Week 6: risicosymptomen
Psychotische stoornis wordt ook wel psychotische decompensatie genoemd.
Wat is (on)gewoon?
- Gallup poll: veel mensen geven veel antwoorden.
o Vraag: geloof je dat X mogelijk is?
o ESP (bijv doden zien) – 40% zegt ja,
o Buitenaardsleven contact – 33%
o Contact met doden – 28%
o En bijv: bezeten zijn door de duivel, spiritueel genezen, toekomst
voorspellen. Ook rond de 30%.
- Demografische factoren hierbij:
o Leeftijd: 18-29 het hoogst, met name op communicatie met
doden/buitenaards leven.
o Sekse: vrouwen hoger op communicatie met doden, mannen hoger op
buitenaards contact.
o Opleidingsniveau: hoogopgeleid alleen meer bij spiritueel genezen. De rest
allemaal laagopgeleid.
o Religie: meer religieus hoger op bezetenheid van de duivel en lager op
buitenaards leven contact.
- De beliefs zijn niet onafhankelijk, intercorrelatie. Vaak niet maar op een wel positief
scoren.
- Correleren ook matig met fantasy proneness (op gaan in je eigen verbeelding) en
FFM openheid (openheid voor nieuwe ideeën en ervaringen), licht met positieve
schizotypie.
- Alleen ‘belief’ is geen voorspeller voor een psychose
o Je moet niet alleen geloven dat het mogelijk is, maar je moet ook een
persoonlijke ervaring hebben.
o Percentages van ervaringen zijn lager, rond 2 tot 13% i.p.v. 30.
o Dit zijn PLE = psychotic like experiences. Het is subklinisch.
Verschil subklinisch en klinisch, PLE vs manifeste psychose:
- Klinisch oordeel over intensiteit en duur. Niet in de vorm/inhoud.
- PLE: ‘alsof…’ of twijfel. Kort en voorbijgaand. Lijden of beperkingen maakt niet uit
voor wel/niet subklinisch.
- Manifeste psychose: overtuiging (handelen), aanhoudend (duur verschilt per
stoornis), lijden en/of beperkingen moeten aanwezig zijn.
Modaliteiten van perceptie
Typen hallucinaties/hallucinatoire ervaringen (van veel naar minder voorkomend):
- Auditief
- Visueel
- Tactiel (tast)
- Olfactorisch (reuk)
- Gustatoir (smaak)
, Inhoud denkbeelden
Wanen/waanideeën n.a.v. inhoudelijk thema:
- Meest voorkomend: paranoïde, betrekking, grootsheid
- Minder voorkomend: religieus, somatisch (lichaam verandert, ziekte hebben), schuld
(iets ergs gedaan, straf), erotomaan (mensen verliefd op jou, of een relatie hebben),
jaloezie (partner gaat vreemd oid), gedachten lezen, besturing (dat iemand jou
bestuurd).
- Zeldzaam: dubbelganger (iemand is vervangen door dubbelganger, of zelf een
hebben), nihilistisch (bijv. dat je zelf dood bent/in de hel bent/iedereen om je heen
dood is, heel negatief), gedachten inbrengen/onttrekken.
- Bij een waanstoornis is het veelal (zeker in het begin) een soort, in psychotische
episoden is het vaak wel een combinatie van.
Typisch verloop van een psychose: prodromale fase manifeste/floride fase (piek)
restfase.
Uitzondering bij psychose door middel of somatische aandoening, of bij een affectieve
psychose (dan beweegt het mee met de stemmingsklachten).
Prevalentie:
- Circa 18% vd bevolking een PLE. Adolescenten circa 30%.
- 8% meerdere PLE’s met lijdensdruk
- 4% classificatie psychotische stoornis
- 0,7% classificatie schizofrenie
Aanwezigheid van een PLE is een risicofactor voor psychose. Echter vaak geen noodzaak tot
behandeling (75-90%), slechts 1 op 100 mensen met een eerste PLE maken de transitie.
Screenen in de algemene populatie is zinloos.
2 strategieën voor het optijd registreren:
- Specialistische zorg, in eerste psychose teams: 54% vd hulpzoekenden (met
subklinische ervaringen) maakt een transitie naar een psychose in 12 maanden.
o Veel verwijzingen voldoen al aan de criteria manifest psychose (die vallen
niet onder 54%).
- Hulpzoekende cliënten in de bGGZ van 18-35 jaar, zonder psychose diagnose, met
diverse hulpvragen.
o 20% scoort 1 psychose symptoom op de CIDI
o 12% maakt een transitie naar psychose.
Meer ervaringen en bepaalde aanleg/kwetsbaarheid (stemming, neuroticisme, cannabis
gebruik) kunnen risico vormen tot transitie.
Jongvolwassenheid is hoogste kans op transitie naar psychose. Vrouwen in de overgang
hebben ook een hoger risico. Bij vrouwen vaak iets latere eerste psychose dan bij mannen
(vaak beter steunsysteem, hormonale invloeden die beschermend werken, zwangerschap).
Sociaal disfunctioneren is een risico. Meer PLE’s en langdurig sociaal disfunctioneren of
duidelijke vermindering (‘knik’) in de laatste 3 maanden verbetert de voorspelling van
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller hmldekruijff. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.95. You're not tied to anything after your purchase.