100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
samenvatting materieel strafrecht $7.07   Add to cart

Summary

samenvatting materieel strafrecht

 9 views  0 purchase
  • Course
  • Institution

samenvatting materieel strafrecht leerjaar 2

Preview 4 out of 31  pages

  • January 25, 2023
  • 31
  • 2020/2021
  • Summary
avatar-seller
Week 1
 de bronnen van het materiële strafrecht benoemen;

 Wet → Wetboek van Strafrecht en bijzondere strafwetten (o.a. WVW, WWM, Opiumwet)
Sr  boek 1: algemene bepalingen zoals poging
Boek 2: misdrijven
Boek 3: overtredingen
Bijzondere strafwetten  strafrechtelijke norm in een wetsartikel en in ander wetartikel
misdrijf of overtreding en weer in ander artikel strafbedreiging
 Jurisprudentie  uitspraken
 Verdragen  EVRM bv. 6 EVRM
 Rechtsbeginselen  bijvoorbeeld legaliteitsbeginsel, beginsel geen straf zonder schuld
 Literatuur
 uitleggen wat het materieelrechtelijke legaliteitsbeginsel inhoudt;

 wordt ook wel het nulla poena sine praevia lege poenali genoemd.
 De straf moet berusten op een voorafgaande wettelijke strafbepaling die voorafgaand feit
is opgenomen in de wet
 relevante wetsartikelen: 16 Gw, art. 1 Sr en EVRM (let op verschil tussen 1 Sr en 1 Sv)
1 Sr  legaliteitsbeginsel  gedrag is slechts strafbaar indien dit van te voren door een wet
strafbaar is gesteld
16 Gw en 7 EVRM  strafbaarstelling op grond van gewoonterecht is NIET mogelijk!
 subregels uit nulla poena

• De straf moet berusten op een wet in formele zin  art. 1 Sr  strafbepaling kan ook
afkomstig zijn van gemeentelijke wetgever, MAAR gemeentelijke wetgever kan niet
zelf een strafbepalingen is gebonden aan 153 Gemw. Dus altijd op wet in formele zin
• Het verbod van terugwerkende kracht  Burgers moeten kunnen weten welk
handelen wel en welke handelen niet strafbaar is gesteld. Een voorafgaande
strafbepaling is noodzakelijk
• Bestimmtheitsgebot (lex certa)  wettelijke strafbepaling moet specifiek en helder
zijn  verbod open normen (5 WvW
• Het verbod van analogische interpretatie  je kunt niet zeggen het is niet geregeld in
Strafrecht maar lijkt wel hierop  dat mag niet
Grens tussen ruime uitleg is soms niet heel helder. Elektriciteitarrest

 het beginsel ‘geen straf zonder schuld’ toelichten;
 Geen straf zonder schuld  om straf op te leggen is een zekere mate van verwijtbaarheid
nodig
 Verwijtbaarheid  persoonlijke individuele verwijtbaarheid
Verdachte wordt voor onschuldig gehouden totdat schuld door de rechter is vastgesteld (art.
6 lid 2 EVRM)
Onschuldigpresumptie onschuldig totdat schuld is vastgesteld dus verdachte en geen
dader
*Melk en water arrest, is het hem te verwijten dat hij een feit heeft gepleegd
 Ongeschreven recht is geen strafbaar feit, maar kan strafbaarheid wel inperken!

,  de doelen en functies van straffen beschrijven en deze in een rechterlijke uitspraak
herkennen.
 doelen
1. Absolute theorieën = vergelding = het zien van straf als doel opzicht. Theorieën
kijken naar het verleden en willen de balans en evenwicht terugbrengen
2. Relatieve theorieën = generale en speciale preventie. = hebben als kenmerk dat ze
NIET naar verleden kijken MAAR naar de toekomst. Relatie met een of andere
straffen, bijvoorbeeld de wens om herhaling in de toekomst te voorkomen

- Speciaal = veroordeelde niet in herhalen laten vallen
- Generaal = voor de rest
 Meer richting verharding en verzakelijking, maar ook preventie en mediation

 functies  doeleinden die in de literatuur aan de straf worden toegeschreven  generale,
speciale preventie, beveiliging, verbetering , voorkomen eigenrichting, wetshandhaving,
normbevestiging en normvorming  functies van straffen

 Extra: een traditionele definitie van de straf is het toebrengen van als zodanig beoogd leed.
Dit zijn punitieve sancties. De wetgever stelt door bepaald gedrag strafbaar te verklaren e
het toebrengen van leed in het vooruitzicht in geval van wetsovertreding.
Het strafrecht heeft als gedachte dat enerzijds vanzelfsprekend bestaansrecht heeft, maar
anderzijds als ultimum remedium moet worden beschouwd; het moet daarom zonder twijfel
worden ingezet, maar met terughoudendheid

Week 2
 van een willekeurige delictsomschrijving de verschillende bestanddelen
onderscheiden;




Alle strafbare feiten hebben 4 voorwaarden gemeenschappelijk
 Menselijke gedraging  mensen, ondernemingen, organisaties die een gewilde
spierbeweging. Doen of nalaten. (art. 51 Sr ook rechtspersonen)
 Delictsomschrijving  het legaliteitsbeginsel  er moet altijd een delict te vinden waar het
handelen onder valt. (tweede vraag = kwalificatie) alle bestanddelen moeten zijn vervuld
 Wederrechtelijk  er moet sprake zijn van een normovertreding. Het handelen moet in
strijd zijn met het recht
 Schuld = verwijtbaarheid  beginsel geen straf zonder schuld

 Bestanddelen van een willekeurige delictsomschrijving
310 jo. 311 lid 1 sub 5 Sr (diefstal met braak) (diefstal met strafverzwarende
omstandigheden)

, 1. Hij die
2. Enig goed
3. Die geheel of ten delen aan een ander toebehoort
4. Wegneemt
5. Met het oogmerk om zich wederrechtelijk toe te eigenen
6. Waarmee men zich de toegang verschaft heeft door middel van inklimming

 strafbare feiten kwalificeren;
 Als het bewijs is geleverd moet de rechter vragen welk strafbaar feit dit oplevert (dit betreft
de 2e vraag). Dit is de kwalificatievraag. Er wordt gecontroleerd of alle bestanddelen in de
bewezenverklaring voorkomen. Als er een bestanddeel ontbreekt  dan kan het bewezen
niet als strafbaar worden gekwalificeerd.
( kwalificatie als strafbaar feit betekent dat aan de nulla poena regel is voldaan)
 er moet een wetsartikel te vinden zijn
 Hoe kwalificeer je?

- Kwalificatie in strafbepaling = diefstal 310 Sr
- Kwalificeren door bestanddelen op te sommen = aan zijn schuld de dood van een
ander te wijten zijn = 321 Sr
- Bijzondere wetten = opzettelijk handelen in strijd met art. – Opiumwet
Overtreding van WvW, handelen in strijd met – WWM

 uitleggen wat de elementen van een strafbaar feit zijn;

 Wederrechtelijk en schuld zijn de elementen. Deze staan niet in de delictsomschrijving en
worden verondersteld aanwezig te zijn en hoeven dus niet bewezen te worden.  je loopt
dan vast bij vraag 3

 A typische delicten  wederrechtelijk staat in de delictsomschrijving. Het is dan niet een
ongeschreven voorwaarden voor strafbaarheid maar een bestanddeel.
Art. 282 lid 1 Sr
Hij die opzettelijk iemand wederrechtelijk van de vrijheid berooft of beroofd houdt,
wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste acht jaren of geldboete van de vijfde
categorie
Stel dat het woord ‘wederrechtelijk’ in de d.o. zou ontbreken, welke onwenselijke
consequenties zou dat tot gevolg hebben?
Techniek om het bereik van strafbepalingen in te perken. Het bereik zou te ruim zijn als
wederrechtelijk niet is opgenomen. Veel zouden dan onder een delictsomschrijving vallen
zonder dat diegene strafbaar is. Als wederrechtelijke bestanddeel is dat wordt het
vierlagenmodel een drielagen model. Als de delictsomschrijving is ingevuld is de
wederrechtelijkheid gegeven

Als een beroep wordt gedaan op het ontbreken van wederrechtelijkheid komt dit niet aan bod
bij de derde vraag, maar bij de bewijsvraag

Soms schuld als bestanddeel

• Schuld in een delictsomschrijving → culpa
Culpose delicten
Veel delicten hebben een opzet variant zoals doodslag en culpa dood door schuld. Culpa is
een mate van onvoorzichtigheid die verwijtbaarheid.
Culpose delicten  wederrechtelijk is een bestanddeel. Zowel bij een geslaagd beroep op
ontbreken wederrechtelijkheid / verwijtbaarheid dan volgt er vrijspraak

, Het vierlagen model bij culpa is ingekrompen tot een tweelagen model. Verwijtbaarheid en
wederrechtelijkheid komt al aan bod of de culpa kan worden bewezen
• Bestanddeel → bevat mede de wederrechtelijkheid en de verwijtbaarheid
• Schuldvraag bij vraag 1 art. 350 Sv




 het belang van het zorgvuldig opstellen van een tenlastelegging toelichten;
 Indien de OvJ de tenlastelegging onjuist opstelt en er een bestanddeel niet bewezen kan
worden dan volgt er vrijspraak. De tenlastelegging is de grondslag voor de rechter


 uitleggen welke leer de Hoge Raad aanhangt als het gaat om strafrechtelijke
toerekening van gedrag en deze toepassen op een casus;
Causaliteit
Art. 350 Sv eerste vraag: wat is het gevolg en wie is daarvoor aansprakelijk?
• Heersende causaliteitsleer/criterium:
 Redelijke toerekening (Letale longembolie)
→ Kan het gevolg redelijkerwijs aan de gedraging van verdachte worden toegerekend?
Nadeel  biedt weinig houvast
Voordeel  rechter is open en rechter motiveert waarom hij vind dat toerekening wel of niet
redelijk is
Vaak ingekleurd aan de hand van oude causaliteitsleren:
 Conditio sine qua non
 Causa proxima
 Voorzienbaarheid (Etalageruit-arrest)


“Alternatieve causaliteit”
HIV-arrest en de leer van de redelijke toerekening
• Groninger HIV-zaak
Hoe verhoudt deze leer zich tot het conditio sine qua non verband  dit verband gaat er van
houd dat het handelen een onmisbare schakel moet hebben gevormd in de reeks
gebeurtenissen die tot dit gevolg hebben geleid.

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller aprilgoejer66. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $7.07. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

61005 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$7.07
  • (0)
  Add to cart