Uplift de opwaartse verplaatsing van het aardoppervlak. Dit kan door
- Het verdikken van de aardkost
- Het warmer worden van de lithosfeer
- Het verwijderen van zwaar materiaal (zoals een berg of gletsjer)
Subsidence de neerwaartse verplaatsing van het aardoppervlak. Dit kan door
- Het verdunnen van de korst door het stretchen ervan
- Het verkoelen van de lithosfeer
- Het verzakken door zwaar materiaal (zoals een berg of gletsjer)
Topografie de hoogte variaties in het aardoppervlak
De uplift en subsidence creëren reliëfverschillen. Wanneer reliëf bestaat, ontstaat ook erosie en
verwering. Erosie kan een downslope movement hebben. Deposition is de verzameling van
getransporteerd materiaal. Substrate is het materiaal dat net onder het aardoppervlak zit.
De hydrologische cyclus
- Residence time de gemiddelde tijd dat water in een bepaalde plek (bijv. de oceaan) is
- Zonradiatie verwarmt water en de groeiende thermische energie van vibrerende water
moleculen zorgen ervoor dat ze verdampen. Ze bewegen zich naar boven. Bovenin koelt het
af, wordt condensatie en het wordt regen.
Interlude B
Fysieke verweringsvormen
- Jointing
o Stenen die diep in de aardkost zitten ervaren enorme druk van het gewicht van
stenen dat boven ze ligt. De diepliggende stenen zijn warmer dan de stenen erboven.
Gedurende een lange tijd schrapen ijs, water en lucht de bovenliggende steen weg.
Zo komt de onderste laag boven te liggen exhumation
o Er kunnen scheuren in de steen ontstaan. Die heten joints
o Talus sediment aan de voet van een helling
- Vorstwigging
- Wortelwigging
- Zoutwigging
- Thermische expansie
Chemische verwering
- Dissolution mineralen worden water komt vooral voor bij zout en carbonaat mineralen
- Hydrolyse Water reageert met mineralen en breekt ze zo op in andere mineralen
, - Oxidatie reactie met zuurstof
- Hydratie water wordt opgenomen in het kristal, zo ontstaat bijvoorbeeld klei.
Hoofdstuk 16
Soorten massabewegingen (van langzaam naar snel)
- Creep de langzame, geleidelijke neerwaartse beweging van regoliet op een helling
- Steen gletsjers een gletsjer dat voornamelijk bestaat uit steen. Ze ontstaan door sneeuw
en ijs dat tussen stenen valt of waar een gletsjer met stenen langzaam smelt en vooral steen
achterlaat.
- Slump een relatief langzame massabeweging, waarbij steen en regoliet niet puin worden,
maar bij elkaar blijven. Het glijdt dan langs een failure surface. Het laat zo een head scrarp
achter; de openliggende upslope rand van een failure surface.
- Mud flows/debris flows/lahars
o Mudflow een bewegende slurry van modder
o Debris flow een slurry die bestaat uit groter sediment dan een mudflow
o Lahar mudflows die ontstaan in vulkaangebieden. Het is een modderstroom van
vulkanoclastisch materiaal die ontstaat als bij een vulkaan de uitgestoten vulkaanas
in contact komt met stromend water
- Rock slides/debris slides een plotselinge verplaatsing van steen of puin op een non-
verticale helling.
o Rock slide bestaat uit enkel steen
o Debris slide bestaat uit vooral regoliet
- Avalanches een turbulente wolk van puin dat gemengd is met lucht, dat met een hoge
snelheid van een steile helling afkomt. Deze wolk kan bestaan uit sneeuw of steen.
- Rock fall/debris fall Wanneer steen of regoliet van een klif valt
Submariene massabeweginen
- Submariene slumps wanneer een blok naar beneden glijdt
- Submariene debris flows een slurry bestaande uit groter sediment in modder
- Turbidity current sediment dat een soort wolk wordt en met een hoge snelheid van een
steile helling komt
Waarom ontstaan massabewegingen?
- Verwering van de bodem
- Helling stabiliteit
o Slope failure ontstaat als materiaal naar beneden zakt over een onstopbare helling.
o Wat zorgt voor slope flailure?
Schokken, vibraties en liquifactie
Veranderend hellinggewicht, steilheid en support
Veranderende hellingsterkte door verwering, vegetatie cover of water
Hoorcollege 2 – Verwering, Erosie en Massabewegingen
Verwering is de afbraak van gesteente.
Hooggebergte is vaak heel hoekig, maar door verwering wordt dit steeds minder puntig. De
geometrie is hierbij heel belangrijk. Eén fenomeen dat hierbij van belang is, is dat een dubbel zo
grote kubus heeft de helft van een oppervlakte per volume als een kleinere kubus. Dat betekent dus
dat een kleinere kubus sneller verweerd.
, Er zijn twee soorten verwering:
- Fysische verwering
o Vorstwigging
o Inslag van regen
o Inslag van een ander sediment
o Insnijding van een stroom/rivier
- Chemische verwering
o Oplossing (carbonisatie)
o Oplossing (zwavel)
o Biologische acidificatie
o Oxidatie
o Hydratie (meestal van zouten)
o Hydrolyse
o Smelten
Mineraal inorganische stof met een kristalstructuur
Steen een massa of mengsel van mineralen. Graniet is een mengel van een aantal mineralen die
samen komen tot een vast object
Kristal een regelmatige chemische configuratie
Welke vaste stof is dus geen mineraal? glas. Dat is een vaste stof, maar het is amorf: het heeft
geen regelmatige kristalfiguur. IJs is wel een mineraal.
De meeste systemen zijn
fylosolicaten.
Je hebt twee manieren om de valentie uit te balanceren. Valentie is het maximaal aantal bindingen
dat een atoom van een gegeven chemisch element kan aangaan met andere atomen.
- Felsische manier
o Balanceren van de valentie door combinatie van SiO2 tetraheders (Felsisch)
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller sarazonneveldt. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.96. You're not tied to anything after your purchase.