100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Jurisprudentie strafprocesrecht $7.05   Add to cart

Judgments

Jurisprudentie strafprocesrecht

 5 views  1 purchase
  • Course
  • Institution

Samenvatting van de voorgeschreven jurisprudentie van het jaar van het vak Strafprocesrecht

Preview 4 out of 44  pages

  • January 27, 2023
  • 44
  • 2022/2023
  • Judgments
  • Unknown
avatar-seller
Arresten Strafprocesrecht

Week 1 – Het strafproces
Posbank-arrest (HR, december 2019)
Inhoud: in laatste week undercovertraject is verdachte door politie-informanten onder druk gezet.
Hierbij is een probleem in scène gezet waarbij met verdachte is besproken hoe men van een
auto met sporen af moest komen. De auto is in brand gestoken, dit kwam dagen later in het
nieuws. Van tevoren is de verdachte hiervan op de hoogte gebracht. Verdachte werd
medegedeeld dat hij als hoofdverdachte werd gezien, maar dat wanneer hij bekende, hij hulp
zou krijgen zodat hij niet te lang hoefde te zitten. Verdachte heeft eerder van de infiltranten
geld ontvangen en zou hem voor de toekomst 75000 eu zijn beloofd voor een drugsdeal.
Rechtsregel: zijn de door de verdachte afgelegde verklaringen in vrijheid afgelegd in de zin van art. 29
lid 1 Sv en art. 6 lid 1 EVRM?
Antwoord HR: het verloop van het opsporingstraject zoals dat door het hof is vastgesteld, duidt erop
dat de opsporingsambtenaren bemoeienis hebben gehad met wezenlijke onderdelen van de
door de verdachte afgelegde verklaring en dat de verklaringsvrijheid is aangetast.
Verklaringsvrijheid van de verdachte is geschonden.
 Sprake van toegepaste misleiding tijdens de undercoveroperatie waardoor verdachte
onder druk is gezet. Dit heeft ertoe geleid dat de door hem afgelegde verklaringen in strijd
zijn met zijn verklaringsvrijheid. Het feit dat verdachte zichzelf heeft gewend tot een
infiltrant, doet daaraan niks af.

Beginselen voor het meten of een verkregen verklaring in strijd is met de verklaringsvrijheid:
- Verloop van het opsporingstraject
- De door de verdachte ingenomen proceshouding m.b.t. de strafbare feiten waarvan hij wordt
verdacht
- Mate van (psychische) druk die op verdachte wordt uitgeoefend
- Mate en wijze van binnen dat traject toegepaste misleiding van de verdachte
- De bemoeienis die opsporingsambtenaren hebben gehad op de inhoud van de door de
verdachte afgelegde verklaring
- Duur en intensiteit van het traject
- Strekking en frequentie van contacten met de verdachte zelf
- De in het vooruitzicht gestelde positieve of negatieve consequenties als de verdachte juist
wel of geen opheldering geeft over bepaalde zaken

- Rechter dient acht te slaan op de wettelijke grondslag waarop het optreden van de
opsporingsambtenaren heeft plaatsgevonden
- Rechter moet voldoende inzicht hebben in het concrete verloop van de uitvoering van de
opsporingsmethode en de interactie met de verdachte die daarbij heeft plaatsgevonden.
 Vereist: een voldoende nauwkeurige verslaglegging.

Week 2 – Het opsporingsonderzoek I
Stormsteeg-arrest (HR, februari 1988)
Inhoud: man liep door de Stormsteeg in Amsterdam, met zijn hand stevig in zijn rechterzak. De steeg
stond bekend als een plaats waar veel verdovende middelen worden gebruikt en verhandeld.
De man zag echter agenten, hij schrok en bleef stilstaan, waarna hij wegrende. De man werd
echter tegengehouden en gefouilleerd. Tijdens de fouillering vonden ze 3,3 gram heroïne.
Oordeel raadsman: verbalisanten misten volgens raadsman de bevoegdheid om de verdachte te
fouilleren. Volgens art. 9 lid 5 Opiumwet hebben slechts de opsporingsambtenaren deze
bevoegdheid jegens een persoon die verdacht wordt van een bij de Opiumwet strafbaar
gesteld misdrijf. Hiervoor moeten dan reeds ernstige bezwaren bestaan.

, Tevens zou ook de aanhouding van de verdachte onrechtmatig zijn geweest om gelijksoortige
regels.
Oordeel HR: Hof was niet verplicht hier een onderzoek naar in te stellen, aangezien er geen ernstig
vermoeden was dat met de fouillering de regels van art. 9 lid 5 Opiumwet werden
overschreden. Beroep wordt verworpen, veroordeling blijft in stand.
 Fouillering was wel rechtvaardig en daarmee het verkregen bewijsmateriaal ook.

Wanneer zijn er ‘ernstige bezwaren’?
3 gradaties:
1) Aanwijzing: dit kan bv al voldoende zijn als het gaat om terroristische misdrijven
2) Verdenking
a. Individualiseerbaar
b. Objectiveerbaar
c. Concretiseerbaar
3) Ernstige bezwaren (Verdenking+) = het is waarschijnlijk dat het strafbare feit is begaan

Stille sms-arrest (HR,
Wetten: art. 141 + 142 Sv, art. 3 Politiewet 2012.
Opsporingsonderzoek naar verdachte die werd verdacht van het opzettelijk bereiden, bewerken,
verwerken, verkopen, afleveren, verstrekken, vervoeren en/of binnen grondgebied van NL brengen
van amfetamine. Met toestemming van de ovj werd meermaals een stille sms gestuurd naar de
verdachte, waarmee zijn locatie kon worden achterhaald. Dit was echter voor de verdachte zelf niet
zichtbaar.
 Is voor het gebruik van de stille sms een afzonderlijke wettelijke regeling vereist om het
rechtmatig te laten zijn?
Gerechtshof: Nee, door gedurende 5 dagen lang, tussen 6-12 uur, om de 30 min. zo’n sms te
versturen, kon slechts een beperkt beeld worden verkregen van de bewegingen van de
verdachte, dat er geen sprake was van een betekenende inbreuk op de privacy van de
verdachte. Tevens geeft het geen bijzondere risico’s voor de integriteit en
beheersbaarheid van de opsporing
Rechtsvraag: kan de inzet van de stille sms worden bestempeld als een opsporingsmethode die een
beperkte inbreuk maakt op de grondrechten van de mens?
HR: door gebruik stille sms slechts beperkte inbreuk op de grondrechten van de verdachte. Inzet
ervan is niet zeer risicovol geweest voor de integriteit en beheersbaarheid van de opsporing.
 Een specifieke wettelijke bepaling voor de inzet van de sms’jes is dus niet nodig.
Art. 3 Politiewet 2021 + art. 141 & 142 Sv -> mogen inzetten van zulke opsporingsmethoden
indien zij slechts een 1) beperkte inbreuk maken op grondrechten van burgers en 2) deze
niet risicovol zijn voor de integriteit en beheersbaarheid van de opsporing.

4 aandachtspunten op grond waarvan de HR heeft geoordeeld dat de stille sms toelaatbaar is:
1) Inbreukcriterium = Gelet op duur en frequentie van toezending is slechts een beperkt beeld
van de telefoongebruiker verkregen.
2) Integriteitscriterium = opsporingsmiddel is met toestemming ovj ingezet
3) Inbreukcriterium = ondanks gebreken in verslaglegging is uiteindelijk voldoende
duidelijkheid over de inzet van de methode verkregen
4) Integriteitscriterium = er werd reeds uitvoering gegeven aan op voet van de art. 126g, 126m,
126n Sv door de ovj gegeven bevelen en een machtiging van de RC als bedoeld in art. 126m
lid 5 Sv

Voorwaarden:
1) Opsporingsmethode zoals in concreto toegepast, mag slechts een beperkte inbreuk op de
grondrechten van burgers maken.

,  Meer dan beperkte inbreuk? Expliciete wettelijke basis nodig.
 Meest voorkomende inbreuk: privacy ->
Hulpcriterium: Beperkte inbreuk op privacy: of de opsporingsmethoden
zoals deze in concreto is ingezet geschikt was om een min of meer
compleet beeld te krijgen van een of bepaalde aspecten van het
privéleven van de betrokken burger?
 Gezichtspunten voor invullen hulpcriterium:
o Duur = hoelang duurt de observatie?
o Frequentie = hoe vaak wordt methode ingezet?
o Intensiteit = welke info verkrijg je (inhoud), voor hoe
lang en hoe vaak?
o Technisch hulpmiddel = welk technisch hulpmiddel?
Sommigen maken een hardere inbreuk op privacy. Denk
voornamelijk aan elektronische apparaten waarmee je…
 Meer kan waarnemen dan met het blote oog
 Dingen kan opnemen zoals geluid
Denk aan camera, infraroodcamera etc.
o Plaats = waar word je geobserveerd?
2) Opsporingsbevoegdheid mag geen zeer groot risico opleveren voor de integriteit en
beheersbaarheid van de opsporing
 Oorzaak: IRT-affaire.
Gezichtspunten:
 Is er een hoger autoriteit betrokken bij de inzet van de bevoegdheid?
 Is er goed verslag gelegd? -> achteraf terugzien wat er is gebeurd.
A.d.h.v. gezichtspunten kijken welke inbreuk wordt gemaakt op grondrechten. Meer dan beperkte
inbreuk? Expliciete wettelijke grondslag nodig.

Week 3 – Het opsporingsonderzoek II
Geweer (HR, 2 december 1935)
Inhoud: politieambtenaar wil controle uitvoeren o.b.v. de Drankenwet. Hij ging daarvoor naar een
café om te kijken of die wet werd geschonden. In het café vond hij een wapen dat hij in
beslag nam. Eigenaar verzette zich hier hevig tegen, want puur controle uitoefenen o.b.v. de
Drankenwet, niet de Vuurwapenwet.
Rechtsvraag: mocht de agent het geweer in beslag nemen en was de agent bevoegd te controleren
op naleving van de Drankwet?
HR: het feit dat de ambtenaar ter controle van de Drankenwet daar aanwezig was, belet de
ambtenaar niet om op diezelfde plaats opsporingsbevoegdheden uit te oefenen,
voortkomend uit een andere wet dan de Drankenwet. Staat in art. 121 Sv.
 Het vormt geen belemmering om bij toeval ontdekte strafbare feiten verder op te
sporen. Er is sprake van een voortgezette toepassing van bevoegdheden.

Het uitoefenen van een bevoegdheid is aan bepaalde voorwaarden verbonden. Als de
voorwaarden tot binnentreden vervuld zijn, mag de binnengetredene in de woning andere
bevoegdheden uitoefenen, voor zover de voor deze andere bevoegdheden, de algemeen
geldende voorwaarden zijn vervuld. De omstandigheid dat een ambtenaar enkel om een
bepaald doel een woning mocht binnentreden, zou de ambtenaar er niet in beletten om in
die woning voor andere doeleinden opsporingsbevoegdheden uit te oefenen.

Agent krijgt redelijke vermoeden dat er, tijdens de rechtmatige uitoefening van een aan hem
toegekende bevoegdheid, een ander strafbaar feit is begaan, hij deze bevoegdheid ook mag

, gebruiken voor het opsporen van het andere strafbare feit, mits hij deze bevoegdheid tot
opsporing al had. Geweer mocht dus in beslag worden genomen.

Braak bij binnentreden (HR, 12 december 1978)
Inhoud: opsporingsambtenaar treedt woning binnen d.m.v. het indrukken van een ruit. Is het
verkregen bewijs hierdoor niet onrechtmatig verkregen?
Piratenzender was eigenlijk afgeschaft, maar tijdens een rondje in de dienstauto ontvangt hij
de radiozender nog steeds en blijkt dat hij vlakbij het pand is waar radio wordt gemaakt. Hij
gaat daarheen. Met toestemming van hoofdbewoner perceel, mocht hij de tuinen in. Hij is
vervolgens een tuin ingeklommen, waar de studioruimte zich bevond. Hij heeft een ruitje van
de tuindeuren ingedrukt en is door het gat naar binnen gegaan.
Rechtsregel: opsporingsambtenaar is ook indien hij in een bij wet bepaald geval en voorzien van een
bijzondere/algemene last van een door de wet aangewezen macht bevoegd is om tegen de
wil van de bewoner een woning binnen te treden en bij de uitoefening van die bevoegdheid
de vorm in acht neemt door de wet daaraan verbonden, niet onder alle omstandigheden
gerechtigd zich de toegang tot die woning te verschaffen d.m.v. braak.

Of een opsporingsambtenaar bevoegd is tot het opzettelijk vernielen van een ruit, moet
rekening worden gehouden met de beginselen van een goede procesorde:
 Wetmatigheidstoets van artt. 120-123
 Rechtmatigheidstoets
 Proportionaliteitsbeginsel: geen grotere inbreuk dan door omstandigheden wordt
gevorderd.
 Subsidiariteitsbeginsel: minst ernstige middel moet worden ingezet.
 Eerst vrijwillig mee laten werken. Niet het geval? Ernstiger middel gebruiken.
HR: opsporingsambtenaar heeft in strijd gehandeld met de beginselen van een goede procesorde. Hij
heeft de grenzen voor hetgeen noodzakelijk was voor een rechtmatige inbreuk op de huisvrede
overschreden door het intikken van de ruit en toegang verlenen tot de ruimte, waardoor het
opgemaakte PV niet mag meetellen als bewijs.
 Opsporingsambtenaar heeft niet onder alle omstandigheden het recht zichzelf toegang te
verschaffen tot een woning d.m.v. braak.

Nalatige inspecteur (HR, 2 oktober 1979)
Inhoud: opsporingsambtenaar trof een foutgeparkeerde auto aan en vroeg aan de verdachte of hij de
eigenaar van de auto was. Deze antwoordde bevestigend.
Rechtsvraag: wanneer is sprake van een verhoor in de zin van art. 29 Sv? Had er een cautie moeten
worden gegeven?
Wetsinhoud: cautie blijft beperkt tot gevallen waarin iemand als ‘verdachte’ wordt gehoord.

Rechtbank heeft vastgesteld dat er geen cautie door de opsporingsambtenaar is gegeven. De
verklaring van verdachte mag enkel worden gebruikt als bewijs voor de overtreding van art. 81 lid 2
RVV als bewijs, als blijkt dat door het achterwege laten van de cautie de verdachte niet in zijn
belangen is geschaad.
 Verdachte eigenaar van auto? Info inwinnen. Vragen of verdachte auto zo heeft geparkeerd -
> verkrijgen van een verklaring van verdachte (grenst dit niet aan verhoren?)
HR: vraag of verdachte de auto dusdanig fout had geparkeerd, valt wel onder het begrip ‘verhoor’,
voornamelijk omdat voorafgaand aan die vraag de vraag was gesteld of verdachte de eigenaar
was. Valt er dan überhaupt aan te twijfelen of hij ook degene was die de auto fout heeft
neergezet? Is de tweede vraag dan niet slechts bedoeld om een verklaring te krijgen?
Zolang er geen op feiten en omstandigheden gebaseerd vermoeden van schuld bestaat, wordt niet
gesproken van een verdachte in de zin van art. 27 lid 1 Sv. Iemand die nog geen verdachte is,
moet dus ook niet als dusdanig worden behandeld. Doet hij dat wel, dan heeft het betrokken

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller sannevdstel. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $7.05. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

77254 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$7.05  1x  sold
  • (0)
  Add to cart