Verleden en geschiedschrijving beide ‘geschiedenis’, maar niet hetzelfde
Kernprobleem: relatie feit en verhaal
1. De bron geeft reeds interpretatie van feiten
2. De onderzoeker evalueert en interpreteert deze bron opnieuw
3. De onderzoeker bouwt een bredere interpretatie tot rapport
Feiten vs. Uitspraken over feiten
Empirisme: via directe zintuigelijke waarneming tot waarachtige kennis komen
Maar: waarneming berust op detectie- en identificatieprocessen
Deze worden aangeleerd (leefmilieu, opvoeding, taal, culturele constellatie …)
Vb. foto van man die uit wtc toren springt: iedereen herkent dit, japanners niet deze
dachten dat het ging om zelfmoord
- Elk informatiesysteem, ook de mens, kan slechts benaderen vanuit eigen
referentiekaders kan slechts die aspecten van de wereld als “feiten”
onderscheiden waarop zijn referentiekader meest is ingesteld
- Geen waarneming zonder interpretatie
- Geen ‘objectieve’ toegang tot feiten
- Getuigenissen geven geen feiten, maar uitspraken over feiten
Vb. Louis XVI
o 2 ooggetuigen
o Pierre: royalist staat aan de kant van de vorst schrijft op koning en
moord
o Jean: revolutionair tegen de vorst schrijft burger (niet koning) en
terechtgesteld (eerlijk proces)
o Hoe ooggetuigen iets formuleren is dus heel verschillend en kunnen niet als
feiten worden beschouwd, maar als uitspraken over feiten
De illusie van “objectieve waarneming”:
- Elke weergave van feiten= selectief
- Elke waarneming= interpretatie= subjectief
Observatie gebeurt niet passief, maar actief via begrippen en taal
- geen principieel verschil tussen weergeven van feiten en interpreteren van feiten
- Opgelet voor naïeve interpretatie (subjectief-objectief)
Subjectiviteit van waarneming duidelijker aan de orde bij controversiële feiten of
contrasterende waarnemingen
“Objectieve feiten”= algemeen geaccepteerde interpretaties
,DEEL 1: DE BRON, BOUWSTOF VOOR DE KENNIS VAN HET
VERLEDEN
1. De notie bron
Bron= alles waaruit men bewijzen put voor wat men beweert
Historische bron:
- Voorwerpen/artefacten: overblijfselen (terrein van archeologie)
materiële overblijfselen bv. werktuigen, teksten …
Je hebt ook natuurlijke overblijfselen bv. botten, pollen …
- Landschap
- Visuele bronnen vb. afbeelding, schilderij, film …
- Getuigenissen over het verleden = overleveringen (terrein van geschiedenis)
geschreven “teksten”
Maar ook overlap!
1.1 Bronnen: een bewuste creatie?
- Artefacten & overleveringen hadden een duidelijke functie voor tijdgenoten uit de
periode waarin ze ontstonden (aan historici om deze te achterhalen)
- Artefacten aanvankelijk voorwerpen uit het dagelijkse leven
- typologie de intentie (bewuste vs. Onbewuste creatie):
o artefacten : onbewust ontstaan onthullen ‘onbewuste realiteit’
o audiovisuele bronnen : bewust gemaakt in theorie
o Bronnen die ontstonden met een bepaalde intentie maar die voor de
historicus een totaal andere functie krijgen => unwitting testimony
(ongewild getuigenis)
Belang van ontstaanscontext
Selectiviteit en betrouwbaarheid
- Bewust gecreëerde bronnen: kunnen zowel subjectief als objectief zijn tijdgenoot
een of ander voorhouden
- Maar: ook subjectieve teksten (bv. Liefdesbrieven of kronieken) zijn waardevol:
onthullen gevoelens en opinie van de auteurs
- Bron naar juiste waarde schatten: inhoud, vorm en ontstaanscontext kritisch
bekijken!
, 1.2Typologie van bronnen: geschreven en ongeschreven bronnen
GESCHREVEN BRONNEN
Niet-verhalende geschreven bronnen:
- Opgesteld door openbare of private instanties instellingen of administraties
- Regelen belangen tussen partijen of scheppen rechtssituaties
Twee soorten:
o Diplomatische teksten (=> oorkonde):
Doel: rechtssituatie vaststellen of nieuwe rechtssituatie scheppen
Vastgestelde vorm bepaald door normen van het recht & traditie
3 delen (Protocol, Context, Eschatocol)
Wetgevende & juridische activiteiten, vrijwillige rechtspraak
(Vb. diploma, huis kopen, wetten, pv)
o Bronnen van de sociale boekhouding:
Bronnen van uitvoerende macht of beheer van openbare/private
administraties, ondernemingen of verenigingen die verslag
uitbrengen
(Vb. doopregister, bevolkingslijsten, overlijdensregister, inschrijving
UGent, geheugensteun als toekomstige regering zoals oude
belastingbrieven)
- Geen praktische rol in een of andere administratie
- Doel: bepaalde boodschap doen overkomen
- Motieven: zeer uiteenlopend Opgesteld om tijdgenoot of nageslacht te
beïnvloeden, te informeren en/of te ontspannen
Soorten:
o Informatieve geschriften (Pamfletten, kranten, tijdschriften, …)
o Literaire bronnen (Romans, toneelstukken, gedichten, verhalen, ...)
o Ego-documenten (Autobiografie, memoires, dagboek, brief, schilderijen …)
Term geïntroduceerd door Jacques Presser= ‘die documenten waarin een
ego zich opzettelijk of onopzettelijk onthult of verbergt’ m.a.w het zijn
bronnen met een opzettelijk ik- of wij- perspectief, bewust gecreëerd door
de auteur zelf.
(Nadelen: selectieve operatie van het geheugen en narcisme)
, ONGESCHREVEN BRONNEN
Materiële voorwerpen
- Wel of niet door de mens gemaakt
- Archeologische bronnen
- Overblijfselen
Natuurlijke: Landschappen, botten, pollen …
Materiële: Gebouwen gebruiksvoorwerpen, afval …
- Manueel vervaardigde afbeeldingen (kunst: normen en waarden uit bepaalde
periode proberen ontdekken)
- Mechanisch vervaardigde afbeeldingen (foto en film)
- Materiële voorwerpen kunnen een bron worden voor niet materiële
aspecten
Orale tradities (mondelinge overleveringen)
- Volksverhalen
- Liederen (vb. Heimliche Aufmarsch, Marseillaise Franse Revolutie, Bob Dylan
studentenrevoluties)
2. Onderscheid tussen bron en historisch werk
Bron= voorwerp of getuigenis uit/over het verleden waarop de historicus steunt om een beeld
te scheppen levert na kritische analyse bewijs voor het voorkomen van een gebeurtenis
Historisch werk= het resultaat van die scheppingsdaad bewijsvoering over gebeurtenis
grenzen tussen bron en werk niet duidelijk te trekken
Primaire vs. Secundaire bronnen
- Primaire bronnen: rechtstreekse/directe informatie, gelijktijdig met de gebeurtenis
- (Bv. Proces verbaal, brief …)
- Secundaire bronnen: onrechtstreekse/indirecte informatie, werk van onderzoekers,
niveau van reflectie en interpretatie gebruikt andere bronnen om onderwerp te
beschrijven
- (Bv. Boek over gebeurtenis in het verleden, ecyclopedie …)
Statuut primair of secundair: afhankelijk van vraagstelling en beschikbare bronnen
Geen intrinsiek verschil in betrouwbaarheid
Deontologie = duidelijke grens trekken tussen wat uit bronnen komt en wat eigen inbreng is
Vb: Jane Austen (Roman) Voorbeeld van hoe een bron veel informatie bevat
Is eigenlijk een fictief verhaal, maar toont toch aan dat dit toch een secundaire bron is
om te kijken naar de man-vrouw relaties en de rol van de vrouw uit die tijd (18 e eeuw)
Roman gebruiken als primaire bron bij dit voorbeeld: kan de roman worden gebruikt
in een onderzoek naar hoe Romans werden geschreven in die tijd
Vb: misdaadromans
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller xanthecoppitters. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.54. You're not tied to anything after your purchase.