Eco samenvatting M6
1.1
onzekere situatie -> meerdere mogelijke uitkomsten en de uitkomst staat niet vast
Risico -> verwachte schade van een gebeurtenis
Formule -> kans op schade x schade
Zwarte zwanen -> gebeurtenissen die zelden voorkomen, maar een grote invloed
hebben als ze gebeuren (het risico is niet groot, maar de schadeomvang heel groot)
Andere aanschafprijs geeft ander risico
Inschatten van risico gaat gepaard met onzekerheid (gevolgen voor keuzes die
mensen maken)
Hoe meer informatie, hoe beter een risico kan worden ingeschat
1.2
Vrijwillige risico’s -> bewust genomen
Onvrijwillige risico’s -> niet te vermijden (niet bewust genomen)
1.3
risicoavers -> mensen ontlopen risicos
Iemand die risicoavers is kiest bij 2 onzekere situaties met dezelfde verwachte
opbrengst voor de situatie met het laagste risico
Verwachte opbrengst -> gemiddelde opbrengst - gemiddelde kosten (of kans op
gebeurtenis x opbrengst)
Verwachte schade -> kans op gebeurtenis x schade
2.1
onvrijwillige risicos -> verzekeren
Totaal risico -> verwachte schade van een gehele groep
Formule -> kans op schade x schade x aantal mensen
Totale risico wordt van tevoren door de gehele groep betaald. Als iemand schade
oploopt, wordt dat betaald uit het opgehaalde bedrag (premie)
Iemand die zich verzekert loopt geen risico meer. Er is wel kans op schade, maar deze
wordt gedekt
Ook bijvoorbeeld omgeving is bepalend voor of iemand zich verzekert
2.2
verzekeringen worden aangeboden door verzekeraars
Verzekeraars bieden allemaal een verzekering aan die in de ogen van de consument
verschillend zijn (heterogeen oligopolie of monopolistische concurrentie, afhankelijk
van type verzekering)
Verzekering -> contract tussen verzekeraar en verzekeringsnemer
Marktevenwicht verzekeringsmarkt -> (premie ; aantal verzekeringen)
Een verzekeraar biedt alleen verzekeringen aan waar hij geen verlies op lijdt (TO
moet minstens evengroot zijn als TK)
TO = premie x aantal verzekeringsnemers
TK = verwachte schade per verzekeringsnemer x aantal verzekeringsnemers
, De premie moet dus hoger of gelijk zijn aan het risico voor de verzekeringsnemer.
Ook moeten andere kosten van de verzekeraar kunnen worden betaald
Vrije toetreding -> meer concurrentie-> monopolistische concurrentie -> winst
verdwijnt
2.3
Informatieachterstand -> informatieasymmetrie (verzekeringsnemer heeft meer
informatie over risico dan verzekeraar)
Risicospreiding -> op de ene persoon maakt de verzekeraar verlies, dat hij kan
dekken met winst op een andere persoon
Averechtse selectie -> alleen mensen die van zichzelf weten dat ze een groot risico
lopen sluiten een verzekering af
Moral hazard (moreel wangedrag) -> mensen die verzekerd zijn hebben de neiging
om zich roekelozer te gedragen
Dit verhoogt de kans op schade en daarmee het risico, daardoor maakt de
verzekeraar verlies
Averechtse selectie -> alleen mensen met een hoog risico sluiten verzekering af ->
premie verzekeraar is te laag -> premie moet verhoogd worden
Moral hazard -> verzekerden gedragen zich roekelozer -> verzekeraar moet vaker
schade vergoeden -> hogere premie nodig
Hoe lager de schade hoe minder mensen zich verzekeren
2.4
als de premie stijgt, daalt de vraag. Daardoor probeert een verzekeraar moral hazard
en averechtse selectie te verminderen
Verminderen informatieachterstand -> meer informatie over verzekeringsnemers
inzamelen
Premiedifferentiatie -> premies aanpassen op de persoon (afhankelijk van
individuele risico) waardoor het aantrekkelijker wordt om je te verzekeren
Perfecte premiedifferentiatie -> iedereen betaalt premie die gebaseerd is op
individuele risico (levert de verzekeraar de meeste winst op)
Bonus-malussysteem -> verzekeringssysteem waarin goed gedrag wordt beloond en
slecht gedrag wordt bestraft (verhoging/verlaging premie)
Hierdoor is het soms beter om geen aanspraak te maken op je verzekering, maar zelf
de schade te betalen (dan daal je niet)
Eigen risico -> deel van de schade moet door de verzekerde worden betaald
Hierdoor kan de premie omlaag en wordt moral hazard verminderd
Verzekeringsnemers mogen zelf hun eigen risico kiezen -> hoe meer kans op schade
hoe kleiner eigen risico ze kiezen
Hoe hoger het eigen risico, hoe minder premie (premiedifferentiatie)
2.5
Door premiedifferentiatie betaalt iedereen een premie die hoort bij het risico van zijn
groep
Premiedifferentiatie is onrechtvaardig als het om onvrijwillige risico’s gaat
Solidariteit -> de een betaalt meer premie om het risico van de ander te dekken
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller iremdj04. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.96. You're not tied to anything after your purchase.