100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Thema's maatschappijleer - H3 Parlementaire democratie (H3.1 -> H3.7) (5 havo) $5.94   Add to cart

Summary

Samenvatting Thema's maatschappijleer - H3 Parlementaire democratie (H3.1 -> H3.7) (5 havo)

 4 views  0 purchase
  • Course
  • Level
  • Book

Thema's maatschappijleer - H3 Parlementaire democratie (H3.1 -> H3.7)

Preview 2 out of 7  pages

  • Yes
  • January 28, 2023
  • 7
  • 2022/2023
  • Summary
  • Secondary school
  • 5
avatar-seller
Hoofdstuk 3 – Parlementaire democratie
§3.1 Wat is maatschappijleer?
Algemeen belang
- Politiek = gaat over het maken van keuzes waaraan alle burgers in een staat zijn gebonden.
- De politici gaan over zaken die van algemeen belang zijn. De algemene belangen gaan over
verschillende soorten zaken:
 Welvaart (voldoende banen voor jongeren)
 Volksgezondheid (genoeg ziekenbedden)
 Infrastructuur (aanleg en onderhoud van wegen)
 Onderwijs (voor elk kind onderwijs)
 Buitenlandse betrekkingen (opnemen van vluchtelingen)
 Veiligheid (bestrijding criminaliteit)
 Landbouw en milieu (verminderen van CO 2-uitstoot)
- Om deze belangen te betalen, betalen wij belasting.

Directe en indirecte democratie
- Democratie = een bestuursvorm waarbij de bevolking direct of indirect invloed hebben op de
politieke besluitvorming.
- Directe democratie = het volk mag meebeslissen over de nieuwe wetten. Referendum (een
volksstemming over een bepaalde politieke kwestie).
- Indirecte democratie (parlementaire democratie) = hierin neemt het volk niet zelf de
beslissingen, maar mogen wel stemmen op wie ze in het parlement willen.

Parlementaire democratie
- De rechtsstaat met zijn grondrechten is de basis van onze democratie. Hier zijn wat
kenmerken:
 De rechten van minderheden worden gerespecteerd. Hierdoor kan de grondwet niet
worden afgeschaft, ook al is de meerderheid voor.
 Machtenscheiding. Hierdoor krijgt een kleine groep niet te veel macht.
 De bevolking kiest volksvertegenwoordigers in het parlement.
 De regering en het parlement maken samen de wetten (de meerderheid moet dan
wel voor zijn).
 Er is individuele vrijheid. Je mag je mening uiten.
 Burgers hebben politieke grondrechten:
 Vanaf 18 jaar mag je stemmen en zich verkiesbaar maken.
 Iedereen mag een politieke partij of vereniging oprichten.
 Verkiezingen zijn vrij, eerlijk en geheim.
 Iedereen mag demonstreren.
 Persvrijheid.

Autoritair regime
- Autoritair regime = als alle macht in handen is van één persoon (dictator), een familie, een
kleine groep mensen, een partij of militairen.
- Inwoners hebben weinig vrijheden en rechten. Meest voorkomende autoritair regime is
dictatuur.
- Sommige autoritaire regimes zijn gebaseerd op een ideologie, zoals Noord-Korea. Hier heeft
een communistische partij alle macht in dat land.

, - De belangrijkste kenmerken van een autoritair regime zijn:
 Er is geen machtsverdeling, alle macht bij één persoon of een kleine groep mensen.
 Geen onafhankelijke rechters. De machthebbers stellen zelf de rechters aan.
 Er sprake van verkiezingsfraude, manipulatie en geweld.
 Oppositiepartijen (=partijen die niet in de regering zitten) zijn vaak verboden.
 Geen rechtsstaat en grondrechten:
 Burgers hebben geen recht op vrije meningsuiting, ook niet demonstreren.
 Politieke tegenstanders lopen kans om gemarteld, gevangengezet of zelfs
vermoord te worden.
 Geen persvrijheid. Er geld een censuur (= overheidscontrole van de media).


§3.2 Politieke stromingen
- Ideologieën:
 Bijna alle partijen ontstaan vanuit een ideologie, = een verzameling ideeën over wat
belangrijk is in de maatschappij en hoe mensen het best met elkaar kunnen
samenleven. Daarbij gaat het vooral om twee vragen:
1. Welke normen en waarden staan centraal?
2. Wat is de gewenste rol van de overheid op sociaaleconomisch gebied?
 Links = willen dat de overheid grijpt in om de ongelijkheid tussen mensen te
verminderen.
 Rechts = vinden dat de mensen zelf verantwoordelijk zijn voor een beter bestaan. De
overheid moet zich daar niet te veel mee bemoeien.
 Zit een ideologie tussen links en rechts in, dan spreken we over het politieke
midden.

Er zijn verschillende politieke stromingen:
- Liberalisme (rechts):
 Volgens het liberalisme zijn mensen niet gelijk, maar wel gelijkwaardig.
 Persoonlijke en economische vrijheid, individuele verantwoordelijkheid en
tolerantie zijn belangrijke waarden.
 De overheid moet ingrijpen
- Sociaaldemocratie (links)
 Het socialisme benadrukt dat niet iedereen gelijke kansen en mogelijkheden heeft.
De overheid moet ervoor zorgen dat mensen solidair zijn: de sterkste schouders
dragen de zwaarste laten.
 De socialisten wilden een einde maken aan de armoede en ongelijkheid, maar
verschilden onderling over hoe ze dat konden bereiken:
 Communisten wilden dat arbeiders door een revolutie de macht zouden
overnemen.
 Sociaaldemocraten wilden via verkiezingen in de regering komen.
 Socialisme noemen we tegenwoordig sociaaldemocratie.
- Christendemocratie (midden)
 Het confessionalisme baseert zich op het geloof. In Nederland is dat vooral het
christendom, vandaar de christendemocratie.
 De christendemocraten streven naar een samenleving die gebaseerd is op waarden
uit de Bijbel. Bv. het rentmeesterschap (= mensen hebben de taak goed te zorgen
voor de aarde die god aan ons toevertrouwd).
 Ook streven ze naar een samenleving waarin naastenliefde (=voor je naasten zorgen)
en saamhorigheid (= burgers maken deel uit van een gemeenschap) belangrijke
waarden zijn.

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller DaniëlleK1. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $5.94. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

77254 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$5.94
  • (0)
  Add to cart