Werkgroepvragen:
1. (deze vraag wordt besproken in een casusclip)
Meneer Smit is op 2 mei 2015 overleden ten gevolge van een auto-ongeluk waar
truckchauffeur Jansen, in dienst van de gemeente Uffel, voor aansprakelijk was . Mw. Smit
wordt de eerste jaren na het ongeluk vooral in beslag genomen door haar eigen verdriet en
de zorg voor haar twee kleine kinderen. Ze stopt noodgedwongen met werken en leeft op
bijstandsniveau. In december 2017 ontmoet zij een man met wie zij een relatie aangaat.
Deze komt er na verloop van tijd achter dat mw. Smit nooit enige schadevergoeding heeft
ontvangen van de gemeente Uffel.
Tot welke datum heeft mw. Smit de tijd om schadevergoeding te vorderen?
Art. 3:310 BW verjaring
De heer Smit overlijdt op 2 mei 2015, op die dag is mw. Smit bekend geworden met de
schade en ze weet ook wie daarvoor aansprakelijk te stellen. Verjaringstermijn van lid 5
begint te lopen op 3 mei 2015.
Dus termijn uiterlijk tot en met 2 mei 2020.
2.
Stel dat de Europese Commissie heeft ontdekt dat A, B en C in de periode 2017-2019 aan
een kartel deelnamen voor de levering van bepaalde soorten groenteconserven aan
verschillende groothandels in Europa. Het ging onder andere om prijsafspraken. De
Europese Commissie heeft A en B hiervoor een boete opgelegd van in totaal 40.000.000
Euro. C heeft geen boete gekregen omdat C het kartel aan de Commissie heeft gemeld en op
basis van de clementieregeling immuniteit heeft gekregen.
, Stel dat groothandel Melgit BV in de periode 2017-2019 van A groenteconserven heeft
ingekocht en deze vervolgens heeft doorverkocht aan horecabedrijven. Melgit BV wil een
schadevergoeding omdat Melgit door de prijsafspraak jarenlang teveel heeft betaald;
hierdoor heeft Melgit winst gederfd.
a. Wie is/zijn aansprakelijk jegens Melgit BV en op welke grondslag?
Art. 193k: schending mededingingsrecht
Hiervoor passen we art. 6:162 BW:
- onrechtmatige gedraging: in strijd met wettelijke bepaling art. 101 VWEU
- Toerekening: schuld: lid 3
- Schade: art. 6:193L ‘wordt vermoed’
- Causaliteit: zonder de prijsafspraken hadden ze geen schade geleden
- Relativiteit: art. 101 VWEU is voor deze reden bedacht
Op grond van 6:162 aansprakelijk, allemaal hoofdelijk aansprakelijk 6:193m.
Jelle en Tini zijn ondernemende rechtenstudenten die hopen de uiteindelijke slachtoffers
van het groenteconservenkartel – in hun visie: vooral de horecabedrijven – te kunnen
helpen hun “recht te halen”. Omdat de individuele schade van de verschillende
horecabedrijven niet erg hoog is, menen Jelle en Tini dat het bundelen van de
schadevergoedingsvorderingen een efficiënte aanpak zal zijn. Jelle en Tini richten een “claim
BV” genaamd Payingo op en willen de vorderingsrechten van de gedupeerde
horecabedrijven bundelen om zo in rechte in één keer een hoog bedrag aan schade te
vorderen. De bedoeling is om met de aangesloten horecabedrijven overeen te komen dat
Payingo 20% van het uiteindelijke schadebedrag zal mogen behouden, als vergoeding voor
de juridische dienstverlening. De resterende 80% zal worden uitbetaald aan de
horecabedrijven zelf.
Jelle en Tini komen bij u met de vraag hoe zij de vorderingen van de horecabedrijven kunnen
bundelen. Jelle en Tini geven daarbij aan dat zij wel eens hebben gehoord van een
collectieve actie in de zin van art. 3:305a BW.
b. Kan Payingo B.V. een collectieve actie in de zin van art. 3:305a BW instellen? Zo ja, wat is
daarvoor de belangrijkste voorwaarde; zo nee, wat is de belangrijkste reden waarom dat niet
kan?
Art. 3:305a BW: collectieve actie strekt tot bescherming van belangen
(Staatsloterij/loterijverlies)
Vereisten:
- Een stichting of vereniging
- Rechtsvordering instellen tot bescherming gelijksoortige belangen
- Moet overleg zijn gevoerd; anders niet ontvankelijk (lid 2)
Lid 3: moet gaan om vereniging of stichting en ze willen zelf winst behouden, dus ze voldoen
niet aan de eisen.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller floorvanalten. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.96. You're not tied to anything after your purchase.