Studietaak 1 Dunning-kruger effect Als je met een nieuwe vaardigheid oefent, weet je niet dat je die vaardigheid
nog niet beheerst. Je weet ook niet in welke mate je deze vaardigheid niet
beheerst. Je realiseert je pas hoe slecht je ergens in bent als je er training in
hebt gehad.
Testing effect Een robuust geheugenfenomeen. Het positieve effect van het ophalen uit het
geheugen t.o.v. het opnieuw bestuderen van studiemateriaal op het lange
termijn. Het ophalen van informatie zorgt ervoor dat nieuwe informatie
gekoppeld wordt.
Retrieval practice Een positief effect van het ophalen uit het geheugen.
Spacing/Distributed practice Hoe meer je oefening of leren verspreid over de tijd, des te meer ervan blijft
effect hangen.
Interleaves practice Effectief afwisselend oefenen. Blokken afwisselen die met elkaar te maken
hebben. Effectief voor lange termijn.
Self explanation Het uitleggen van (delen van) het informatieverwerkingsproces dat je
doormaakt tijdens het leren. doordat je informatie in je eigen woorden
beschrijft, kun je nieuwe kennis aan bestaande kennis koppelen.
Keyword menemonics Geheugensteuntjes, kosten veel tijd en inspanning. De effecten zijn niet te
volharden.
Mental pictures In je hoofd een foto bedenken bij een paragraaf. Dit behoudt niet voor het
lange termijn geheugen.
Worked examples De leerkracht geeft eerst uitgewerkte opgaven als voorbeeld voordat de
leerling zelf de oplossing gaat bedenken.
Fading Afbouwende ondersteuning.
Cognitieve neuropsychologie Onderzoekt m.b.t. technieken zoals de functionele MRI-scan bijv. de
ontwikkeling van het brein tijdens de adolescentie. Vanuit daar wordt er
geprobeerd richtlijnen voor het onderwijs te destilleren.
Studietaak 2 Leren Iets of iemand kan kennis tot zich nemen en deze kennis daarna toepassen. Er
vindt een verandering in gedrag plaats door een andere vorm van ervaren na
het leren.
Schunk Volgens Schunk is leren een duurzame verandering in gedrag of in het
gedragspotentieel dat bewerkstelligd wordt door de praktijk of andere
vormen van ervaring.
Emperisten Gaan ervan uit dat er een absolute werkelijkheid is.
Experimenteel onderzoek Brengt causale relaties in kaart en beantwoordt vragen die betrekking hebben
op de mate waarin onafhankelijke variabelen afhankelijke variabelen
beïnvloeden.
Rationalisten Gaan ervan uit dat het verstand een bron van kennis is.
Interne redenatie De buitenwereld bestaat wel, maar is geen bron van kennis.
Kwalitatief onderzoek Legt zich vooral toe op het beschrijven van processen in levensechte,
realistisch contexten. Er wordt beschreven en geanalyseerd op systematisch
en diepgaande wijze hoe bepaalde processen tot stand komen en/of zich in de
loop der tijd ontwikkelen.
Structuralisme Kennis ligt opgeslagen in associaties van ideeën, die je ontwarren door
zorgvuldig onderzoek.
Introspectie Een type zelfanalyse waarbij ervaringen werden beschreven na blootstelling
aan een object of anders stimulus. Bij een waarneming werd niet gezegd ‘Ik
zie en tafel.’, maar ‘Ik zie een oppervlak met lijnen.’
Functionalisme Mentale processen en gedrag ontstaan als reactie op de omgeving.
Holistisch In zijn geheel benaderen.
, Validiteit Meet het instrument wat het moet meten?
betrouwbaarheid Het meetinstrument geeft consistent dezelfde resultaten.
Correlationeel onderzoek Onderzoekt de samenhang tussen variabelen. Je kunt alleen zeggen dat er een
relatie is, niet dat de ene variabele de andere veroorzaakt.
Experimenteel onderzoek Onderzoek dat erop gericht is het effect van variabele A op variabele B vast te
stellen.
Studietaak 3 Radicaal behaviorisme Een van de eerste psychologische stromingen die is gebaseerd op empirisch
en experimenteel onderzoek. Verklaart leren aan de hand van
omgevingsprikkels die tot bepaald gedrag aanzetten en bekrachtigen die tot
doel hebben om het gedrag te bestendigen (af te leren).
Stimuli Omgevingsprikkels
respons Gedrag
Generalisatie De geconditioneerde respons vind plaats bij gelijkaardige stimulus.
Discriminatie De geconditioneerde respons vind enkel plaats bij specifieke stimulus.
Respons/gedrag gebeurt enkel bij een specifieke stimulus of enkel in een
specifieke context.
Spontaneous recovery Vind plaats na een tijdsperiode waarin de geconditioneerde stimulus niet
wordt aangeboden en de geconditioneerde respons lijkt uit te doven. Als de
geconditioneerde stimulus toch weer verschijnt en daarop de
geconditioneerde respons terugkeert is er sprake van spontaneos recovery.
Shaping Het belonen van deelhandelingen. Een procedure om nieuw gedrag
stapsgewijs aan te leren via positieve bekrachtiging.
A-B-C model A= Antecendent; leerkracht stelt een vraag.
B= gedrag; leerling steekt hand op.
C- gevolg; leerkracht geeft leerling de beurt.
Primaire bekrachtiger Positieve bekrachtiger, een beloning die een biologische behoefte vervult. Het
zijn bekrachtigers met aangeboren, versterkte eigenschappen.
Secundaire bekrachtiger Positieve bekrachtiger, versterkt in verband met de vervulling van die
behoefte. Het heeft alleen een versterkende eigenschap wanneer deze is
verbonden met een primaire bekrachtiger.
Extinction Als er geen bekrachter meer komt (C), dan valt de respons ook weg na verloop
van tijd (B). afhankelijk van de bekrachtigingshistoriek.
Premack principle Een leerkracht weet welke activiteiten meer gewaardeerd worden door een
leerling en maakt hiervan gebruik.
Bekrachtigingsschema’s Worden ingezet wanneer je niet continu gaat bekrachtigen.
Fixed ratio Aantal responsen tussen twee opeenvolgende bekrachtigingen is constant. Na
3x huiswerk af krijg je een beloning.
Variabel ratio Aantal responsen tussen twee opeenvolgende bekrachtigingen varieert rond
een gemiddelde. Ene keer na 3x huiswerk af, andere keer na 5x of 7x. Je weet
niet wanneer de beloning komt.
Fixed interval Tijd tussen twee opeenvolgende bekrachtigingen is constant. Je weet
wanneer de bekrachtiger komt, daardoor piek je.
Variabel interval Tijd tussen twee opeenvolgende bekrachtigingen varieert rond een
gemiddelde.
Chaining De ene respons is aanleiding voor de andere respons.
Studietaak 4 SG Sensorisch geheugen
WG Werkgeheugen
LTG Lange termijn geheugen
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller emhvo. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.69. You're not tied to anything after your purchase.