B3
Werkwoorden uit het Engels
- hetzelfde vervoegd als in het Nederlands
- als de stam eindigd met een sisklank, schrijf je -te of -t
- let op! Soms is er een onhoorbare -e (BV race-racete, niet racte)
Bijvoeglijk naamwoorden
- stoffelijk bnw eindigd vaak met -en (nieuwe zoals plastic zonder uitgang)
- bnw afgeleid van vdw dat eindigd op -en eindigd ook op -en
- eindigd het vdw op -d of -t, dan moet het bnw ook eindigen op -d of -t
- altijd zo kort mogelijk (soms kan dat niet door uitspraakregels)
Hoofdletters
- eerste woord van een zin (als de zin met een apostrof begint schrijf je het
woord daarachter met een hoofdletter. Als de zin met een getal begint schrijf
je geen hoofdletter)
- namen (het eerste woord van de naam, dus Eva van Ham, mevrouw Van
Ham)
- merknamen (kleine letter bij generalisatie → merk = product, BV barbiepop)
- heilige namen (namen van religies, gelovigen en politieke stromingen niet)
- titels van boeken series, films, enz.
- feestdagen (afleidingen van feestdagen niet)
- namen van tijdperken met kleine letter (BV steentijd)
B3 Spelling
Meervoud zelfstandige naamwoorden
- vaak schrijf je het mv net zoals je het uitspreekt (vb. banken)
- sommige woorden die eindigen op -e hebben 2 mv’s: -n en -s (vb. ziekte-s/-n)
- sommige woorden die eindigen op -s of -f moeten soms in mv worden
veranderd in -z of -v (vb. grenzen)
- woorden die eindigen op -ee of -ie krijgen een trema:
➢ ligt de klemtoon op de eerste laatste lettergreep, dan -ën
➢ anders zet je een trema op de eerste -e van het woord
- woorden die eindigen op een klinken moeten een apostrof +s als je het
anders verkeerd zou uitspreken
- bij woorden die eindigen op een onbeklemtoonde -el, -es, -et, -ik, of -it mag je
de laatste medeklinker niet verdubbelen
- sommige woorden die eindigen op -man kunnen als mv ook -lieden of -lui
worden, dit zijn meestal beroepen (vb. zaken-mannen/-lieden/-lui)
- woorden uit het latijn hebben vaak nog een latijnse mv (bv. museum, musea)
- sommige woorden hebben alleen ev of alleen mv (vb. rommel omstreken)
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller fleurdenboernl. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.25. You're not tied to anything after your purchase.