100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Coördinatie van zorg samenvatting $5.79
Add to cart

Summary

Coördinatie van zorg samenvatting

 164 views  1 purchase
  • Course
  • Institution

Samenvatting: -Samenwerken andere beroepsgroepen (Professioneel handelen in de zorg) -Zorginformatiesystemen -Zorg organiseren en coördineren -Evalueren van zorg -Ontslag en overdracht -Aandachtsgebieden branches

Last document update: 1 year ago

Preview 4 out of 5  pages

  • January 25, 2023
  • April 3, 2023
  • 5
  • 2022/2023
  • Summary
avatar-seller
Monopoly : een situatie waarin een product of dienst slechts door 1 iemand wordt
aangeboden. Is inmiddels verboden in nederland

Monopolistische concurrentie: veel aanbieders weinig verschil qua prijzen etc. Bijv
restaurants.

Oligopolie: een product of dienst wat slechts door grote aanbieders wordt aangeboden.
Hierbij moet je denken aan energie of olie maatschappijen.

Volledig vrije mededingen: = volkomen concurrentie oftewel zelfde producten..

B2B marketing: handel tussen bedrijven die niet actief zijn op de particuliere markt, wel op
de zakelijke markt denk aan groothandels, productiebedrijven, banken.

C2C marketing: oftewel klant naar klant, particuliere handel. Piet verkoopt zijn fiets aan klaas
via marktplaats.

B2C marketing: leveren van producten, diensten, etc van bedrijven aan klanten. Denk hierbij
aan bol.com verkoopt een tv aan jan thuis op de bank.

Marktleider: de grootste en sterkste aanbieder op de markt. Jij bepaalt de marktprijs bijv
phillips met de tv’s

Marktnicher: een bedrijf die zich richt op 1 segment bijv een golf winkel. Richt zit op de
mensen die graag golfen.

Marktuitdager: is een 2e of 3e grootste bedrijf die de marktleider (1e grootste bedrijf)
uitdagen om marktleider te worden. Hun gaan gebruik maken van eventuele prijsverlagingen
of promoties.

Marktvolger: volgt de marktleider en leert van hun fouten. Voor een betere positie in de
markt.


Behoefte concurrentie: concurrentie tussen behoeften waar men geld wil voor uitgeven.
Denk hierbij aan vakantieaanbieders, meubelzaken.

Generieke concurrentie: product groepen in de zelfde behoefte… heb je dorst ? wat kies je ?
cola,sinas etc. Heb je honger? Kies je dan voor chips, nootjes etc. Wil je op vakantie? Ga je
op wintersport of zon vakantie…

Merkconcurrentie: aanbieders met het zelfde product. Schoenen van Nike of Adidas. Vliegen
met KLM of Transavia.

,Productvormconcurrentie: kan je kiezen tussen het zelfde product maar in verschillende
varianten… hotel met internet of hotel met zwembad. Auto met stoelverwarming of auto
met navigatie.
Additionele vraag: extra vraag of je nog wat wil toevoegen aan het winkelmandje. Bijv ik
koop een telefoon en hun vragen of ik er nog een hoesje bij wil.

Afgeleide vraag: vraag van producten als gevolg van vraag van de consument. Hoe meer
snoep je eet. Hoe meer suiker en moet worden geproduceerd.

Initiële vraag: afnemers die een product nog niet bezitten > piet heeft altijd android maar
krijgt een iphone.

Bezitsgraad: aantal afnemers die een product minstens 1 keer hebben aangeschaft

Distributiespreiding: de verhouding van het aantal plaatsen waar het product specifiek
verkocht wordt. En het aantal verkooppunten waar het verkrijgbaar is.

Marktbereik: laat zien hoeveel procent van de totale omzet in de product groep gehaald
wordt door de verkooppunten die jou product verkopen.

Penetratiegraad: verwijst naar het percentage mensen dat door een campagne is bereikt, en
dat in die periode een product heeft gekocht.

Marktaandeel: is het percentage van die totale som van opbrengsten en verdiensten (omzet)

Operationeel plan: korter dan een jaar (moet snel opereren)
Tactisch plan: 2 tot 3 jaar (tactiek bedenken en vervolgens uitvoeren)
Strategisch plan: langer dan 3 jaar


Ondernemingsdoelstelling: bijv je wil over 5 jaar nog bestaan met je onderneming.

Marketing doelstelling : wat je wil bereiken met je marktactiviteit denk hierbij aan verhogen
van de sales, nieuwe klanten werven.

Instrumenten doelstelling: het promoten van je product dmv de 4 p’s (prijs,
product,promotie,plaats)


Pareto analyse: 20 % van je klanten zorgt voor 80 % omzet (20% van je voorraad zorgt voor
80% winst)


Productielevencyclus: ontwikkelen product, introduceren ( reclame maken), groei,
volwassen, neergang.

Siva model: Solution, information, value, actions. Klantgericht werken.

,Waardeketen van porter: richt zich op de concurrentie.

S en W: intern, wel invloed op als bedrijf

O en T: extern, geen invloed op als bedrijf. (outdoor)

Destep model______________ factoren waar een bedrijf rekening mee moet houden.
Demografische aspecten: populatie, leeftijd, inkomen

Ecenomische aspecten: werkloos, gemiddelde salaris.

Sociaal-juridische aspecten: normen waarder, religie ,sociale trends

Technologische aspecten: inkomsten van innovatie, ontwikkeling)

Ecologische aspecten: milieu, natuurbronnen, klimaat, weer

Politieke aspecten: politieke regelgeving, wetgeving, subsidies.

Star: grote speler in de markt bijv Apple, Nike

Waardeketen van Porter: alle activiteiten binnen een bedrijf, iedere activiteit voegt waarde
toe aan een product.

Cash Cows: Hoog marktaandeel. Lage marktgroei, product bestaat al lang en levert een
constante hoge winst op. Bijv raket ijsjes

Early majority: klanten zijn er vroeg bij met het kopen van een product.
Late majority: klanten kijken eerst de kat uit de boom en kopen pas wanneer het een
relevant product wordt.

RAG: routinematig aankoop gedrag. Regelmatige aankopen denk hierbij aan de
boodschappen. (convience goods)

BPO: beperkt probleem oplossend. Dingen die je af en toe koopt, denk hierbij aan kleding,
schoenen ( shopping goods)

UPO: uitgebreid probleem oplossend. Je koopt dit zelden en doet er moeite voor ( een
keuken/huis specialty goods )

DMU: decision making unit: groep die de beslissing neemt, bijv een examencommissie op
school.

Gatekeeper: iemand die het proces bij houdt.

, Pyramide van Maslow:
1= primaire behoefte(eten drinken etc)
2=bestaanzekerheid (dak boven je hoofd)
3= sociale behoefte (vrienden, netwerk)
4=erkenning, (opleiding, werk)
5= zelfontplooiing (ontwikkeling)

Sociale klasse: verdeling van het volk mbt de inkomens.
Aankoopgedrag: heeft betrekking tot de werkelijke aankoop van het product.

Communicatie gedrag: de manier waarop een consument zich voorbereid voor het aankoop,
werven van informatie op webshops.

Gebruiksgedrag: hoe het product voor gebruikt.

Actiemarketing: gericht op kort termijn denk hierbij aan sales promotie, tijdelijke
prijsverlagingen.

Email marketing: email inzetten om de relatie met je klant te verbeteren.

Experience marketing: de naam van een bepaald product wordt gebruikt om er een beleving
aan de geven zoals, heineken musical.

Telemarketing: call center smeert producten aan

usp= unique selling point. Eigenschap wat jou product onderscheid.

Ubr= unique buying reasons. Unieke reden waarom men iets moet kopen bijv (imago of
status van het product zijn erg relevant)


Differentiatie: jezelf onderscheiden door anders te zijn.

Kostenleider: dat je zo goedkoop mogelijk produceert.

Focus: richt zit op het concurreren op 1 specifiek segment in de markt.

Marktpenetratie: bestaande markt met een bestaand product.

Productontwikkeling: nieuw product in een bestaande markt.

Marktontwikkeling: een nieuwe markt beginnen met een bestaand product.

Geconcentreerde marketing: je richt je op 1 doelgroep.

Gedifferentieerde marketing: je richt je op verschillende doelgroepen.

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller ellesvanriezen. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $5.79. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

53340 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling

Recently viewed by you


$5.79  1x  sold
  • (0)
Add to cart
Added