Hoorcollege 3.1 theorieën/modellen ontwikkeling motoriek kleuter en schoolkind ......................................................... 46
Hoorcollege 3.2 Fitheid in relatie tot motorische achterstand .......................................................................................... 49
3.3 Facilitatoren en barrières van fysieke activiteiten ...................................................................................................... 51
4.2 Meetinstrument: MABC-theorie leeftijdsband 1: 3-6 jaar ........................................................................................... 68
Hoorcollege 4.3 Meten van gezondheid ........................................................................................................................... 70
4.4: Vertraagde en afwijkende motoriek schoolkind ........................................................................................................ 73
4.6 Kind en sport .............................................................................................................................................................. 76
4.7 Fysiologie van veldtesten ........................................................................................................................................... 78
,Hoorcollege 1.2: Kennismaking en introductie inspanningsfysiologie
kinderen
Literatuur
De zuurstoftransportcapaciteit van het lichaam kan beperkt worden op het niveau van de
respiratie (ademhaling), de centrale circulatie (hartfunctie), de perifere circulatie
(bijvoorbeeld de bloedstroom in de spieren) en het spiermetabolisme (bijvoorbeeld de
spiermassa en het vezeltype; zie figuur 1.2). Er kunnen verschillende systemen in het
zuurstoftransport en -verbruik worden onderscheiden, onder andere de longen, het hart, de
bloedvaten en de spieren. Bij gezonde mensen wordt de Vo2max met name beperkt door
het slagvolume van het hart.
,Er zijn drie typen spiervezels te onderscheiden: type-i-, type-iia- en type-iix-vezels. Type-i-
vezels zijn oxidatieve vezels die goed in staat zijn om vetten en glucose te oxideren met
behulp van zuurstof. Typeiia-vezels kunnen dit ook, maar daarnaast kunnen ze ook zonder
zuurstof energie vrijmaken uit glucose en glycogeen, waarbij lactaat wordt gevormd. Type-
iix- of type-iib-vezels zijn vooral in staat om, zonder zuurstof, energie te genereren uit
glucose uit het bloed (glycolyse) en glycogeen uit de lever en spier (glycogenolyse).
De VO2piek neemt toe bij kinderen tussen de 6 en 18 jaar. Kinderen vanaf 5 jaar zijn goed
testbaar.
Verschil tussen jongens en meisjes:
- VO2piek is gelijk aan of hoger bij jongens dan bij meisjes (bestaat geen verschil tot 12
jaar). Dit verschil wordt volgens deze onderzoekers veroorzaakt doordat jongens een
hogere fysieke activiteit vertonen in het dagelijks leven en een relatief grotere
spiermassa ontwikkelen dan meisjes.
Tussen kinderen en volwassenen is er een duidelijk verschil tussen het maximale slagvolume
van het hart tijdens inspanning; dat van kinderen is kleiner (Godfrey, 1974). Het maximale
slagvolume van het hart is dus een belangrijke factor. Tijdens submaximale inspanning
hebben kinderen een hogere hartfrequentie dan volwassenen (Bar-Or, 1983a). De maximale
hartfrequentie bij kinderen is onafhankelijk van leeftijd en geslacht, terwijl bij volwassenen
deze juist met de leeftijd afneemt (Van Leeuwen et al., 2004). Vuistregels voor het schatten
van de maximale hartfrequentie die gelden voor volwassenen (zoals: 220 – leeftijd) gaan dus
niet op voor kinderen. Gezonde kinderen hebben een maximale hartfrequentie van 193 ± 7
slagen per minuut tijdens fietsergometrie (Van Leeuwen et al., 2004). Tijdens maximale
inspanningstests op de loopband ligt de maximale hartfrequentie 5 a` 6 hartslagen hoger.
De zuurstoftransportcapaciteit van het bloed (hematocriet en hemoglobineconcentratie)
nemen tijdens de kinderleeftijd langzaam toe. Op volwassen leeftijd verschillen deze twee
variabelen tussen mannen en vrouwen. Volwassen mannen hebben gemiddeld een hogere
hematocriet en hemoglobineconcentratie dan vrouwen
Bij prepuberale jongens en meisjes is het arterioveneus zuurstofverschil bij maximale
inspanning gelijk, maar na de puberteit niet meer; dan is er een geslachtsspecifiek verschil
ontstaan. Volwassen mannen hebben een aanzienlijk groter maximaal arterioveneus
zuurstofverschil dan jongens, terwijl dat van vrouwen en prepuberale meisjes niet verschilt
(Bar-Or & Rowland, 2004). Tijdens submaximale inspanning is het arterioveneus
zuurstofverschil wel groter bij kinderen dan bij volwassenen
Verschillende onderzoeken hebben aangetoond dat kinderen sneller herstellen dan
volwassenen na een submaximale, maximale of supramaximale inspanning
Les
De student
• benoemt de onderlinge verbanden in het model van Bouchard en in het model
van Newell (kind, taak, omgeving)
• benoemt de verschillen tussen de fysiologische eigenschappen van
volwassenen en kinderen
, • beredeneert hoe deze eigenschappen ontstaan en hoe ontwikkeling hieraan
bijdraagt
• benoemt de fysiologische waarden van kinderen
Groei vs ontwikkeling vs maturatie
- Groei: Een toename in de grootte van het lichaam en of zijn onderdelen
1. Lengtegroei → toename van cellen (aantal/grootte)
2. Vindt plaats in de epifyse schijf → ieder bot heeft er meerdere
- Ontwikkeling: De differentiatie van cellen elk gespecialiseerd voor functie
1. Differentiatie van celgroepen, vorming van organen en orgaanstelsels
2. Iedere cel begint als stamcel
3. Toename lengte en gewicht
▪ Hoofd → middel
▪ Proximaal → distaal
▪ Hoofd → romp → ledematen
4. Grote variatie!
5. Variatie proportinonele groei
6. Invloed motorische ontwikkeling → puberteit
- Maturatie/ rijping: Het proces van volwassen worden en volledig kunnen
functioneren
Fitheid- Bochard model
Componenten van fitheid
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller lauravdv12. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.54. You're not tied to anything after your purchase.