Gezondheidswetenschappen/Premaster Mental Health
Anxiety and related disorders
All documents for this subject (1)
Seller
Follow
julietchudy
Content preview
Task 1: anxiety and hyperventilation
Barlow, D. H. (2002). Anxiety and its Disorders: the nature and treatment of anxiety and panic.
Chapter 5 ‘Provoking Panic in the Laboratory’ (only paragraph Hyperventilation pp. 156-162). New
York: The Guilford Press.
Hyperventilatie = veel voorkomende menselijke ervaring.
Basis: elke keer dat iemand overademt/overtollig CO2 uitblaast.
The physiological basis of hyperventilation
Functie ademhaling: voorzien in zuurstof → transport van ingeademde lucht → bloed → organen.
Hersenen nemen deel van deze zuurstof. Verhoogde ademhaling verwijderd CO2 sneller dan het
geproduceerd kan worden door lichaam → verlaging gedeeltelijke druk van arteriële CO2 → lager
dan 35 mm/Hg = hypocapnia.
Hypocapnic alkalosis is gerelateerd aan symptomen hyperventilatie:
Zuurstofvoorziening is verstoord, omdat O2 zich aan hemoglobine bindt tijdens hypocapnie.
Vaatvernauwing → daling cerebrale bloedstroom en zuurstofgebrek → hypoxie (= onvoldoende
zuurstof) → oorzaak duizelig, derealisatie, depersonalisatie, wazig zien en fysiologische symptomen.
Snel ademen → pijn op de borst in spieren tussen ribben & ademnood.
Hyperventilation provocation studies
Individuele verschillen gevoeligheid in pCO2 niveaus:
A. kleine toename ademsnelheid → hyperventilatie.
B. grote toename ademsnelheid → hyperventilatie.
Symptomen paniekaanval en hyperventilatie zijn hetzelfde.
Opvallend:
Alle groepen laten in dezelfde mate fysiologische veranderingen zien.
Hebben van paniekstoornis verhoogd waarschijnlijkheid om met paniek te reageren op procedures.
Dit onderstreept het belang van comorbide diagnosen.
Mechanisms of hyperventilation-provoked panic attacks
DUS:
Hyperventilatie kan paniekaanval uitlokken.
MAAR:
Fysiologische gevolgen hyperventilatie zijn geen directe en unieke oorzaak van paniekaanvallen.
CONCLUSIE:
Hyperventilatie is GEEN oorzaak van paniekaanvallen. Hyperventilatoire symptomen zijn mogelijk
een functie van hoge angstniveaus die op hun beurt geassocieerd zijn met een verstoorde perceptie
van lichamelijke gewaarwordingen. Deze percepties kunnen paniekaanvallen uitlokken.
Of:
De subjectieve reactie op hyperventilatoire symptomen zijn belangrijker voor het ontstaan van
paniek dan de onderliggende ademhalingsfysiologie.
,Barlow, D. H. (2002). Anxiety and its Disorders: the nature and treatment of anxiety and panic.
Chapter 6 ‘Biological aspects of anxiety and panic’ (only paragraph elevated sympathetic activity p.
193-198 & paragraph autonomic inflexibility pp. 200-202). New York: the Guilford Press.
Elevated Sympathetic Activity
Mensen met angststoornis zijn van nature chronisch meer opgewonden (hyperaroused) dan niet-
angstige personen.
Chronische overprikkeling staat ook centraal bij angstige patiënten; fysiologische metingen:
verschillen angstige patiënten en controlegroepen voor hartslag, bloedstroom, EMG en GSR.
Angstige patiënten zijn ook minder relax.
Ambulante monitoring = van belang → chronische opwinding kan ook functie ernst stoornis, of
frequentie contact met angstopwekkende prikkels.
Overarousal geldt niet voor alle angststoornissen; specifieke fobieën niet, maar wel sociale fobie,
agorafobie en OCD.
Autonomic inflexibility
Autonome inflexibiliteit → parasympathisch zenuwstelsel.
Langer tot terugkeer baseline.
Angst gekarakteriseerd door sympatische restrictie en autonome inflexibiliteit = geassocieerd met
proces van zorgen maken en coping respons als angst chronisch wordt, ipv biologische marker angst.
Chronisch lage parasympatische tonus als gevolg van voortdurende negatieve gedachten, zelfs in
rust: weinig hartslagvariabiliteit.
Zorgen maken is geassocieerd met lagere parasympatische controle van cardiovasculaire functie
die verantwoordelijk is voor autonome inflexibiliteit.
Angst (bijzonder GAD) geassocieerd met niet reagerende activiteit autonome zenuwstelsel dat
gepaard gaat met verminderde parasympatische tonus → behandeling CGT → verhogen hartslag
variatie en parasympatische toon.
Autonome inflexibiliteit is gerelateerd aan gedachten over potentiële toekomstige bedreigingen en
NIET aan externe stimuli.
= kenmerk angststoornissen in algemeen.
Verminderde hartslagvariabiliteit wordt in verband gebracht met verhoogd risico op
cardiovasculaire morbiditeit.
,Bernstein, D.A., Penner, L.A., Clarke-Stewart, A., Roy, E. (2012). Health Stress and Coping. In
Psychology (9th ed., pp 527-536 & 553 (only the parts that relate to pp 527-536)). Boston:
Wadsworth Cengage Learning.
Fysieke en psychologische reacties op stress komen vaak gelijktijdig voor.
BIJV.: fysieke stress reactie (pijn op borst) kan leiden tot psychologische stress reactie zoals zorgen
maken voor krijgen hartaanval.
Lichamelijke reacties
Onmiddellijke lichamelijke reactie op bedreiging (verhoogde ademhaling, zweten, trillen) deel van
fight or flight reaction → bereid lichaam voor op vechten of vluchten voor onmiddellijke bedreiging.
Als dreiging wegvalt → fight-flight reactie zakt.
MAAR: als stressoren langdurig zijn, eerste reacties begin van langere reeks lichamelijke en
psychologische reacties.
The general adaptation syndrome
Lichamelijke reacties op stress → consistent patroon en uitgelokt door inspanning om zich aan te
passen aan stressoren.
1. Alarm reactie: soort fight-flight reactie → veranderingen hartslag, ademhaling en
temperatuurregulering.
➔ Gecontroleerd door sympathisch deel autonome zenuwstelsel door organen en klieren
die sympatho-adreno-medullcry systeem vormen.
➔ Rechterkant 13.3:
• Stressoren → hypothalamus activeert sympathisch deel ANS wat medulla
stimuleert van bijnier. De bijnier produceert catecholamines (adrenaline en
noradrenaline) die circuleren in bloedstroom en verschillende organen activeren
(lever, nieren, hart en longen) wat zorgt voor verhoogde bloeddruk,
spierspanning, verhoogde bloedsuiker en andere lichamelijke veranderingen
die energie nodig hebben om om te gaan met acute stressoren.
➔ Linkerkant 13.3:
• Stressoren → activeren hypothalamic-pituitary-adrenocortical (HPA) system
waarbij hypothalamus hypofyse stimuleert. Hypofyse produceert hormonen
(adrenocorticotropic horomone ACTH). ACTH stimuleert bijnierschors om
corticosteroids aan te maken; maken energievoorraden vrij en bestrijden
ontstekingen. Hypofyse zet ook aan tot afgifte endorfine; natural painkillers.
➔ Overall effect: verkrijgen nood-energie.
➔ Resistance stage/exhaustion (uitputtingsfase):
• Duidelijke tekenen directe alarmreactie vervagen als lichaam zich instelt om
stressor op lange termijn te weerstaan → hoog energieverbruik, reserves.
Lichamelijke slijtage → organen uitgeput → continue hoge niveaus bijv cortisol
en adrenaline → beschadiging hart- en bloedvaten. OOK: onderdrukking
immuunsysteem lichaam → kwetsbaar voor hartaandoeningen, hoge
, bloeddruk, artritis, koorts → diseases of adaptation: ziektes die worden
veroorzaakt of verergerd door stressoren.
Psychologische reacties
Bovenstaand model laat alleen lichamelijke reacties zien. Psychologische reacties op stress komen
ook voor: veranderingen in emoties en gedachtes (cognities), gepaard met gedragsmatige reacties.
Emotionele veranderingen
Gevoelens van angst, woede, etc.
Langdurige stressoren: emotionele reacties persistent → irritatie, verdriet, angst → psychologische
aandoeningen zoals GAD, depressie etc.
Cognitieve veranderingen
Verminderde concentratie, helder denken en onthouden zijn cognitieve stressreacties → gevolg
van:
Ruminative thinking: herhaalde gedachten over stressvolle gebeurtenissen.
Of Catastrophizing: stilstaan bij en nadruk leggen op mogelijke gevolgen negatieve gebeurtenissen.
Tijdens stress:
Overarousal: leidt tot verminderde aandacht → moeilijkheden met alle mogelijke oplossingen
bekijken.
Hoger gebruik van mental sets: goed aangeleerd maar niet-efficiënte oplossingen.
En grotere functional fixedness: neiging om voorwerpen maar voor één doel te gebruiken.
Gedragsmatige reacties
Veranderingen in hoe ze uitzien, praten of zich gedragen; gezichtsuitdrukkingen, veranderde stem,
tremoren, lichaamshouding. Bij vermijding of vluchten stressoren: alcohol, overeten, slecht slapen
→ negatieve gezondheidsgevolgen.
Stress en psychologische aandoeningen
Lichamelijke, psychologische en gedragsmatige stressreacties → burnout en posttraumatic stress
disorder.
- Burnout: verhoogd patroon fysiek en psychologisch disfunctioneren in reactie op
voortdurende stroom van stressoren of op chronische stresssituaties.
• Gevolgen: impulsief, slapen veel, slechte prestaties, middelenmisbruik, irritaties,
depressief.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller julietchudy. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $8.95. You're not tied to anything after your purchase.