100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Volledige samenvatting van goederenrecht voor het vak privaatrecht 1 $6.96   Add to cart

Summary

Volledige samenvatting van goederenrecht voor het vak privaatrecht 1

 7 views  0 purchase
  • Course
  • Institution
  • Book

Alle leerdoelen uitgewerkt volgens het boek van goederenrecht Met deze samenvatting heb ik een 8 gehaald voor het tentamen!

Preview 4 out of 20  pages

  • No
  • Unknown
  • January 26, 2023
  • 20
  • 2021/2022
  • Summary
avatar-seller
Samenvatting goederenrecht


3 februari 2022

Periode B

Privaatrecht 1

Monica Blom




Inhoud
Samenvatting goederenrecht................................................................................................................1
Week 1: H1 en H2 (excl. 2.5 en 2.6)........................................................................................................2
Week 2: H3 (excl. 3.4) en H4..................................................................................................................5
Week 3: H5 en 9.4..................................................................................................................................9
Week 4: H3 en H6 (excl. 6.4).................................................................................................................12
Aantekeningen werkgroep 4:...........................................................................................................14
Week 5: H2 & H7 (excl. 7.5 & 7.4) & H8 (excl. 8.3 & 8.4) .....................................................................16
Aantekeningen werkgroep...............................................................................................................18




1

,Week 1: H1 en H2 (excl. 2.5 en 2.6)
De leerdoelen:

1. De student herkent de basisbegrippen vermogensrechten, zaken, (natuurlijke en
burgerlijke) vruchten, registergoederen en goede trouw in een casus.
2. De student herkent de verschillen en overeenkomsten tussen absolute en relatieve
rechten.
3. De student duidt de beginselen van het goederenrecht binnen een casus.



Leerdoel 1:De student herkent de basisbegrippen vermogensrechten, vruchten, goederen,
hoofdzaak, bestanddelen en goede trouw in een casus.

Onroerende zaak: art. 3:3 lid 1 BW = registergoed (vb een huis, perceel grond). Zaken die niet
verplaatsbaar zijn. Opsomming!
Roerende zaak: art. 3:3 lid 2 BW (een auto, pen, mobiel). Alle zaken die niet onroerend zijn.
Bestanddeel: alles wat volgens verkeersopvatting deel uitmaakt van een zaak. Is een zaak nog
compleet zonder bestanddeel?


Vermogensrechten:

Artikel 3:1 BW : goederen zijn alle zaken en alle vermogensrechten.
Artikel 3:6 BW  vermogensrechten.
Rechten die:
a. Overdraagbaar zijn, of
b. Doel hebben om stoffelijk voordeel te verschaffen, of
c. Verkregen zijn in ruil voor stoffelijk voordeel
Dus: vermogensrechten zijn rechten (dus niet tastbaar) die je kunt verkopen of die financieel
voordeel kunnen opleveren.

Onroerende en roerende zaken:

Wat zijn zaken?
Art. 3:2 BW : zaken zijn dus stoffelijke objecten waar de mens controle over kan uitoefenen.
Geen zaak: planeten en de zee.

Art. 3:3 BW onroerende zaken:
Grond, nog niet gewonnen delfstoffen, met de grond verenigde beplantingen en gebouwen en
werken die duurzaam met de grond zijn verenigd. Voorbeeld: huis
Roerende zaken: alle zaken die niet onroerend zijn. Voorbeeld: fiets

Registergoederen:
art. 3:10 BW.
- Goederen
- Die voor een overdracht of vestiging ingeschreven moeten worden in een openbaar register
alle onroerende zaken zijn registergoederen. Er zijn ook geregistreerde schepen of
luchtvaartvoertuigen.
Art. 3:10 registergoederen. Onroerende zaak = registergoed! (art. 3:89 BW) Maar ook:
vliegtuigen en schepen (dat zijn roerende zaken maar toch registergoed). Geen registergoed?
Dan is het een niet-registergoed.

2

,Natuurlijke en burgerlijke vruchten:
Art. 3:9 BW.
Lid 1: natuurlijke vruchten: zaken die volgens verkeersopvatting als vruchten van andere zaken
worden aangemerkt. Vb: appels aan een appelboom of een pasgeboren kalf.
Lid 2: burgerlijke vruchten: rechten die volgens verkeersopvatting als vruchten van goederen worden
aangemerkt. Vb: rente op een rekening of maandelijkse huur.

Hoofdzaken en bestanddelen:
Bestanddeel:
Art. 3:4 BW. Lid 1 OF lid 2
Lid 1: naar verkeersopvatting  volgens verkeersopvatting onderdeel van een zaak, het is
bestanddeel. Voorbeeld: een zadel hoort bij een fiets
Lid 2: zodanig verbonden  een zaak die met een hoofdzaak zodanig verbonden wordt dat zij
daarvan niet kan worden afgescheiden zonder beschadiging van betekenis wordt toegebracht der
zaken, is een bestanddeel. Voorbeeld: openhaard


Leerdoel 2: De student herkent de verschillen en overeenkomsten tussen absolute en relatieve
rechten.

Absoluut recht = rechten die een persoon op een goed kan hebben. Het kan recht op een zaak zijn of
op een vermogensrecht. Absoluut recht geldt ten opzichte van iedereen. Er zijn 8 absolute rechten.
Die kan je tegenover iedereen afdwingen. vb: eigendomsrecht. Dit recht geldt tegenover iedereen.
Een absoluut recht is een recht dat tegenover een ieder kan worden gehandhaafd. Hiervoor gelden
de beginselen van absolute rechten (droit de suite, droit de préference en droit de priorité)


Relatief recht = persoonlijk recht. Het zijn rechten die slechts tegenover een bepaalde persoon
werken. Voorbeeld: je koopt een auto, recht op levering en betaling.  overeenkomstenrecht

Absolute rechten bestaan uit volledige rechten (je mag alles doen met de zaak waar het volledige
recht op rust) en beperkte rechten (minder vergaand recht dan volledig recht)



Leerdoel 3: de student duidt de beginselen van het goederenrecht binnen een casus.

a) Droit de suite = zaaksgevolg. Het absolute recht op een goed blijft bestaan, ook al bevindt
dat goed zich niet meer in de macht van de rechthebbende. Het absolute recht volgt dus het
goed waarop het rust.
b) Droit de priorité = prioriteitsbeginsel. Ingeval er meer dan één absoluut recht op een goed
rust, dan gaat het eerder gevestigde absolute recht vóór een later gevestigd absoluut recht.
c) Droit de préference = bevoorrechte positie. Wanneer een persoon of bedrijf failliet gaat, dan
vallen in beginsel al zijn of haar goederen in het faillissement. Bevinden zich op dat moment
goederen onder de failliet waar een derde een absoluut recht op heeft, dan vallen die
goederen niet onder het faillissement.
a. voorrang bij faillissement (voorrangsrecht)
Vb : je telefoon ligt bij een reperateur en dit bedrijf gaat failliet. Je telefoon is jouw
eigendom en mag je ophalen, dit valt niet onder de goederen die de curator mag
verkopen.
Bij botsing tussen een absoluut recht en een relatief recht gaat het absolute recht voor.


3

, Absolute rechten: (zie blz 44 lesboek)  deze rechten gaan voor de relatieve rechten.
1. Vruchtgebruik
2. Pand
3. Hypotheek
4. Eigendom
5. Erfdienstbaarheid
6. Erfpacht
7. Opstal
8. Appartement

Leerdoelen week 1 en week 2 goede trouw:

Goede trouw en bezit te goeder trouw
In het algemeen art 3:11 BW:
Goede trouw: wanneer iemand er niet van op de hoogte is dat er iets mis is en dit ook niet hoefde te
zijn (niet weten en ook niet hoefde te weten).

Bezit te goeder trouw art. 3:118 BW:
Bezit te goeder trouw: wanneer bezitter zich als rechthebbende beschouwt en zich ook redelijkerwijs
als zodanig mag beschouwen (bezitter is ervan overtuigd dat hij het recht heeft het goed voor zichzelf
houden).
Eenmaal goede trouw blijft goede trouw art. 3:118 lid 2 BW en goede trouw wordt geacht aanwezig
te zijn, ontbreken moet bewezen worden art. 3:118 lid 3 BW.

3 smaken:
1. Bezitter, tevens rechthebbende
2. Bezitter te goeder trouw, niet-rechthebbende
3. Bezitter niet te goeder trouw, niet-rechthebbende (= beschikkingsonbevoegd bij overdracht
(evenals een houder))




4

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller monicablom. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $6.96. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

67474 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$6.96
  • (0)
  Add to cart