een samenvatting van het deel visueel van comfort in het tweede semester. Gemaakt door een student van de richting architectuur aan de KuLeuven in Brussel.
SAMENVATTING VISUEEL COMFORT
COLLEGE 1
Fysiologische kenmerken en psychologische effecten
- Licht is basis v menselijk bestaan, geen aards leven mogelijk zonder licht
- Fotosynthese = groene planten die koolstofdioxide CO2 omzetten in koolhydraten onder
invloed van water en licht waarbij zuurstof vrij komt (zuurstof zodat de mens kan ademenen)
o formule: 6CO2 + 6H2O → C6H12O6 + 6O2 (NIET UIT HET HOOFD LEREN)
o planten z zelfvoorzienend op vlak v voedingsstoffen (= autotroof)
o die eigenschap k ontwerper aanwende co2 vervuilde lucht te filtere in bebouwd kom
- . Om 1 ton CO2 te compenseren zijn er vervolgens gemiddeld 42 bomen nodig (tof weetje)
- Licht heeft zeer veel directe invloeden op de mens
o geeft indicatie v ruimte en tijd: 3D-perceptie zodat we ons veilig k bewegen
o regulator v ons bioritme: Circadiaan ritme (dag/nacht-ritme)
⇒ “circa diem” = +- 1 dag, latijns wat 1 omwenteling vd aarde om haar as is
o Fotobiologische processen: productie melatonine (= slaaphormoon)
⇒ afhankelijk v hoeveelheid licht, duur v blootstelling en spectrale samenstelling
o positief effect op ontwikkeling v ogen bij kinderen
⇒ gebrek aan zonlicht k vervorming v ooglens veroorzaken, leidt tot bijziendheid
o invloed v daglicht op ons gemoed: minder uren zon zorgt vr meer vermoeidheid,
depressies en sobere periode, seizoensgebonden (SAD = Seasonal Affective Disorder)
- Meer groene opp en minder verharde opp (tegengaan v microklimaat)
o plaatselijke opwarming w vermeden want zonnewarmte w minder geabsorbeerd
o warmte die geabsorbeerd w, w afgegeve bij afkoeling ⇒ omgevingstemp daalt trager
o donkere asfalt en daken absorberen meer zonnewarmte: HITTE EILAND EFFECT
Steden: hogere temp in de zomer (door verharding, absorberen v warmte,…)
o adobe = reflectiecoëfficient: diffuus reflecterend vermogen van een oppervlak
Fysieke aspecten (niet kennen????):
- licht = energie (EM straling), fysiek verschijnsel, plant zich voort via een golfbeweging
o Planten zich loodrecht op elkaar voor (+ transversaal): elektr. golven in elektr. veld
+ de magnetische golven in veld v magnetische fluxdichtheid (zie foto vector B en E)
- Licht: afhankelijk v frequentie en golflengte, bepalen de kleur
- lichtsnelheid: 𝒄 = 𝝀 . f = 300 000 km/s , voor alle golflengten in vacuüm
- Gammastralen kleine freq, dus meeste stralingsenergie
+ radiogolven grotere freq, dus minder stralingsenergie
- Licht = kleur: elektromagnetisch spectrum
o Lichtgolven z vormen v elektromagnetische straling, die deel uit maakt vh spectrum
o Zichtbaar spectrum: omvat deel vh elektromagn. spectrum dat zichtbaar is voor oog
⇒ gebied tussen 380 nm (violet) en 780 nm (rood) is zichtbaar voor menselijk oog
o Kortgolvige UV-licht + zichtbaar spectrum + langgolvig IR-licht = zonnespectrum
!!!! HET VERSCHIL TUSSEN ZONNESPECTRUM EN ZICHTBAAR SPECTRUM!!!!!!!
o Kleurenspectrum: ontstaat wanneer zonlicht door prisma valt (lichtbreking)
▪ w veroorzaakt door breking vh licht (vindt plaats op grensvlak v 2 stoffen)
▪ bij loodrechte inval treedt lichtbreking niet op (enkel schuine inval)
▪ lichtbreking te berekenen via brekingswet of wet v snellius
⇒
, o monochromatisch licht = licht dat uit slechts één kleur bestaat (klein golfbandlengte)
⇒ daardoor kan lichtstraal bij breking niet uiteenvallen in regenboorkleuren (LASERS)
o RGB kleurentheorie: licht w waargenomen via fotoreceptoren
▪ Menselijke ogen verschillen: daarom w er ‘standaard menselijk oog’ bepaalt
▪ STAAFJES (scoptopisch) = heel gevoelig, k helderheidsverschillen zien
▪ KEGELTJES (fototopisch) = minder gevoelig, kunnen enkel kleur waarnemen
⇒ trimuluswaarden met 3 versch spectrale gevoeligheidspieken
10% : BLAUW - S (kortgolvig) – β
30% : GROEN - M (middellange golflengte) – γ
60% : ROOD - L (langgolvig) – ρ
!!! kleuren k mathematisch w weergegeven: als som van de vectoren van r, g en b
⇒ elke kleur is een samenstelling door additieve menging van rood, geel, blauw
- XYZ kleurenruimte: standaard kleurensysteem (3D), door CIE (= internationaal verlichtingsinstituut)
⇒ kleur: voorgesteld door de X, Y en Z, chromaticiteitscoördinaten (som levert wit licht)
o spectrale kleuren liggen op paraboolcurve (‘spectral locus’)
o niet-spectrale kleuren liggen op de verbindingslijn tssn uiteinden v paraboolcurve
o centrumpunt W stelt wit licht voor (=optelling van 1/3 rood, 1/3 groen en 1/3 blauw)
⇒ komt door additieve menging van spectrale kleuren
o op curve: allemaal gelijke verzadiging, MAAR afnemende verzadiging naar centrum
o kromme van Marx Planck: duidt kleurtemperaturen aan van zwarte lichamen
!!! allemaal kunnen aanduiden op CIE-kleurendriehoek !!!
o gebruik van gecorreleerde kleurentemp (cct): afleesbaar op kromme v Marx Planck
⇒ w gebruikt bij elektroluminescentie, waarbij thermische straler niet geldig is
o kleurweergave-index Ra = waarde tussen 0 en 100, die aangeeft in hoeverre de
kleurweergave v lichtbron overeenkomt met die v gloeilamp
⇒ Hoe hoger Ra, hoe betere weergave: afhankelijk v spectrale samenstelling v bron
- Kleurenkwalificatiesysteem (v oppervlaktekleuren): allen 3-dimensionaal, gabaseerd op
o kleurtint (hue - H) die men kan terugvinden in tintencirkel
o helderheid (value -V) die grijstoon weergeeft, gaande v 0 vr zwart tot 1 vr wit
o verzadiging (saturation of chroma – S) die zuiverheid, kleurechtheid v kleur weergeef
VB: Munsell-systeem, NCS-systeem, Ral-systeem, DIN-systeem…
!!! elk systeem heeft zijn eigen opbouw en eigen kleurcodes gebruikt
⇒ overeenstemmende kleurenstalen uit versch systemen: niet zomaar koppelen
- Fotometrische grootheden ⇒ beschrijven hoeveelheid van licht (kwantiteit)
o LICHTSTROOM = tot hvlheid licht die door een lichtbron per tijdseenheid w
uitgestraald in alle richtingen vd ruimte (φ uitgedrukt in Lumen)
o SPECIFIEKE LICHTSTROOM= relateert de uitgezonden lichtstroom aan opgenomen
vermogen (ƞ uitgedrukt in lumen per watt), formule: ƞ = φ/P
!!! hoe groter opgenomen vermogen, hoe minder energie-efficiënt
VERSCHIL TUSSEN LICHTSTROOM EN SPECIFIEKE LICHTSTROOM ????
o LICHTSTERKTE= lichtstroom die door een lichtbron per vaste hoekeenheid in gegeven
richting w uitgezonden (I uitgedrukt in candela of lm per steradiaal)
formule: 𝐼 = φ/ ω met ω is ruimte hoek, voor omnidirectioneel: φ = I . 4π
o VERLICHTINGSSTERKTE= totaal aantal lumen dat per eenheidsopp op een
referentievlak valt (E uitgedrukt in lux of lm/m²) formule: E = ɸ/ A
⇒ formule voor puntlichtbronnen: E = (I/r²) . cos α
⇒ verlichtingssterkte voor kantoor werkplek: Ekantoor = 500 lux, EWONEN = 100 lux
o LUMINANTIE = verhouding tssn lichtsterkte v opp in waarnemingsrichting en
schijnbare opp van oppervlak in de beschouwde richting (= helderheid v opp)
wat mens waarneemt met het oog, formule: L = I / Ascchijnbaar (in cd/m² )
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller studentarchitectuurbrussel. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $10.48. You're not tied to anything after your purchase.