Aantekeningen hoorcolleges
Aantekeningen hoorcollege 1
5 september 2022
Evidence based werken, werken volgens beroepscode, vertrouwelijkheid en professionele
distantie. toegevoegde waarde t.o.v. anderen.
Hypothesetoetsend model (HTM)
- Klinische PO is niet het BAPD format.
- BAPD verslag volgt expliciet de stappen van het HTM
- Observatie -> inductie (hypothese stellen) -> deductie (maak hypotheses toetsbaar,
testen kiezen bijv.) -> toetsen -> evaluatie).
o Is de empirische cyclus.
Hoe Het Niet Moet-1: casus, OV: wat is de DSM classificatie? H1: Is er sprake van X? Test:
voor X.
confirmation bias. Maak alternatieve hypothesen inclussief differentiaaldiagnosen.
HTM gaat van breed naar smal.
Wanneer niet-hypothese toetsend:
- Indicatiestellingsvragen: Welk behandeladvies. Leg uit hoe het onderzoek gebruikt
wordt om bepaalde behandeladviezen wel of niet te geven. Hoe ben je tot je
antwoord gekomen.
- Exploratief onderzoek (hypothesegenererend): Veel bij persoonlijkheidsonderzoek
bijv. Als je een profiel gaat maken zonder vermoedens. Geef dit expliciet aan bij
testverantwoording, leg de meerwaarde uit en houd gepaste conclusies aan. (deze
vorm van onderzoek doen we deze cursus niet)
Hoe Het Niet Moet-2: clt: moeite met interpersoonlijke relaties. OV: is er sprake van
persoonlijkheidsproblematiek?. H1: Er is sprake van persoonlijkheidsproblematiek. Testen:
veel verschillende. Testverantwoording: testen zijn voldoende.
Op basis van welke data ga je beslissen? Er zit altijd wel een opvallend iets in als je alles
toetst. Let ook op dat je niet te breed bent in je hypothese. Je stelt van tevoren de
hypothese op, eventueel met een toetsbare voorspelling in het HTM (als de geselecteerde
test goed aansluit en duidelijke criteria heeft (aanwezigheid PS + passende test) niet. Wel bij
bijv. cognitieve achteruitgang en een WAIS test, dan is achteruitgang bijv. = te vaag.
Hoe Het Niet Moet-3: clt: psychotische ervaringen en suïcidale ideaties onder stress. OV: is
er sprake van persoonlijkheidsproblematiek? H1: sprake van borderline structuur volgens
persoonlijkheidstheorie van Kernberg. Test: MMPI-2. Testverantwoording: MMPI
omschrijving met COTAN. Validiteit is onvoldoende op bepaalde delen.
1 hypothese, er kan meer achter deze symptomen zitten.
let op of alles voldoende beoordeeld is door de COTAN van wat je nodig hebt.
,Wat doe je wel:
- Onderbouw je hypothese en denk aan alternatieven.
- Koppeling met testselectie moet helder zijn. Meetpretentie sluit niet aan bij
hypothese geef en onderbouw de toetsbare voorspelling.
- Evidence based/best practice.
- Blijf kritisch op de grenzen van diagnostiek. Iemand in crisis ingewikkelde
persoonlijkheidsdiagnostiek door te laten gaan hoeft niet, dan meet je wellicht hoe
het op dat moment is, in crisis.
- Vermijd een PO als black box -> maak duidelijk wat ertussen gebeurd in elke stap.
Diagnostiek kan volgens:
- Onderkennende diagnostiek: DSM classificatie. Benoemen, niet oorzakelijk. Je kan
niet verklaren. Het is niet: x is somber, omdat DSM diagnose depressie.
- Beschrijvende diagnostiek: beschrijven van het klachtenbeeld in relatie tot de
specifieke client en wat hierbij de predispositionerende, inducerende ,
onderhoudende en/of beschermende factoren betreffen. Begrijpen, verklaren van
de casus. Is wel meer subjectief, dus kan wisselen van persoon tot persoon.
Slide 21: wat kan je (als je ADHD aanneemt) nog testen: stemming, middelengebruik,
persoonlijkheid, angst, burn-out (niet in DSM, maar werkproblemen wel).
- Stel je neemt ADHD niet aan, test je bijv: trauma, cognitieve functies (ivm drank)/LVB
(ivm MBO-1, specialer onderwijs), relatieproblemen (V-code) of aanpassingsstoornis.
- Kwetsbare factoren: scheiding, IQ, gebrekkige impulsbeheersing (vanuit ruzie
zoeken, drank, ADHD), eventuele somatische stoornis (ivm ziekteverzuim).
- Onderhoudende factoren: slaapproblemen, drankgebruik, conflict op werk.
- Inducerende factoren (waardoor nu ernstiger): scheiding.
- Beschermende factoren: positieve relatie baas en zus, heeft nog werk, zoon.
- Wat wil je verder nog weten (buiten classificatie), voor bijv. beschrijvende diagnose:
wat ziet hij als hoofdprobleem en oorzakelijke relaties, hoe is ADHD
onderzoek/klachtengeschiedenis tot stand gekomen, behandelgeschiedenis (o.a.
medicatie), aanleiding ziekteverzuim en drankgebruik. Hoe volgen dingen elkaar in
de tijd? Weerbaarheidsfactoren?
- Zie ook dia 22 voor invulling (paars = kwetsbaarheid, groen = beschermend,
omgeving, blauw = onderhoudend, rood = inducerend, streepje = mogelijke
kalchten/problemen)
Beschrijvende diagnose kan zo in tekst, maar kan ook in een schema zoals te zien op dia 23.
Is casusconceptualisatie. Netwerkmodel sluit vaak wat beter aan op de realiteit (houd een
dagboek bij), zie dia 24. Positieve en negatieve samenhang (groen/rood). Wellicht meer in
de toekomst, nu nog niet zo bruikbaar voor gerichte interventies, is nu nog in vroege
ontwikkeling.
BAPD eisen:
- Vraagstellingstypen: 1 onderkennend, 2 verklarend en 3 indicerend.
o Per verslag > 1 type, in totaal alle 3 de typen een keer.
- Methoden van onderzoek: 1 zelfrapportage, 2 prestatietaken en 3
beoordeling/observatie, interpretatie instrumenten.
, o Per verslag > 2 typen onderzoek, in totaal alle 3 een keer.
- Strategieopdracht is nieuw in het BAPD: theoretische uitwerking van een echte
casus, ideale situatie. Kan je al vroeg mee beginnen in je stage.
Doelen van een anamnese:
1. Genereren (en eerste keuze behouden/verwerpen) hypothesen classificerende
diagnosen (DSM)
2. Genereren (en eerste keuze behouden/verwerpen) hypothesen beschrijvende
diagnose.
3. Indicatiestelling met eerste opbouw werkrelatie.
4 peilers klachtenanamnese:
1. Heb ik een compleet overzicht van de klachten en probleemgebieden?
a. Begin open, geef gelegenheid tot free speech. Neem de tijd. Waarom ben je
hier?
b. Doorvragen in de breedte: nog aanvullingen?
c. Doorvragen in de diepte: kunt u mij daar nog wat meer over vertellen?
Selecteer op de relevantie peilers en doelen (niet alle tijd). Probeer het als
een soort video voor je te kunnen zien (bijv. bij fysiek handgemeen).
- Houdt voor jezelf overzicht bij, let ook op ‘verborgen’ klachten/problemen,
houdt een lijstje bij je bijv. met mogelijke dingen.
- Pas op met tunnelvisie psychiatrie.
2. Heb ik een goed beeld van de ernst?
a. Hoe vaak, hoe lang, schaalvragen.
b. Consequenties van klachten: verschil pre/post, lijdensdruk en gevolgen op
functioneren.
c. Levensgebieden waarop goed gefunctioneerd wordt (sociale anamnese), niet
alleen op slecht focussen, ook waar gaat het goed!
d. Ernst klinische praktijk = urgentie ingrijpen: laag, matig, hoog, zeer hoog. Hoe
urgent is het om nu in te grijpen i.p.v. hoe hoog is de lijdensdruk van de
client? ‘Zeer hoog’: directe aantasting veiligheid zelf/anderen: suïcide,
agressie, gezondheid, verwaarlozing, ernstige maatschappelijke teloorgang
(dakloosheid o.i.d.). Er moet nu worden ingegrepen, bijv. opname. ‘Hoog’ =
naar psychiater. Je hoeft dit niet precies te weten, weet wel wanneer je aan
de bel trekt. ‘Laag’ = is behandeling nodig in de GGZ? Mogelijke andere vorm
van interventie. ‘Matig’ = kan op de wachtlijst.
3. Heb ik een goed beeld van de tijdslijn, met de context van factoren?
- Predisponerend/inducerend/onderhoudende/beschermende factoren.
a. Wanneer start? Stressor/aanleiding?
b. Eerste of eerdere perioden?
c. Af- en toename over de tijd?
d. Wanneer wel/niet, meer/minder?
e. Onderlinge samenhang van klachten: oorzaak-gevolg?
f. Somatiek, middelen, familiale belasting, trauma/life-events (A-criteria PTSS;
belastende ervaring versus dreiging met dood/letsel etc.).
g. Eigen verklaring (ziektetheorie), hoe zeker is iemand van die verklaring, zijn er
alternatieven, bekendheid met eventuele diagnosen?
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller hmldekruijff. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.06. You're not tied to anything after your purchase.