Hoorcollege aantekeningen/ samenvatting Beginselen Staatsrecht alle weken (VU)
61 views 4 purchases
Course
Beginselen staatsrecht (R_BEGSTA)
Institution
Vrije Universiteit Amsterdam (VU)
Hoorcollege aantekeningen/ samenvatting Beginselen Staatsrecht alle weken (week 1 t/m 7) voor studenten aan de Vrije Universiteit Amsterdam (VU) die Rechtsgeleerdheid of Notarieel recht studeren.
Jaar 1 van 2022/2023. Vak gehaald met een 8,5!
Verder staan er ook de verplichte arresten in (kor...
Wat is staatsrecht?
Het staatsrecht, grondwettelijk recht of constitutioneel recht is het recht inzake de staat als organisatorisch
verband. Het heeft betrekking op de organen van de staat, op de instelling ervan, hun bevoegdheden, hun
verhouding tot elkaar en die tot de burgers. Het staatsrecht is een onderdeel van het publiekrecht.
Het staatsrecht moet antwoord geven op 3 fundamentele vragen:
1. Wie in ons land bepaalt wat wel en niet mag?
2. Op welke wijze kan d.m.v. dwang de naleving van regels worden afgedwongen?
3. Hoe zit het met de mogelijkheid van rechtsbescherming tegen de overheid?
Een staat is een organisatie die met voorrang boven andere organisaties effectief gezag uitoefent over een
gemeenschap van mensen op een bepaald grondgebied.
Elementen van een staat:
Gemeenschap van mensen (Vaak gemeenschappelijke cultuur en taal, maar niet noodzakelijkerwijs)
Effectief gezag
Territoriale grenzen
Erkenning door andere staten (Niet noodzakelijk, maar vanuit volkenrechtelijk perspectief nog van
belang)
Een staat is dus een organisatie die:
over een gemeenschap van mensen (> BEVOLKING)
die woont in een, vaak aaneengesloten, grondgebied (> TERRITOIR)
effectief gezag uitoefent, met voorrang boven andere organisaties (> GEZAG)
De Staat beschikt over soevereiniteit. Er is een hoogste gezag; een oppermacht die de staat uitoefent.
Zelfstandig en ondeelbaar, het hoogste gezag dragend. Het zorgt d.m.v. wetgeving, bestuur en rechtspraak
enerzijds voor bescherming van de burgers en behartigt anderzijds het algemeen belang.
Een politiestaat/ dictatuur is een staat waar burgers geen rechten hebben en de overheid oefent willekeurig
bevoegdheden uit.
Ook in een politiestaat geldt staatsrecht. Er zijn dan meestal regels over;
a) inhoud en functioneren van de instelling van de staat
b) bevoegdheden om regels vast te stellen en besluiten te nemen
Soms ook op papier:
c) regulering / beperking staatsmacht (grondrechten)
Kenmerken van een rechtsstaat:
Legaliteitsbeginsel; De overheid mag alleen ingrijpende maatregelen nemen als er een wettelijke
grondslag is (geeft rechtszekerheid). Alle overheidsbevoegdheden moeten een grondslag vinden in
wet of Grondwet
Scheiding / spreiding van machten. Dit voorkomt een absoluut gezag waarbij teveel kans is op
machtsmisbruik en willekeur.*trias politica
Onafhankelijke en onpartijdige rechterlijke macht; Rechter bepaalt zelf welk recht hij spreekt. Rechter
kan niet ter verantwoording worden geroepen. Gebruikt niet zijn eigen mening.
Grondrechten. Burgers hebben fundamentele rechten.
Democratiebeginsel; De burgers moeten invloed kunnen hebben op het beleid van de regering
De genoemde kenmerken kunnen met elkaar op gespannen voet staan.
,*Trias Politica: Een bekende verdeling van de staatsmacht volgens model Montesquieu: de lésprit des lois.
Hij onderscheidt drie functies:
- de wetgevende macht (het parlement)
- de uitvoerende macht (het bestuur)
- de rechterlijke macht (de rechter)
Checks and balances: Het gezag wordt verdeeld over verschillende organen en dus
over verschillende mensen of groepen van mensen. Ieder orgaan kan op deze manier
slechts een deel van het gezag uitoefenen, het heeft andere organen nodig. De
verschillende organen houden elkaar in evenwicht. Elk orgaan moet een zekere macht
hebben en een zekere verantwoordingsplicht. Niemand kan een publiekrechtelijke
bevoegdheid uitoefenen zonder verantwoording schuldig te zijn of zonder dat op die
bevoegdheidsuitoefening controle bestaat. Doel: voorkomen van misbruik van macht en machtsconcentratie.
In Nederland is er zeker sprake van machtenscheiding, maar niet specifiek de trias politica.
De Nederlandse Trias Politica:
Elk land heeft een eigen staats- of regeringsvorm. Nederland is een constitutionele monarchie met een parlementair stelsel.
Ook wel een gedecentraliseerde eenheidsstaat. Een eenheidsstaat heeft een centraal gezag, maar ook gemeenten,
provincies en andere besturen in Nederland mogen zelf regels vaststellen (gedecentraliseerd). Dat gebeurd op een
autonome bevoegdheid, die de grondwet heeft toegekend.
Subdisciplines van staatsrecht:
‘Politiek’ staatsrecht: De verhouding tussen de politieke spelers in Nederland. De hoofdrolspelers zijn het
parlement en de regering.
Decentralisatierecht: Nederland is een gedecentraliseerde eenheidsstaat.
Grondrechten: Je kunt alleen spreken van rechtsstaat, als er ook grondwetten zijn.
Ook: positie rechterlijke macht, betekenis Europees/ Internationaal recht voor Nederland
De regering is samengesteld door de koning en de ministers.
Het Koninkrijk der Nederlanden:
Voor 2010:
Aruba (zelfstandig land)
De Nederlandse Antillen (Curaçao, Bonaire, Sint Maarten, St. Eustatius, Saba)(> vormde 1 land)
Nederland
Na 2010 10 oktober:
Sint Maarten en Curaçao zijn evenals Aruba en Nederland zelfstandige landen binnen het Koninkrijk geworden
Bonaire, St. Eustatius en Saba maken onderdeel uit van Nederland > Caribisch Nederland (overzeese gemeenten)
https://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/caribische-deel-van-het-koninkrijk/vraag-en-antwoord/waaruit-bestaat-het-koninkrijk-der-nederlanden#:~:tekst=4%20landen%3A
%20Nederland.-,Aruba%2C%20Cura%C3%A7ao%20en%20Sint%20Maarten.,Caribisch%20deel%20van%20het%20Koninkrijkrijk.
Schema hoe het Koninkrijk der Nederlanden eruit ziet (art. 1 Statuut)
,Rol van de Koning binnen het Koninkrijk: Art. 2 Statuut voor het Koninkrijk der Nederlanden: De koning regeert
Nederland en de andere landen binnen het Koninkrijk
Confederatie of Statenbond is een bestuurseenheid van samenwerkende onafhankelijke soevereinde staten.
De staten blijven zelfstandig (soeverein), maar ze werken wel samen.
Federatie is een staatsvorm met volkenrechtelijke identiteit waarbij de onderdelen of deelstaten een grote
mate van interne autonomie behouden. Maar belangrijke bevoegdheden (vooral op buitenlands en financieel
terrein) zijn toebedeeld aan het centrale gezag. (Bijv. Bondrepubliek Duitsland).
Nederland heeft de meeste trekken van een federatie.
Art. 5 lid 2 Statuut: De Grondwet neemt de bepalingen van het Statuur in acht. Hieruit blijkt de verhouding
tussen het Statuut van het Koninkrijk en de Grondwet; Het statuut staat hoger in de normen hiërarchie.
NEDERLAND IS EEN REPUBLIEK MET EEN PARLEMENTAIR STELSEL
, Week 2 – Hoofdrolspelers in het staatsrecht
Regering (ook wel Kroon)
De regering bestaat uit de Koning en de ministers; samengesteld orgaan. (art. 42 Gw). Zij treden
samen als ambt op. Maar ook één enkele minister (of één enkele staatssecretaris) + Koning kunnen als
regering worden gezien (art. 47 Gw)
De Koning
Hij is onderdeel van de regering (art. 42 lid 1 Gw), maar moet altijd samen met ministers of
staatssecretaris handelen, want Koning is onschendbaar (art. 42 lid 2 Gw)
Is staatshoofd van het Koninkrijk en de afzonderlijke landen. Een staatshoofd is de persoon die het
hoogste gezag vertegenwoordigt of belichaamt in een land; Een staatshoofd kan lid zijn van de
regering, maar dat hoeft niet per se. De Koning is ook de persoon van de Koning (bijv. art. 40 lid 1 Gw).
Het ambt ‘Koning’ gaat over door erfopvolging. Als Koning wordt aangewezen en wettige opvolger van
Willem I (art. 24 en 25 Gw)
Taken van de Koning:
- Benoeming en ontslag ministers (art. 43 Gw)
- Mede betrokkenheid bij alle beslissingen van de regering; Indienen/ bekrachtigen van
wetsvoorstellen & Veel benoemingen zoals burgemeesters, rechters en topambtenaren
Als de Koning gaat voor alleen een ceremonieel koningschap zal dit staatsrechtelijke consequenties
hebben. Zoals dat de Koning geen deel meer uitmaakt van de regering, hierbij zou art. 42 Gw gewijzigd
moeten worden.
De Koning mag geen meningen geven.
Kabinet der Koning
Zorgt voor de ambtelijke ondersteuning van de Koning bij uitoefening van zijn staatsrechtelijke taken.
Dit kabinet vormt de schakel tussen Koning en ministers
(Gevestigd op Korte Vijverberg 3 sinds 1914)
> Het Kabinet der Koning is wat anders dan ‘het kabinet’ (politiek)
Het kabinet (politiek)
De hele ploeg van alle bewindspersonen (ministers en staatssecretarissen, dus met uitzondering van
de Koning). Bestaat dus uit de ministers en de staatssecretarissen.
Ministers
Zijn naast onderdeel van de regering ook zelf een ambt met eigen bevoegdheden. De meeste ministers
staan aan het hoofd van een ministerie (art. 44 Gw). Zij worden benoemd bij koninklijk besluit,
ondertekend door de minister-president (art. 48 Gw).
Hebben te maken met de Eerste en Tweede Kamer. Worden benoemt en ontslagen door de Koning.
De bazen van de ministers zijn de Koning en het parlement, maar voornamelijk het parlement.
Een minister is werkzaam binnen een departement met een apart beleidsterrein.
Een minister zonder portefeuille staat niet aan het hoofd van een departement. Het is een minister
die inwoont bij een andere minister, die de baas is over een departement. Een minister zonder
portefeuille herken je aan het woord ‘voor’ (bijv. minister VOOR Klimaat en Energie, i.p.v. minister van
…). Nogmaals; een minister zonder portefeuille is een minister zonder omschreven
verantwoordelijkheden of een minister die niet aan het hoofd staat van een bepaald ministerie. Een
minister zonder portefeuille die niet aan het hoofd van een departement staan kan WEL door het
parlement rechtstreeks ter verantwoording worden geroepen.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller FNR. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.61. You're not tied to anything after your purchase.