1.1 Inleiding
Almacht van de media-theorie = verschillende stromingen van de begintijd logisch
voortvloeisel uit de stimulus-responstheorie -> almacht van de media-theorie model:
Zender Ontvanger
Boodschap Effect
Kenmerken van de almacht van de mediatheorie:
Massamedia bereiken iedereen
Het beïnvloedingsproces is eenrichtingsverkeer van de zender naar de ontvanger
Er is een direct verband tussen inhoud van de boodschap en invloed op de ontvanger
De ontvanger is in staat en bereid alle boodschappen op te nemen
De ontvanger neemt de inhoud van de boodschap passief en kritiekloos over
De (veelal slechte) invloed van de media wordt niet betwijfeld
Er zit geen filter tussen zender en ontvanger
De massamens is meer ontvankelijk voor de invloed van de media dan de elite
1.2 Varianten op de theorie
Naamgevingen binnen de almacht van de media-theorie:
Stimulus-responsmodellen (S-R): een reflex door eerdere ervaringen
Injectienaaldtheorie: passiviteit van de ontvangers media prikt en steekt
voortdurend in het passieve lichaam van de ontvanger
Transportband: van boodschappen gebaseerd op het directe verband tussen de
inhoud en van een boodschap en het effect daarvan
Lont in het kruitvat: illustreert grote zekerheid over het effect dat zal optreden
lont hoeft alleen maar aangestoken te worden de rest gebeurt vanzelf
Bullet theory: eenrichtingsverkeer in het communicatieproces en de passieve rol van
de ontvanger zender schiet kogels af, ontvanger wordt beschoten
Injectienaaldtheorie/bullet theory/one-step-flow: je injecteert het nieuws, je schiet een
kogel van informatie, 1 iemand vertelt en de rest geloofd het (allemaal hetzelfde)
Model = een gesimplificeerd raamwerk van (een deel van) de werkelijkheid.
Kenmerken/verschijnselen uit de werkelijkheid (variabelen) en de relaties hiertussen vormen
de essentie van een model voor verklaringen van de relaties hebben we theorieën nodig
4 functies van een model:
Het organiseren van de werkelijkheid
Het inzichtelijk maken van de werkelijkheid
Het kunnen doen van voorspellingen
Het kunnen meten van de werkelijkheid
2 modellen van belang met betrekking op de almacht van de media-theorie:
, Model van Lasswell
o Who ----- zender
o Says what ----- boodschap
o In witch channel ----- kanaal/medium
o To whom ----- ontvanger
o With what effect ----- effect
Model van Shannon en Weaver: bevat dezelfde dingen als Lasswell maar is niet blind
voor subjectieve processen die een rol spelen bij communicatie
o
1.3 Illustraties van het almachtdenken
Rol van propaganda = verspreiding van communicatieboodschappen die tot doel hebben het
publiek in de door de zender gewenste richting te beïnvloeden tijdens WO 1 werd
propaganda ingezet om haat van de bevolking tegen de vijand aan te wakkeren, hierdoor
keurde de bevolking de oorlog goed nodig om materiële en immateriële kosten te
rechtvaardigen
Propaganda = het overtuigen van mensen van een bepaald standpunt, door beïnvloeding
van de publieke opinie als er in een campagne gebruik wordt gemaakt van overdrijving,
manipulatie of leugens is er sprake van propaganda
Het Insitute for Propaganda Analysis: identificeerde 7 propagandatechnieken en verspreidde
de omschrijving in de VS door persberichten en pamfletten
1. Name calling = aanduiden van een idee, persoon of bedrijf met een woord dat
negatieve connotatie heeft mensen verwerpen dit zonder reden of bewijs te
zoeken
2. Glittering generality = aanduiden van een persoon, product of idee met een
woord dat een positieve connotatie heeft mensen accepteren het idee zonder
dat er verdere argumenten voor nodig zijn
3. Transfer = als een idee, persoon, bedrijf of product acceptabeler wordt door
associatie met de deugdzame/gerespecteerde eigenschappen prestige of
autoriteit van een ander object de deugdzame eigenschappen worden
overgebracht op het idee/product waar reclame voor wordt gemaakt
4. Testimonial = stemverklaring/getuigenis van ‘goede’ en ‘slechte’ mensen
waardoor het idee in een goed, respectievelijk/kwaad daglicht wordt geplaatst
5. Plain folks = een idee wordt gepresenteerd als het ware ‘van het volk’: de
opvatting van gewone mensen idee/opvatting is gewoon/normaal
6. Bandwagon = mensen sluiten zich graag aan bij een (nieuwe) trend ‘iedereen
gaat het doen, dan wel zou willen doen’ er wordt niet gesuggereerd dat het
goed of normaal is
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller anoukvanderwal. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.70. You're not tied to anything after your purchase.