Ik heb de leeruitkomsten van het vak Leren en Ontwikkelen uitgewerkt. Er zitten ook plaatjes bij voor verduidelijking. De leeruitkomsten komen van Fontys Hogeschool HRM en Psychologie Eindhoven.
De student kan de aard van de veranderingen tijdens de ontwikkeling
onderscheiden en kan deze herkennen in een korte casus.
Ontwikkelingspsychologie = de wetenschappelijke studie naar groei, verandering en
stabiliteit bij mensen, van conceptie tot ouderdom.
Cohort = een groep mensen die op dezelfde plek op en rond dezelfde tijd zijn geboren. Een
oorlog (sociaalhistorische gebeurtenis) hebben bijvoorbeeld een gemeenschappelijke
invloed.
Normatieve gebeurtenis = gebeurtenissen die bepalend zijn voor mensen binnen een
bepaalde groep, bijvoorbeeld leeftijdsgebonden, plaatsgebonden of etnisch.
Niet-normatieve gebeurtenis = gebeurtenis die plaatsvindt in iemands leven, terwijl de
meeste andere mensen hier niet mee te maken krijgen.
De student kent het bio-ecologisch model van Bronfenbrenner en kan dit herkennen
in een korte casus.
Het bio-ecologisch model geeft dat we ontwikkeling alleen volledig kunnen begrijpen als we
kijken hoe een persoon in deze 5 verschillende omgevingsniveaus past:
- Microsysteem = dagelijkse, directe omgeving waarin kinderen leven (hun thuis,
ouders en vrienden).
- Mesosysteem = zorgt voor connecties tussen verschillende onderdelen in het
microsysteem (kinderen verbinden aan ouders).
, - Exosysteem = algemenere invloeden, dus sociale instituties (school, gemeenschap,
gebedshuis).
- Macrosysteem = vertegenwoordigt culturele invloeden waaraan een individu
blootstaat, zoals de overheid, religieuze systemen en de politiek.
- Chronosysteem = omvat de invloed van de tijd op de ontwikkeling van kinderen,
inclusief historische gebeurtenissen/veranderingen (9/11 en stemrecht voor
vrouwen).
De student kan de verschillende perspectieven op ontwikkeling onderscheiden.
Extra behavioristisch
Stimulus-respons-leren = vormen van leren die we kunnen beschrijven in termen van
stimuli en responsen, zoals klassieke en operante conditionering.
- Klassieke conditionering = vorm van leren waarbij een organisme leert op een
bepaalde manier te reageren op een neutrale stimulus (stimulus die zo’n respons
normaal niet uitlokt).
- Operante conditionering = vorm van leren waarbij een vrijwillige respons versterkt of
verzwakt wordt doordat die respons wordt geassocieerd met iets positiefs/negatiefs.
Gedragsmodificatie = techniek om gewenst gedrag te verhogen en ongewenst gedrag te
verlagen.
Extra cognitief
Basisprincipes adaptatie van kinderen:
- Assimilatie = nieuwe ervaringen interpreteren met de denkwijze die je al had.
- Accommodatie = door een nieuwe stimulus op een andere manier gaan denken.
,Extra evolutionair
Zelfdeterminatietheorie = er zijn 3 natuurlijke basisbehoeften die het functioneren,
welbevinden en de groei van mensen beïnvloeden: autonomie, verbondenheid en
competentie. Stelt ook dat mensen van nature hun eigen omgeving vormgeven.
De student begrijpt wat de relatieve invloed van nature en nurture op de
ontwikkeling is.
Nature-nurture debat = de discussie over de oorsprong van ons gedrag en onze
eigenschappen; komen deze voort uit onze aanleg of uit onze opvoeding en leefomgeving?
Nature = aangeboren
Mutatie = proces van het zich geleidelijk ontvouwen van voorbestemde genetische
informatie.
Nurture = aangeleerd
Genetisch bepaalde eigenschappen hebben invloed op het gedrag, maar kunnen ook invloed
hebben op hoe je omgeving gevormd wordt als je als kind veel huilt, kan het ervoor
zorgen dat je ouders bij elk geluidje bij je staan en dit heeft invloed op je verdere
ontwikkeling.
Gevoelige periode = tijdsspanne waarin kinderen extra gevoelig zijn voor bepaalde
omgevingsinvloeden en makkelijk specifieke vaardigheden kunnen leren.
Kritieke periode = tijdsspanne waarin een bepaalde gebeurtenis grote, onomkeerbare
gevolgen heeft.
, Week 2: Leren en het geheugen
De student weet wat de drie functies van het geheugen zijn en kan deze herkennen
in een korte casus.
Functie 1: coderen = het omzetten van informatie in een vorm die het beste in het
geheugensysteem past. Dit gaat snel en automatisch (toetsenbord van een computer).
Functie 2: opslaan = het langdurig bewaren van gecodeerd materiaal, zoals herinneringen
die gedurende een bepaalde tijd worden opgeslagen (de harde schijf).
Functie 3: terughalen = het lokaliseren en weer in het bewustzijn terugbrengen van
informatie uit het geheugen (informatie wordt zichtbaar op het beeldscherm).
De student heeft kennis van de drie stadia van geheugen en de kenmerken van de
verschillende stadia (functie, wijze van codering, opslagcapaciteit, de duur,
structuur en biologische basis).
Extra werkgeheugen:
Chunking = ruimte in het werkgeheugen creëren door stukjes informatie te organiseren tot
een kleiner aantal betekenisvolle eenheden.
Repeteren = proces waarbij informatie steeds herhaald wordt om te voorkomen dat de
informatie vervaagt in de tijd dat het in het werkgeheugen zit.
Elaboratie = proces waarin informatie actief wordt verwerkt door die te verbinden met
kennis die al in het langetermijngeheugen is opgeslagen.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller sienvanlotringen. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $9.09. You're not tied to anything after your purchase.