Anatomie lumbale wervels
T12 en L1 kun je onderscheiden doordat de thoracale wervelkolom de ribben omvat en L1
dus daaronder zit.
L5 en S1 kun je onderscheiden doordat de sacrale wervelkolom niet onderling kan bewegen.
Door te voelen of er onderling beweging plaatsvindt tussen de verschillende segmenten, kan
je L5 onderscheiden van S1. L5 beweegt nog wel op S1, maar S1 t/m S5 kunnen niet los van
elkaar bewegen.
Elk segment heeft 4 facetgewrichten (articulatio zygapophysialis), twee aan de bovenkant en twee
aan de onderkant.
Het inferiore facet van L1 heeft een gewrichtvlak met het superiore facet van L2, enz.
,Anatomie neurogeen
Uitspringen van een zenuw vind plaats ter hoogte van een pedicles. De
oorsprong van het ruggenmerg loopt maar tot L2, vanaf L2 worden het al
spinale zenuwen. Het fenomeen waarbij al die draaitjes naast elkaar lopen
(vanaf L2) noemen we de cauda equina, ofwel de paardenstaart genoemd.
Als je naar een dwarsdoorsnede kijkt ter
hoogte van L2, dan zie je dat er een mate
van ordening is in hoe de zenuwen ten
opzichte van elkaar lopen. De eerst
uittredende banen liggen lateraal (rode
stip). De laatst uittredende banen liggen
meer mediaal. De vorm van het spinale
kanaal wordt dan ook steeds kleiner.
Anatomie discus
De nucleus pulposus is een watergebonden materiaal,
wat beweeglijk is en vooral mee kan bewegen in het
opvangen van compressie kracht.
De annulus fibrosus zorgt voor stevigheid en zorgt dat de
stabiliteit van de wervelkolom gehandhaafd wordt.
De vertebrale eindplaat zorgt ervoor dat de discus
verbonden is met het boven- en onderliggende
wervellichaam.
De innervatie van de discus beperkt zich tot het buitenste
1/3 deel van de discus.
De lumbale discus kent verschillende (10-20) lamellen die in een bepaalde hoek tegenover elkaar
staan. Ze hebben allemaal een ander vezelverloop wat ervoor zorgt dat ze de verschillende krachten
die op de wervelkolom komen kunnen opvangen.
De discus is vooral belangrijk in het opvangen van rek-, schuif- en torsi spanningen. Ook is die
belangrijk in het verdelen van compressiebelastingen. De discus is vooral gevoelig voor kortdurende
heftige belastingen piekbelasting.
Arthrokinematica lumbale wervelkolom
,Articulair tropisme houdt in dat de vorm en functie daadwerkelijk veranderd kan zijn, afhankelijk van
of het in de groei al misgegaan kan zijn.
Wat gebeurt er bij flexie in de wervels L4 en L5?
Bij een flexie van de lumbale wervelkolom gaat L4 naar ventraal t.o.v. L5. Daarbij ontstaat aan de
ventrale zijde een druk naar caudaal, die als gevolg heeft dat er op een discus een druk naar dorsaal
ontstaat. Er komt dan dus een druk op de dorsale annulus fibrosus. Het foramen vertebrale wordt
groter. Ook de facetgewrichten gaan uit elkaar.
Bij extensie gebeurt er precies het tegenovergestelde. Extensie kan provocerend zijn voor zenuwpijn
die uitstraalt naar de benen.
Wat gebeurt er bij lateroflexie?
Hierbij zullen de ligamentaire- en spierstructuren aan de zijde van de lateroflexie sturend werken, ze
zullen de beweging ondersteunen. En aan de andere zijde zullen ze de beweging juist remmen.
Wat gebeurt er bij axiale rotatie?
Bij een rotatie naar links (hoofd draait naar links), gaat de ‘dakpan’ (facet) aan de linkerzijde
openstaan. Dat betekent dat het facetgewricht aan de rechterzijde meer op elkaar komt te staan.
Een rotatie is het meest belastend op je discus, al helemaal i.c.m. flexie/extensie.
Bij de lumbale wervelkolom spreken we van een gekoppelde beweging, een 3D beweging.
Deze koppeling is homoniem, oftewel gelijkgericht. Dat wil zeggen dat een rotatie naar
rechts gepaard gaat met een lateroflexie rechts.
Dit geldt zowel bij flexie als extensie.
Homoniem bewegen en homolateraal bewegen zijn synoniemen.
Tegengesteld, heteroniem en heterolateraal zijn koppelingen die gevonden worden in de
hoog-cervicale wervelkolom.
Koppelingen ontstaat vooral door de vorm van de lumbale wervelkolom.
College 1(b): Art. SI
Anatomie Sacro-Illiacaal Gewricht
Het SI-gewricht bestaat uit 2 onderdelen; het sacrum en het ilium. Het sacrum heeft 5 sacrale
wervels, echter zijn deze vergroeid tot één geheel. Onder de sacrale wervels zit het stuitje, het os
coccygis. Aansluitend heb je aan beide zijde van je sacrum het rechter en linker ilium. Het
acetabulum is de plek waar de heupkom in het ilium komt. Bij het foramen obturatum loopt de
belangrijkste vaat- en zenuwbundel die naar je been toe gaat. Het os ischii en os pubis zijn je
zitknobbels. Het symphysis pubica is een discus die beide iliums aan de ventrale zijde met elkaar
verbinden.
, De diepste laag is het lig. sacroiliaca, deze loopt rechtstreeks over het SI-gewricht. Daarbij hebben we
een groter ligament vanaf het ilium die rechtstreeks naar de lumbale wervelkolom loopt, het lig.
iliolumbale. Vanaf de onderzijde zijn er nog twee ligamentaire structuren, het lig. sacrotuberale en
het lig. sacrospinale. Deze verbinden het ilium met het sacrum.
Naast stabiliteit die uit de ligamentaire structuren wordt gehaald. Wordt er ook stabiliteit gehaald uit
de myogene structuren. Zo zijn er verschillende spieren die een functie hebben over het SI-gewricht.
Bijvoorbeeld de m. iliopsoas, die aan de ventrale zijde begrenzing van het SI-gewricht geven. De m.
quadratus lumborum doet dat juist wat meer aan de dorsale zijde.
Ook zijn er een aantal spieren die niet direct een functie met het SI-gewricht hebben. Maar door de
grove bouw van het SI-gewricht en de centrale ligging daarvan zal het bij veel bewegingen betrokken
zijn.
Buikwand
o M. obliquus internus
Rugmusculatuur
o M. quadratus lumborum
Heup
o M. gluteus medius
Bekkenbodem
o M. levator ani
Adductoren
o M. sartorius
Hamstrings
o M. biceps femoris
Biomechanica van het bekken
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Marissa11. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $9.07. You're not tied to anything after your purchase.