dit document bevat een geschiedenis samenvatting van hoofdstuk 4 t/m 6, gemaakt met het boek feniks VWO4. Heb jij een ander geschiedenis boek? dit is geen probleem, alle geschiedenis boeken van VWO4 bevatten dezelfde hoofdstukken :)
Paragraaf 1
In de Tijd van steden en staten kwam er door ontginningen, inpoldering en nieuwe
landbouwtechnieken verandering in de grotendeels autarkische samenleving
↳ Boeren spannen paarden voor nieuw soort ploeg die grond losser maakt, boeren gingen
landbouwgrond intensiever gebruiken door drieslagstelsel
↳Voedselproductie nam toe en groeide de bevolking sterk door toename beschikbare
landbouwgrond
Door voedseloverschotten op het platteland
↳Ontwikkeling van steden werd mogelijk. In steden groeide de vraag naar luxere
voedingsproducten. Niet iedereen hoefde boer te zijn; ook door handel/nijverheid in
levensonderhoud voorzien. Mensen in de steden maakten van ambacht -> beroep en gingen
producten maken die voorheen door boeren in eenvoudige huisnijverheid werden gemaakt.
Handelaren van een stad organiseerden zich in koopmansgilden. Ze werkten samen om
handel voorrechten te krijgen, om elkaar bij te staan op reis en om het nodige kapitaal bijeen
te krijgen. Hanze -> aantal steden waarvan handelaren samenwerken
In de 12e eeuw stimuleerden koningen, hertogen en graven de ontwikkeling van steden door
het bevorderen van de handel en nijverheid.
↳Steden moesten meer belasting betalen en omliggend platteland was beter te
besturen/controleren/verdedigen.
↳De macht van de adel vergrootte indirect,
Brugge was eerst alleen te bereiken bij hoog water. In 1134 sloeg een vloedgolf een diepe
bres in het moerassige land, het Zwin.
↳Nu konden de zeeschepen veel verder landinwaarts varen. Brugge werd vanaf dat
moment voor heel Vlaanderen de belangrijkste handelsstad voor aanvoer van Engels wol,
want de stad had ook kanalen/rivieren die waren verbonden met het achterland. Ook
beschermde Brugge het noordwesten van het graafschap Vlaanderen tegen eerst
Noormannen en later Hollandse graven.
De belangrijkste handelssteden aan de Oostzee richtten onder leiding van havensteden
Hamburg en Lübeck de bekendste Hanze op. Ook handelssteden aan Noordzee sloten zich
bij deze Hanze aan.
↳Het Oostzeegebied werd belangrijke leverancier van graan en vis in gebieden waar wel
eens een hongersnood dreigde. In noorden was veel vraag naar wijn, luxe stoffen en
gebruiksvoorwerpen uit de stedelijke nijverheid.
,↳De toenemende geldeconomie stimuleerde de handel, maar had ook beperkingen ->
vorsten en steden hadden verschillende munten, het vervoer van geld was gevaarlijk en geld
lenen tegen rente was in de christelijke wereld verboden. Geldwisselaars boden hiervoor de
oplossing. Handelaren betaalden pas een jaar later op een jaarmarkt. In de veertiende eeuw
nam het belang van deze jaarmarkten af door oorlog. Door hoge belastingen van de Franse
koning, was er ook minder te verdienen. Door kruistochten en Reconquista waren Arabische
handelaren en zeerovers uit de Middellandse Zee verjaagd en heersten de Europese
zeevaarders over de belangrijkste zeeroutes.
Paragraaf 2
Vanaf 11e eeuw werden horigen/boeren aangemoedigd om landbouwgrond te ontginnen in
ruil voor lagere belastingen/vrijstelling van herendiensten.
↳Veel mensen kregen daarmee grond in bezit tegen een geringe jaarlijkse grondbelasting.
↳Trek van het platteland naar de stad.
De adel kon een tekort aan arbeidskrachten alleen voorkomen door de belastingen en
herendiensten te verminderen; meer vrijheid voor de gehele bevolking.
Stedelingen/adel hadden door hun privileges meer directe invloed op bestuur dan boeren. In
Vlaamse steden koos de graaf patriciërs als schepenen. Deze bestuurden de stad en waren
de rechters.
↳Stadsbestuur kwam zo meer in handen van kleine rijke elite die macht misbruikte
↳In Vlaanderen kwam het gemeen, de stedelingen buiten het patriciaat, regelmatig in
opstand. Toen de graaf in 1241 geld nodig had, eisten handelaren en ambachtslieden uit
Brugge daarvoor een beperking van de macht van het patriciaat. De Vlaamse graaf stemde
daarmee in -> elk jaar nieuwe schepenen die geen familie van elkaar waren en een
stadsraad waarin de gilden het financiële beheer van de schepenen konden controleren.
Steden konden meer bestuurlijke vrijheid opeisen door in tijden van oorlog of bij conflicten
tussen een koning en zijn leenmannen voor de juiste partij te kiezen.
Franse koning Filips IV -> wilde zijn greep op Vlaanderen vergroten.
Graaf Gwijde van Vlaanderen -> wilde zoveel mogelijk zelfstandigheid voor zijn graafschap.
De patriciërs in de Vlaamse steden steunden de Franse koning, in de hoop daardoor hun
bestuursmacht te behouden.
↳Graaf Gwijde probeerde de steden aan zijn kant te krijgen door juist het gemeen te
steunen. In 1302 versloeg een Vlaams volksleger veel Franse ridders. De overwinnaars
verzamelden 500 buitgemaakte gulden sporen, die ze schonken als dank aan de Onze-
Lieve-Vrouwekerk. Het gewone volk won de strijd van de elitaire Franse ridders, waardoor
de Franse greep op Vlaanderen beperkt bleef en werd de bestuursmacht van de
ambachtslieden werd vergroot ten koste van de patriciërs.
, Paragraaf 3
Geestelijke macht -> moest bidden en zorgde op die manier voor het zielenheil van de
gelovigen; paus/bisschoppen/pastoors en kapelaans
Wereldlijke macht -> bestuurde het land en beschermde de mensen en de boeren zorgden
ervoor dat iedereen te eten had; keizer/koning/hertog/graaf/adellijke heer
Het Byzantijnse Rijk was eerder Oost-Romeinse Rijk. Keizer Basilius II onderwierp de
Bulgaren en versterkte de positie van Byzantijnse Rijk in Klein-Azië. Missionarissen uit de
oostelijke kerk hadden veel succes op de Balkan en in Rusland. In de oostelijke kerk werd
betwijfeld of het ambt van de paus in Rome wel nodig was en er waren meningsverschillen
met de paus in Rome over de juiste gebeden tijdens de mis, de verering van beelden en het
kerkelijk recht.
↳In 1054 het oosters schisma -> scheiding tussen West-Europese kerk onder leiding van
de paus in Rome en de oostelijke christenen. Vanaf toen heette de oostelijke kerk de Grieks-
orthodoxe kerk.
In het westen viel sobere leven/tonen van naastenliefde, voor veel christenen zwaar. Terwijl
paus wel in rijkdom leefden, priesters hadden vaak een vrouw hoewel ze volgens celibatair
moesten leven en inden veel geld en veel kloosters hadden enorme bezittingen en
kloosterlingen leefden in luxe.
↳Als reactie daarop ontstond er een hervormingsbeweging, die een sobere leefwijze van
de monniken propageerde.
Volgens kerkelijk recht mochten inwoners/priesters van bisdom zelf hun bisschop kiezen. De
paus benoemde hem en schonk hem daarbij de tekenen van bisschopsambt: ring/mijter/staf.
-> investituur. In praktijk benoemden Duitse keizers zelf een bisschop en stelden die dan
tegelijk aan als leenman. Voor de keizer was dat gunstig, omdat een bisschop niet mag
trouwen en daarom geen erfgenamen heeft.
Pausen die hervormingsbeweging steunden/streefden naar primaat, wilden geen wereldlijke
invloed op bisschopsbenoeming. Onder Gregorius VII was Investituurstrijd het felst. De
Duitse koning Hendrik IV bleef bisschoppen benoemen. Daarom deed paus Gregorius de
koning in de kerkelijke ban.
↳Positie van de koning verzwakte; leenmannen en onderdanen hoefden hem niet meer te
gehoorzamen. In de winter van 1077 vroeg Hendrik de paus om vergiffenis. Pas na
bemiddeling mocht de koning een vernederende boetedoening doen.
↳Hierna verzamelde Hendrik zijn trouwe leenmannen en bezette Rome in 1084. Hij zette
de paus af en liet zijn eigen paus benoemen: Clemens III. Door hem werd Hendriks tot
keizer gekroond. De Investituurstrijd eindigde in 1122 met het Concordaat van Worms.
Daarin spraken de paus en de keizer af dat de paus een bisschop zou benoemen en de
investituur zou verrichten. De keizer overhandigde de bisschop de scepter, als teken van
wereldlijke macht.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller isahbouma. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.25. You're not tied to anything after your purchase.