100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Hoorcolleges Solidariteit tussen jong en oud in arbeid, zorg en welzijn $4.34   Add to cart

Class notes

Hoorcolleges Solidariteit tussen jong en oud in arbeid, zorg en welzijn

3 reviews
 214 views  4 purchases
  • Course
  • Institution

Aantekeningen van alle hoorcolleges (1 t/m 8) van Solidariteit tussen jong en oud in arbeid, zorg en welzijn.

Preview 3 out of 36  pages

  • May 11, 2016
  • 36
  • 2014/2015
  • Class notes
  • Unknown
  • All classes

3  reviews

review-writer-avatar

By: natasjavdm • 7 year ago

review-writer-avatar

By: hilde_brons • 6 year ago

review-writer-avatar

By: ashleybouwhuis • 7 year ago

avatar-seller
Solidariteit tussen jong en oud in arbeid zorg en welzijn
Hoorcollege 1

Intergenerationele relaties  relaties die we hebben binnen families en binnen de
samenleving

Generaties
-Binnen families  de positie van familieleden binnen verticale familierelaties
-In de samenleving  bevolkingsgroepen uit verschillende geboortejaren. Socialisatie in een
bepaalde sociaal, economisch en culturele context. Geven en ontvangen in de verzorgingsstaat

Uitwisseling is het sleutelwoord als het gaat om intergenerationele relaties  uitwisseling
van verschillende typen ondersteuning.
Kan zowel in de private sfeer (families, vriendenkringen) als de publieke sfeer (gaat over
sociaal beleid, in de samenleving) plaatsvinden.
De verbindingen hiertussen zijn ook belangrijk, ze beïnvloeden elkaar ook (zie dia’s).

Veronderstellingen zijn er ook t.o.v. familierelaties. Veronderstellingen t.o.v. familie relaties
beïnvloeden het sociaal beleid.
De veronderstellingen zijn niet statisch, maar veranderen door de tijd heen. Hierdoor wordt
het sociaal beleid dus ook anders per tijdsperiode.

Wat zijn de veronderstellingen als het gaat om veronderstellingen over familierelaties:
-Bijv. dat ouders financiële ondersteuning geven voor studie etc.

Veronderstellingen over pensioenen:
-Je krijgt je pensioen/AOW wanneer je pensioengerechtigd bent

Veranderingen in intergenerationele verbindingen
Er zijn maatschappelijke veranderingen en veranderingen in beleid.

, Solidariteit tussen jong en oud in arbeid zorg en welzijn
Hoorcollege 2

Stelling: De doe‐democratie (c.q. Participatiesamenleving) vergroot de solidariteit tussen
generaties (binnen families en/of binnen de maatschappij) omdat het mensen aanmoedigt om
een actievere rol te nemen in de zorg voor anderen.

Verschillen in intergenerationele verbindingen tussen samenlevingen:
– Familie relaties
– Welfare regimes (verzorgingsstaten)

Factoren die intergenerationele verbindingen (kunnen) beïnvloeden:
– Maatschappelijke veranderingen
– Beleidsontwikkelingen

Verschillen in intergenerationele verbindingen tussen samenlevingen

Familierelaties I
Family ties…weak or strong ties? Zijn er patronen in de familierelaties te ontdekken?
• Reher (1998): er is een belangrijk verschil in familierelaties tussen Noord en Zuid Europa,
met name dat er zwakkere familierelaties zijn in Centraal en Noord Europa en sterkere
verbindingen in Zuid-Europa..
• Zwakkere familierelaties in Centraal en Noord Europa (en ook Noord Amerika):
– Jongeren worden vroeger onafhankelijk
– Meer publieke (of private) voorzieningen voor jongeren
– Individualisme  het idee dat in de maatschappij heerst
• Sterkere familiale verbindingen in Zuid Europa
– Jongeren worden later onafhankelijk
– Familieleden zorgen voor elkaar  dit is daar ook een (impliciete) verwachting
– Collectivisme (i.p.v. individualisme)

Familierelaties II
• Publiek vs private voorzieningen: samenhang familie relaties en welfare regimes
• Zelfstandige jongeren?
• Verschillende mate van individualisering?

Individualisering
(zie dia voor definitie!)
Je kunt individualisering vanuit verschillende oogpunten bekijken. Wij gaan het bekijken als
een proces. Dus individualisering als proces. Naast individualisering zijn er een aantal
belangrijke processen die op individualisering zelf van invloed zijn. Bijv. instituties.
Tradities maken plaats voor individuele verantwoordelijkheid. We zien ook
privatisering onze waarden worden minder gevormd door sociale processen, maar
meer door zelfreflectie. Er is ook minder samenhang tussen de opvattingen van verschillende
leefgroepen in een land (bijv. stad/platteland). De waarden die we hebben binnen één land
worden daardoor heterogener (meer divers).
In welke mate is de individualisering van invloed op familierelaties?
Het idee van individualisering neemt toe, we geven meer betekenis aan individualisering
dan vroeger en dat heeft belangrijke consequenties voor de familierelaties.

, Individualisme als culturele moreel zou meer heersen in Noord en Centraal Europa
dan in Zuid-Europa, volgens de theorie van Reher.

Plaatje van zelfstandig wonen: hier zie je dat Nederland relatief vroeg (4 e) is wanneer mensen
op zichzelf gaan wonen (en dus individualistisch zou je kunnen zeggen en minder op familie
gericht). Op dit plaatje zie je ook duidelijke verschillen tussen Noord en Zuid-Europa. Vooral
in de landen in Zuid-Europa blijven mensen langer thuis wonen, en wellicht zijn de
mensen daar dus meer gericht op familie dan de mensen in Noord-Europa.
Kritiek op dit plaatje: uit huis gaan is niet het enige wat familiebanden beschrijft.
Financiële middelen spelen ook een rol bij uit huis gaan en niet alleen familiebanden.

Familierelaties III
• Maar: Er zijn ook belangrijke verschillen binnen samenlevingen. Dus het is wel erg
zwart/wit om te zeggen dat er tussen Noord en Zuid-Europa puur verschillen zijn, je moet ook
naar verschillen binnen landen kijken. (!)
• Dykstra and Fokkema (2011), kijken naar binnenlanden, naar verschillen binnen landen:
– 4 typen familie relaties in Noord‐ en Zuid‐ Europa:
• Descending familialism: vlakbij wonen, frequente contacten, familie verantwoordelijkheid
als norm, hulp van ouders naar kinderen (descendingvan boven naar beneden) = 35%
• Ascending familialism: vlakbij wonen, frequente contacten, familie verantwoordelijkheid
als norm, hulp van kinderen naar ouderen (ascendingvan beneden naar boven) = 25%
• Supportive‐at‐distance: niet vlakbij wonen, frequente contacten, familie
verantwoordelijkheid niet als norm, hulp van ouders naar kinderen = 7%
• Autonomous: niet vlakbij wonen, weinig contact, familie verantwoordelijkheid niet als
norm, weinig hulp uitgewisseld =33%
– Frequentie van de 4 typen verschilt per land (geen duidelijk Noord‐Zuid verschil)
– Wat hieruit dus blijkt: Individuele en familiale kenmerken zijn van belang naast de
verschillen die er zijn tussen landen

Familierelaties IV
Familie relaties in relatie tot welfare regimes:
publiek of private voorzieningen?
Worden familierelaties beïnvloed door publieke of private voorzieningen?

“Welfare regimes” Esping‐Andersen (1990; 1999) (ZIE DIA met schema)
Er is een relatie tussen de markt, de staat en de familie.
Deze theorie gaat uit van: Mate van afhankelijkheid van de markt (arbeidsmarkt).
Decomotivatie = in hoeverre ben je afhankelijk van de markt en in hoeverre gaat de staat je
helpen als je de markt niet op kunt. Dus in hoeverre gaat de Staat je helpen als je geen werk
hebt.
-Sociaaldemocratisch verzorgingsstaat = de staat is het belangrijkst
-Liberale verzorgingsstaat = staat waar de markt het belangrijkste is.
-Conservatief, corporatistisch verzorgingsstaat = staat waar de familie het belangrijkst is (bijv.
Duitsland)
Probleem met deze theorie: hij gaat uit van het idee dat iedereen kan en wil participeren op
de arbeidsmarkt, zoals vrouwen.

(De)familialisering
(de)familialisering= De mate waarin de staat individuele of huishoudelijke zorgtaken over
neemt

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Estherstuvia. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $4.34. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

64438 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$4.34  4x  sold
  • (3)
  Add to cart