Hoorcolleges Grondslagen Belastingheffing Ondernemingen
(GBO) 2016
Hoorcollege 1: Algemeen ondernemersbegrip en winstgenieters.
Inkomstenbelasting wordt geheven over natuurlijke personen:
- Box 1: Inkomen uit werk & woning.
Belastbare winst uit onderneming.
Art. 3.2 IB: gezamenlijk bedrag van de winst die de belastingplichtige uit een of
meerdere ondernemingen geniet verminderd met de ondernemersaftrek en de
MKB-winstvrijstelling.
Loon uit dienstbetrekking: gezagsverhouding is het belangrijkste BNB 1989/199.
Belastbaar resultaat uit overige werkzaamheden. BNB 1989/199 geeft een
overzicht met de verschillen tussen resultaat overige werkzaamheden en winst
uit onderneming. De belangrijkste hierbij is de duurzaamheids-eis.
(…)
- Box 2: Inkomen uit aanmerkelijk belang
- Box 3: Inkomen uit sparen en beleggen.
Maak je alleen vermogen rendabel dan wordt je gezien als belegger in box 3. Maar ga je
het normale vermogensbeheer te buiten waardoor je ook arbeid rendabel maakt, dan
ben je winstgenieter in box 1. BNB 1981/299. VB: je koopt panden en verhuurt deze aan
studenten je bent belegger. Maar nu verhuur je ze niet allen, je maakt ze ook schoon
en regelt het onderhoud je bent ondernemer want je maakt ook je arbeid rendabel
(ook wel actief vermogensbeheer genoemd).
Ondernemersaftrek (art. 3.74 t/m art. 3.79 IB) bestaat uit:
Aftrek speur- en ontwikkelingswerk
Startersaftrek bij arbeidsongeschiktheid
Stakingsaftrek: 3630 euro van de behaalde stakingswinst is vrijgesteld mits de persoon
ondernemer is.
Meewerkaftrek: medewerker moet zonder vergoeding 525 uur of meer hebben
meegewerkt in de zaak van de partner die ondernemer is.
Zelfstandigenaftrek: 7280 euro standaard en voor 65+’ers 50%).
Als de winst lager is dan wordt de aftrek gelijkgesteld aan de winst. De niet-gerealiseerde aftrek
mag 9 kalenderjaren verrekend worden. Starters houden evengoed de 7280 euro, ook al is de
winst lager.
Art. 3.6 bepaalt dat men aan het urencriterium moet voldoen wil men voor de
ondernemersaftrek in aanmerking komen. Enige uitzondering hierop is de
stakingsaftrek.
Art. 3.79a IB: MKB-winstvrijstelling houdt in dat er 14% van de winst is vrijgesteld nadat deze is
verminderd met ondernemersaftrek. Wel moet men ondernemer zijn. Dit geldt dus niet voor
medegerechtigde. Ook over baten en lasten genoten na de staking mag de MKB-winstvrijstelling
in mindering worden gebracht ondanks dat men dan geen ondernemer meer is.
Er moet een bron van inkomen zijn voordat je in een van de boxen terecht komt.
Bron van inkomen: voordeel moet redelijkerwijze te verwachten zijn & worden beoogd.
Winst uit onderneming
Twee voorwaarden winst uit onderneming:
1. Je moet een objectieve onderneming (activiteit) drijven = een activiteit die wij als een
fiscale onderneming duiden.
1
, 2. Subjectieve onderneming (geeft de winstgerechtigheid van natuurlijke persoon bij
activiteit weer): in welke mate een activiteit toe te rekenen is aan een mens van vlees en
bloed.
Er wordt in het maatschappelijk verkeer een gezamenlijk activiteit uitgevoerd (tandartsenpraktijk
met twee tandartsen), maar fiscaal gezien twee subjectieve ondernemingen.
Objectieve onderneming (moderne definitie Essers). Wanneer ben je een objectieve
onderneming?:
- Zelfstandige: activiteit moet zelfstandig zijn, niemand moet jou vertellen hoe je de
activiteit moet uitvoeren.
- Duurzaam bedoelde activiteiten: BNB 2001/88 = onbegrensd in tijd. Is een toets naar de
bedoeling van de belastingplichtige: wat beoogt de belastingplichtige bij het starten van
zijn activiteiten? Het is de bedoeling om langdurig door te gaan en daarbij moet gekeken
worden naar de intentie bij aanvang van de activiteit, die zelfstandig beoordeeld moet
worden. Ook al lukt het niet om duurzaam vol te houden, als dat wel de bedoeling is dan
wordt het toch als duurzaam beschouwd. Waarnemen is daardoor belast als resultaat
uit overige werkzaamheden omdat je geen objectieve onderneming hebt (je voldoet
immers niet aan de duurzaamheidseis).
BNB 2009/34: de duurzaamheidseis geldt alleen voor de objectieve
onderneming. Tijdelijke vennoot is dus gewoon ondernemer of
medegerechtigde.
- Gericht op risicodragende deelname (geen kapitaal nodig BNB 1992/370): veel
investeren in vermogen, enz. In BNB: ook debiteurenrisico is een risico.
BNB 1992/370: kapitaal hoeft niet noodzakelijk aanwezig te zijn.
- Aan het economische verkeer. Ook wietplantages zijn een onderneming. Dat is
maatschappelijk niet mag wil niet zeggen dat je niet deelneemt aan het economisch
verkeer. In de fiscaliteit zijn we neutraal (wat in de wet niet mag, is fiscaal neutraal). Dit
geldt ook voor bankovervallen. Bij een keer ben je geen onderneming, maar wanneer dit
wekelijks gebeurd wordt het een onderneming. Winst zal geschat moeten worden,
waarover dan alsnog betaald zal moeten worden.
Soms moet je de activiteit toetsen (grensvlak) aan de hand van de bovenstaande 4 criteria.
Objectieve onderneming: afbakeningsproblemen
- Loon: gezagsverhouding (vb. BNB 1989/199: sprake van een
vennootschapsovereenkomst/ samenwerkingsverband wat betekent dat je in de
loonsfeer terecht komt)
Winstsfeer dan ben je zelfstandig.
- Resultaat uit overige werkzaamheden (vb. BNB 1984/72 & BNB 1993/185 & BNB
1997/398) Lastige afbakening. Hofuitspraak: een lijstje van criteria aan de hand waaraan
je kan toetsen of iets resultaat (1opdrachtgever, kan alleen winst genieten als je hele
grote risico’s loopt) is of winst(meer opdrachtgevers) bv. duurzaamheid,
ondernemingsrisico, reclame.
- Inkomen uit sparen &beleggen
HR BNB 1981/299
Bepalend is of arbeid naar aard en relatieve omvang gericht is op het behalen van voordelen die
het rendement bij normaal vermogensbeheer te boven gaan. Je moet gaan kijken of je vermogen
rendabel maakt in box 3 of een onderneming uit te voeren: wordt bepaald aan de hand van de
activiteit die je verricht. Als je met weinig eigen geld en veel geleend geld (makelaar) dan ben je
eerder ondernemer, dan als je geen verstand hebt van het vak en gewoon heel veel geld hebt.
, Deelname aan het economische verkeer met productie-inrichting onderneming ook bij
geringe arbeid. Soms is arbeid niet alleszeggend. ER is een belastingplichtige en die zet een
windturbine in zijn achtertuin, maar hij besteed alle werkzaamheden uit. De elektriciteit wordt
verkocht, hij wil natuurlijk in box 3 zitten in plaats van box 1. Alleen de HR heeft beslist dat hij
met zijn vermogen een product in het maatschappelijk verkeer brengt. Wanneer hij niet de
elektriciteit had verkocht, maar de windturbine had verhuurd dan zat hij niet in box 1, maar in
box 3.
Hoeveelheid arbeid in vergelijking tot het vermogen
Winst uit onderneming
Twee voorwaarden winst uit onderneming:
1. Objectieve onderneming (activiteit)
2. Subjectieve onderneming (geeft de winstgerechtigheid van natuurlijke persoon bij
activiteit weer)
De tandartspraktijk is de objectieve onderneming en de subjectieve onderneming zijn de
twee tandartsen
Belangrijkste subjectieve ondernemingen
- Eenmanszaak
- Deelgerechtigheid vennoot in een personenvennootschap (samenwerkingsverband van
tenminste twee personen).
Twee natuurlijke personen gaan samenwerken in
een overeenkomst (vennootschapsovereenkomst).
Ieder natuurlijk persoon brengt iets in
(arbeid/geld/goederen/gebruik van goederen). Met
het geld en arbeid beginnen ze een activiteit. Hier
een ondernemingsactiviteit, namelijk een
klusbedrijf. Beogen voordeel te behalen. Ten minste
moet ieder een percentage van de winst krijgen. De
voordelen delen ze met elkaar. Ieder 50% aandeel in
de activiteit is de subjectieve onderneming.
Personenvennootschappen
Stil Openbaar beroep
- Stille maatschap: niet zichtbaar in het - Openbare maatschap
rechtsverkeer.
Openbaar bedrijf
- VOF (vennootschap onder firma)
- CV (commanditaire vennootschap)
Beroep: altijd dienstverlening met het oog op de persoonlijke kwaliteit (tandarts, advocaat, je
kiest voor de dienstverlening met persoonlijke activiteiten).
In hoeverre moet je een objectieve onderneming toerekenen aan een natuurlijk persoon?
Subjectieve onderneming (=winstgenieters):
1. Ondernemer (art. 3.2 & 3.4 IB), wetgever geeft deze persoon allerlei faciliteiten. Maar
dit wil de wetgever alleen maar geven als deze maatschappelijk worden gezien als
ondernemer.
2. Mederechtigde (art. 3.3 lid 1 sub a IB), overige winstgenieters.
3
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller lh96. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.21. You're not tied to anything after your purchase.