Biopsychologie: specialisme in de psychologie dat de interactie tussen biologie, gedrag en de
omgeving bestudeert. In Vlaanderen ook wel bekend als gedragsbiologie.
Evolutie: Het geleidelijke proces van biologische verandering van een soort als gevolg van zijn
aanpassing aan de omgeving.
Evolutietheorie: theorie van Charles Darwin. Houdt in dat wij als mens zijn begonnen als klein
organismen en zijn door ontwikkelt tot de organismen die we nu zijn, mensen.
Creationisme: de opvatting dat iemand de wereld en alles eromheen heeft geschapen. Sluit aan bij
de meeste religies.
Natuurlijke selectie: de best aangepaste organismen overleven en krijgen meer nakomelingen dan
minder goed aangepaste organismen. Op deze manier sterven de minder goed aangepaste
organismen eerder uit dan de beter aangepaste organismen.
Adaptief kenmerk: kenmerk van een soort dat is ontstaan gebaseerd op aanpassing aan een
specifieke omgeving.
Genotype: kenmerken van een organisme zoals die genetisch zijn vastgelegd. (dna, aangeboren, kan
je niet veranderen)
Fenotype: waarneembare fysieke kenmerken van een organisme. (Kan je veranderen en verandert
je hele leven. Alle invloeden van je omgeving. Alles wat je aan de buitenkant kan zien. Bijvoorbeeld
je haar verven)
Genoom: het genoom van een organisme omvat één complete set van chromosomen.
DNA: lang, complex molecuul dat informatie bevat over alle genetische eigenschappen.
Genen: stukjes van een chromosoom waarin de codes voor de erfelijke lichamelijke en psychische
eigenschappen van een organisme zijn opgeslagen. Ze vormen de functionele elementen van een
chromosoom.
Chromosoom: lange, dunne en spiraalvormige draad waarlangs de genen zijn gerangschikt als de
kralen van een ketting. Chromosomen bestaan voornamelijk uit DNA.
Geslachtschromosoom: een chromosoom dat onze lichamelijke geslachtskenmerken bepaalt.
Vrouwen hebben twee X-chromosomen en mannen een x- en een Y-chromosoom.
Autosomen: alle chromosomen die niet geslachtschromosomen zijn
- Pons: ‘Brug’ die verschillende hersendelen met elkaar verbindt zoals de hersenstam met de
kleine hersenen. Reguleert slaap en dromen en is betrokken bij gecoördineerde bewegingen.
- Formatio reticularis: zorgt ervoor dat alleen belangrijke informatie onze hersenen bereiken.
Brengt onbewuste reacties teweeg en reguleert het alarmsysteem. Is actief bij het slapen en
waken.
- Medulla: controleert elementaire lichaamsfuncties zoals ademhaling en hartslag.
- Amygdala: betrokken bij emoties, herinnering en inschatting van gevaar
- Hippocampus: betrokken bij langdurige herinneringen
- Cerebrum: mensenbrein
- Cerebrale cortex: buitenste laag cerebrum (mensenbrein)
Frontaalkwab:
- Inteligentie
- Executieve functies (plannen, organiseren, impulscontrole, gedrag beheersen,
besluitvorming)
- Sociaal zijn
- Verlies aan flexibiliteit
- Onaangepast/wisselend gedrag
- Onderdelen:
Motorische cortex --> gaat om vrijwillige beweging
Gebied van Broca --> gaat om spraakvermogen
Temporaalkwab:
- Geheugen
- Gedrag
- Gehoorvermogen
- Visuele perceptie
- Niet in categorieën kunnen indelen
- Veranderd seksueel gedrag
- Minder geheugen (links)
- Gesproken woorden
- Ongeremd praten (rechts)
Hersenstam:
- Alle automatische functies zoals hartslag, bloeddruk, lichaamstemperatuur, ademhaling,
slaap-waakcyclus, evenwicht, slikken en kauwen
Pariëtaal kwab:
- Oog-hand coördinatie
, - Problemen woorden lezen/schrijven
- Links rechts verwarring
- Ruimtelijke oriëntatie
- Moeite met rekenen
- Neglect
- Volgorde bepalen is moeilijk
- Apraxie
- Verwerken van pijn
- Tast
- Gevoel
- Motoriek
- Executieve functies zoals aandacht
Occipitaalkwab:
- Verwerken van visuele informatie; wat we zien en waar we dat zien
- Kleur en beweging herkennen
- Vlekken zien
- Gezichtsvelduitval
- Woordblindheid
- Simultaan waarnemen
- Iets groter of kleiner inschatten
Kleine hersenen:
- Balans
- Evenwicht
- Coördinatie
- Oogmotoriek
- Reflexen
- Taalkundige en cognitieve processen waaronder controle over het denken
- Emotie
- Motivatie
Hypothalamus:
- Besturing hormonale systeem door hypofyse
- Regulatie autonome zenuwstelsel
- Regulatie honger, dorst, slaap/waakritme etc.
- Emotionele arousal en stress
Hypofyse: schakel tussen hormoonstelsel en zenuwstelsel
Corpus callosum: verbinding tussen de hersenhelften
Les 3|09-12-2022
Modelleren:
Het gedrag dat je ziet of hebt gezien, bewust of onbewust overnemen. Gedrag imiteren.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller sannejongbloed2005. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.47. You're not tied to anything after your purchase.