Concept 2.1
Elementen en chemische verbindingen
- Alle organismen bestaan uit materie en materie is gemaakt van elementen
- Chemische verbinding is opgebouwd uit 2 of meer verschillende elementen in een
vaste verbinding
Elementen van het leven
- Essentiele elementen = 20-25% van de 92 bestaande elementen zijn noodzakelijk
voor levende organismen
- 96% van organismen bestaat uit 4 elementen
o Zuurstof, O
o Koolstof, C
o Waterstof, H
o Stikstof, N
- Overige 4% uit trace elementen
o Slechts weinig elementen
o Sommige specifiek voor specifieke organismen
Concept 2.2
Atomen
- Protonen
- Neutronen
- Elektronen
Protonen en neutronen samen in atoomkern
Elektronen in wolk om de kern
Massa getal = protonen + neutronen
- Elk neutron en protonen massa getal van 1 Dalton (Da)
- Massa elektronen verwaarloosbaar
- Linksboven van het element
Atoomnummer = aantal protonen
- Atomen met een gelijk atoomnummer
o Zelfde chemische eigenschappen
o Zelfde element
Isotopen zijn atomen met
- Hetzelfde aantal protonen
- Verschillend aantal neutronen
Meeste isotopen stabiel, sommige onstabiel radioactieve isotopen
- Koolstof-14 stikstof-14
- Vervalsnelheid uitgedrukt in halfwaardetijd
- Varieert van seconden tot 10^9 jaren
Toepassingen
- Radioactieve tracers
- Radiometrische datering
Elektronen verdeling
- Chemische eigenschappen van atoom worden bepaald door verdeling elektronen in
elektronenschillen (2,8,7)
, - Valentie elektronen elektronen in buitenste schil valentieschil
- Elementen met zelfde verdeling valentie elektronen
o Chemisch zelfde eigenschappen
- Atomen proberen hun buitenste schil vol te krijgen
o Elementen met een volle valentieschil zijn chemisch inert
(reageren nauwelijks)
Elektronen orbitalen
- Een Orbitaal is de ruimte waarin een elektron 90% van de tijd is
- Elke elektronen schil bestaat uit een specifiek aantal
orbitalen
- Elk orbitaal bevat 2 elektronen
o Schil 1: 1s
o Schil 2: 2s, 2px, 2py, 2pz = 8
o Opvul volgorde orbitalen
Concept 2.3
Bindingen
- Atomen met een incomplete valentieschil Proberen schil vol te krijgen
o Elektronenparen delen = covalente binding
o Elektronen overdragen = ionbinding
Covalente binding
o Interactie tussen atomen
o Elektronen tellen nu mee in de valentieschil
o Sp3 hybridisatie zorgt voor Tetrahedron
- Molecuul: 2 of meer atomen gebonden door covalente binding
o Enkele covalente binding: 1 elektronenpaar gedeeld (H2O, NH3, CH4)
o Dubbele covalente binding: 2 elektronenparen delen (CO2)
o Drievoudige covalente binding (N2)
- Elektronen worden niet altijd eerlijk gedeeld, afhankelijk van
elektronegativiteit van het atoom
o Afhankelijk van aantal protonen en afstand van schil tot kern
o Over het algemeen, naar rechts en naar boven >> hogere elektronegativiteit
o Het verschil in elektronegativiteit bij een binding bepaald het type binding:
1. Niet-polaire covalente binding (H2)
o Elektronen gelijk verdeeld
o Verschil elektronegativiteit minder dan 0,5
2. Polaire covalente binding (H2O)
o Elektronen dichter bij 1 van de atomen
o Verschil elektronegativiteit 0,5 tot 1,6
o Zorgt voor partiële ladingen in het molecuul
Ionbinding
o Atomen nemen soms elektronen geheel over van hun
bindend partneratoom
o Na de overdracht >> beide atomen geladen
o Geladen atoom/molecuul = ion
Kation is positief geladen
, Anion is negatief geladen
o Chemische verbindingen die ionbindingen vormen = zouten
o Vormen kristallen
Zwakke chemische interacties
o Naast covalente bindingen ook zwakkere interacties tussen
moleculen/atomen
1. Waterstofbruggen
o Waterstof atoom covalent gekoppeld aan sterk elektronegatief atoom,
aangetrokken tot ander elektronegatief atoom
2. Van der Waalskrachten
o Door toeval elektronen niet gelijkmatig verdeeld over molecuul, daardoor
aantrekkingskrachten tussen moleculen die erg dichtbij elkaar zijn
- Zwakke chemische interacties zorgen dat veel grote biologische moleculen in corm
blijven
o Interactie is reversibel
Molecuulvorm en functie
- Vorm van molecuul wordt bepaald door positie orbitalen
- Covalente binding
o S en p orbitalen hybridisatie
- Tetrahedron vorming, verklaart de vorm molecuul
- Vorm bepaald functie en interacties
Chemische reacties maken en breken chemische binding
o Start moleculen: reactanten of substraat
o Eind moleculen: producten
- Alle reacties zijn (theoretisch) reversibel
o Reactie loopt tot er een chemisch evenwicht is
(dimeer = verbinding uit twee eenheden, monomeren
Hoofdstuk 3 Water
Concept 3.1 Polariteit van water
(1 mol water = 18 gram en 1 liter water = 55,6 mol water)
Polaire covalente binding
- Water is een polair molecuul waarbij de lading ongelijk verdeeld is
- Watermoleculen vormen waterstofbruggen
o Zwakke binding
o Kort durend
o Wisselen voortdurend
Concept 3.2
Cohesie eigenschappen van water
- Door waterstofbruggen blijven watermoleculen bij elkaar cohesie
- Aantrekking tussen water en andere stoffen adhesie
- Oppervlaktespanning (surface tension) van water is erg hoog door cohesie
Temperatuur en thermische energie
- Thermische energie is de kinetische energie van de moleculen, willekeurige
bewegingen van moleculen en atomen
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller julietoutenhoofd. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.83. You're not tied to anything after your purchase.