100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
FvdP aantekeningen lessen en uitgewerkte begrippen uit het boek $7.52
Add to cart

Class notes

FvdP aantekeningen lessen en uitgewerkte begrippen uit het boek

 4 views  0 purchase
  • Course
  • Institution
  • Book

Dit document bevat alle aantekeningen van de lessen en alle begrippen uit het boek uitgewerkt.

Preview 4 out of 35  pages

  • January 26, 2023
  • 35
  • 2022/2023
  • Class notes
  • Mevr.
  • All classes
avatar-seller
Fundamenten van de Psychologie
Week 1
Aantekeningen les 1:
Ontwikkelingen in de filosofie
- Veranderingen in de filosofische overtuigingen over de mens effenden ook de weg voor de
psychologie
- Eeuwenlang deelde men de mening, dat de menselijke geest (de ziel) een vrije wil had en
niet onderworpen was aan de natuurwetten. Daarom kon ze niet bestudeerd worden.

René Descartes (1596-1650)
- Dualisme
- Nativisme (native -> van huis uit, aangeboren)
- Rationalisme -> stelt dat de waarheid achterhaald kan worden door gebruik te maken van de
rede. Om de mens te begrijpen moest men over hem nadenken.

Het empirisme (17e eeuw): een beweging tegen het rationalisme/nativisme
- ‘De inhoud van de geest komt tot stand via zintuigelijke ervaringen’ En zou dus niet
aangeboren zijn.
- John Locke onderzocht de werking van de menselijke geest. Waar komen de ideeën vandaan
en waar liggen de grenzen van de menselijke kennis?
- De nadruk kwam meer te liggen op hoe de menselijke geest iets weet dan op wat ze weet.

Rationalisten: Descartes, Spinoza, Leibniz
Empiristen: Locke, Berkeley, Hume

Darwin en de evolutietheorie
- In 1859 publiceerde Darwin: ‘The Origin of the Species’.

Belangrijke stromingen binnen de psychologie
- Wilhelm Wundt richtte als eerste een psychologisch laboratorium op (1879)
o Hij probeerde op basis van introspectie (naar binnen) de structuur van bewustzijn te
ontdekken (structuralisme).
- Freud met de psychoanalyse
o ‘De ware oorsprong van het ontstaan van gedrag, persoonlijkheidsverschillen en
mentale stoornissen ligt bij onbewust krachten.’
o Hij gaf therapie op hermeneutische wijze (heeft te maken met
interpreteren/begrijpen).
o Mensen konden geholpen worden door onbewuste verdrongen conflicten in het
bewustzijn te brengen d.m.v. droomanalyse en vrije associatie.
o Zijn ideeën waren vooral gebaseerd op introspectie.
o Ontdekte dat cocaïne pijnverzachtend was etc., gebruikte dit ook voor zijn patiënten
tot hij erachter kwam dat dit verslavend was.
- William James met het functionalisme
o Toegepaste psychologie, gericht op praktische oplossingen v.s. onderwijs
optimaliseren (relatie met evolutie theorie)
- Behaviorisme
- Cognitieve psychologie: de overtuiging dat men menselijk gedrag niet kon begrijpen en
voorspellen zonder beroep te doen op informatieverwerkende (cognitieve) processen die
zich afspreken in de hersenen.

,De moderne psychologie
- Tegenwoordig gaan we uit van 3 invloeden op gedrag: het biopsychosociale model.
- Volgens dit model is alle functioneren van de mens het gevolg van biologische, psychische (of
cognitieve) en sociale invloeden.

Samenvatting boek H1
Psychologie = een wetenschap waarbij het gedrag bestudeerd wordt en waarbij die gedragsevidentie
gebruikt wordt om de interne processen te begrijpen die aan dat gedrag ten grondslag liggen.

Geschiedenis van de psychologie
Plato en Aristoteles: stelden vragen over het universum en de plaats van de mens erin. Benadering:
alle antwoorden zitten binnenin de mens. Kennis komt voort uit de menselijke geest.

Wetenschappelijke revolutie: de overtuiging dat ware kennis gebaseerd is op systematische
observatie en actief ingrijpen. (tegenover het oude Griekse en katholieke idee dat kennis is
gebaseerd op goddelijke ingeving etc.).

Copernicaanse revolutie = het inzicht dat de aarde niet het centrum vormde van het heelal.
- Nicolaus Copernicus (1473-1543) bedacht dat de aarde niet het centrum van het heelal
vormde maar om de zon heen draait. Dit trok theorieën van oude Grieken in twijfel.
- Galileo Galilei (1564-1642) verdedigde het copernicaanse model met nieuwe observaties
(telescoop).
- Isaac Newton (1643-1727) werkte inzichten Galileo Galilei uit in wiskundige formules. De
wetten van Newton zijn het beginpunt van fysica, de eerste natuurwetenschap.

Eeuwenlang deelde men de mening, dat de menselijke geest (de ziel) een vrije wil had en niet
onderworpen was aan de natuurwetten. Daarom kon ze niet bestudeerd worden. Dualisme bracht
hier verandering in.

René Descartes (1596-1650): filosoof + wiskundige. Hij ging uit van drie principes:
1. Het dualisme: mens bestaat uit onafhankelijke elementen: een lichaam en een geest (vrije wil),
niet gebonden natuur en menselijk denken.
2. Het rationalisme: ware kennis is gebaseerd op de rede, die door het toepassen van nieuwe logica
nieuwe informatie afleidt uit de bestaande.
3. Het nativisme: sommige kennis is aangeboren. Aangeboren kennis vormt het uitgangspunt van alle
andere afgeleide kennis.

John Locke (1632-1704) was grondlegger van het empirisme.
Empirisme = kennis komt voort uit zintuigelijke ervaringen die met elkaar geassocieerd worden; uit
ervaringen met externe, voelbare voorwerpen. Niet door aangeboren ideeën etc.

Hermann von Helmholtz (1821-1894) mat de snelheid van zenuwimpuls-overdracht in de poot van
een kikker.
Oogarts Franciscus Cornelis Donders (1818-1889) mat als eerste reactietijden bij mensen om te
kijken of de snelheid van zenuwimpulsen hetzelfde was bij mensen.
Mentale Chronometrie = een techniek waarbij men psychologische processen in
informatieverwerking probeert te achterhalen door te kijken naar de tijd die mensen nodig hebben
om allerhande taken uit te voeren. Deze techniek gebruikte Donders.

,Charles Darwin (1809-1882) ontwikkelde de evolutietheorie.
De evolutietheorie = alle levende wezens zijn het resultaat van een aanpassingsproces aan
veranderende omstandigheden (alle soorten stammen van hetzelfde organisme af). Soortgenoten
hebben genetische variatie, de beste eigenschappen planten zich sneller voort en zo ontstaat
natuurlijke selectie.

Evolutietheorie implicatie voor psychologie: omdat mensen van dieren afstammen kan dierlijk en
menselijk gedrag geobserveerd worden op verschillen etc.

Wilhelm Wundt (1832-1920): richtte in 1879 het eerste psychologische laboratorium op, vormde het
startpunt van wetenschappelijke psychologie.
Wundt wilde op basis van introspectie (=het kijken naar het eigen bewustzijn van binnenuit) de
structuur van het bewustzijn ontdekken (structuralisme).

William James (1842-1910): belangrijk bij het functionalisme. Hij zei: succes van psychologie komt
doordat het praktische oplossingen kan bieden. Belangrijk in toegepaste psychologie.
Functionalisme = stroming binnen de (Amerikaanse) psychologie die zich richt op het nut van
bewustzijn (bijv. voor overleving).

John Watson (1878-1958): grondlegger van het behaviorisme (dmv pamflet in 1913).
Behaviorisme = stroming waarin alleen psychologisch onderzoek moet worden gedaan naar
observeerbaar, meetbaar gedrag (niet met het bewustzijn etc. bezighouden). Dit gaat dus tegen het
functionalisme en structuralisme in (omdat deze alleen subjectieve resultaten hebben waar niemand
iets mee kan).

Positivisme = een beweging die vindt dat natuurwetenschappen de meest succesvolle manier is om
de wereld te begrijpen en kennis te genereren. Behaviorisme was daarom belangrijk omdat deze
meetbare resultaten geeft. John Watson werd geïnspireerd door positivisme.

Positivisme had 3 criteria voor de definitie van een ‘’wetenschappelijke studie’’:
1. Theorie moest gebaseerd zijn op directe observaties die door anderen herhaald kunnen
worden, mede dmv operationele definities.
2. Men moet onderscheid maken tussen afhankelijke en onafhankelijke variabelen.
3. Een wetenschappelijke theorie bestaat uit het beschrijven van de exacte relatie tussen de
onafhankelijke en de afhankelijke variabelen, liefst dmv een wiskundige wet.

Operationele definitie: Een concept moet gedefinieerd worden in termen van meetprocessen en
concrete begrippen. Een normale definitie van bijv. honger is niet genoeg:
- Gewone definitie honger: ‘’het gevoel dat ontstaat wanneer een persoon of een dier niet
gegeten heeft’’.
- Operationele definitie honger: ‘’het aantal uren dat het dier geen voedsel meer gekregen
heeft. Door het aantal uren zonder eten te specificeren kan het onderzoek herhaald worden.

Onafhankelijke variabele = karakteristieken van de situatie die de onderzoeker kan bepalen. Bijv:
hoeveelheid voedsel, aantal uren slaap etc.
Afhankelijke variabele = gedragingen van de persoon/dier die de onderzoeker kan meten om te
controleren of de onafhankelijke variabele effect heeft.

Op deze manier kan de invloed van een stimulus (onafhankelijke variabele) op de reactie van de
subject (afhankelijke variabele) gemeten worden. Dit heet S-R-psychologie.

, S-R-psychologie = stimulus lokt een respons uit. Behaviorisme wordt ook wel S-R psychologie
genoemd.
Sigmund Freud (1856-1930): arts en grondlegger van psychoanalyse.
Psychoanalyse = onbewuste krachten veroorzaken persoonlijkheidsverschillen en mentale
stoornissen. Stoornissen/symptomen hebben een psychische oorzaak die mensen uit hun bewustzijn
hebben verdrongen. Bijv. trauma in kindertijd.
Deze therapie is meer gericht op het begrijpen van het verleden dan het onderzoekswerk van
natuurwetenschappers. Deze theorie lijkt meer op filosofie dan een natuurwetenschap.
->
Hermeneutiek = onderzoeksmethode waarbij de psychoanalytische therapeut zich richt op het
begrijpen van het verleden (dus geen natuurwetenschappelijk onderzoek zoals hierboven
beschreven). Deze onderzoeksmethode sluit aan bij de traditionele, filosofische cultuur.

Ivan Pavlov (1849-1936): won nobelprijs voor Pavlovreactie.
Klassieke conditionering/Pavlovreactie: Als een prikkel A (geluid) herhaaldelijk gevolgd wordt door
een prikkel B (voeren) dat een bepaald gedrag oplevert (speekselproductie), gaat prikkel A het
gedrag opleveren zonder prikkel B.

Stromingen binnen de psychologie
Cognitieve psychologie = informatie wordt verwerkt in de hersenen en de mechanismen van
informatieverwerking kunnen worden blootgelegd dmv de natuurwetenschappelijke methode.
- Ziet de mens als een soort computer.
- Deze onderzoekers maken gebruik van observatie, niet van introspectie.

Biopsychosociaal model = alle functioneren is het gevolg van 3 invloeden: biologische,
psychologische/cognitieve en sociale invloeden.

Voorbeeld Agressie:
Biologische invloeden:
- genetische aanleg
- hormoonhuishouding (bijv. testosteron)
- neurotransmitters
Psychologische invloeden:
- agressie werd beloond in het verleden (bijv. bij diefstal, het pesten stopt)
- de manier van een situatie interpreteren (bijv. je snel bedreigd voelen)
- agressie als oplossingsstrategie
Sociale invloeden:
- gewelddadig gezin zorgt voor agressie bij kinderen
- agressieve personen gaan om met andere agressieve personen, waardoor het gestimuleerd
wordt.
Dus: alle invloeden samen spelen een rol in agressie, dit is het biopsychosociaal model.

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller jis2001. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $7.52. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

52510 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$7.52
  • (0)
Add to cart
Added